AFKOMST VAN JAVAANSE WOORDEN Het recht moet zijn loop hebben 9 goed leerling geweest en werd later administrateur van Bantool, dat het eigendom was van zijn tante Wieseman. Sjors ging in 1902 als vermogend man naar Europa, maar is nimmer op Java teruggekeerd. Hij had iets met de belasting en kon niet terug. Zijn vermogen raakte hij grotendeels kwijt, maar Sjors liet zich niet spoedig ont moedigen. Hij begon opnieuw en op 67 jarige leeftijd vertrok hij naar de Congo, .dat niet bepaald als een ge zond land bekend stond. Een jaar later had de koorts ook hem te pakken en hij moest voor herstel naar Europa waar hij in 1930 nog vertoefde, 78 jaar oud, zijn vitaliteit bleef behouden, een eigen schap van alle Doms die in het alge meen een hoge leeftijd bereikten. Piet Dom de Tweede stier'f in 1917, 81 jaar oud en van hem zijn nog ver schillende kinderen in leven, een daar van was de eigenaar van het bekende vendu-kantoor. Mevrouw H. E. Dudok van Heel-Kalk- hoven schrijft ons: In „De Locomotief" van 30 novem ber 1930 onder: „Oude Vorsteniandse families in het Jogjase", van uw cor respondent aldaar, komt o.a. voor dat de heer «alkhoven in 1870 een doch tertje verloor. Hierin is U verkeerd ingelicht. Het meisje is een dochtertje van de heer Jan Raaff, indertijd compagnon van mijn vader. Het land was een indi go-onderneming door mijn vader om gebouwd in een suikerfabriek. Er be staat nog een verhaal van een windmo len waar de „indigofabriek" mee ge dreven werd. Ik ben een dochter van de heer «alk hoven. Het graf dat achter ons huis op Tedayoe gevonden werd is altijd door ons verzorgd, hoe is het echter gegaan toen Tedayoe in handen kwam van de Cultuur Maatschappij en nu geheel verlaten is? De naam Messak is ons, kinderen, niet bekend, misschien is deze familie er gekomen toen mijn vader geen eigenaar meer was, dit is lang geleden. Als er nog eens regeringszorg komt voor de ettelijke verspreide graven, dan is er nog een kindergraf op de sf. Gemoe bij Kendal, waar het eenvoudi ge graf achter op het erf bij de paar- destallen is en waar ik een hekwerk omheen liet zetten om te voorkomen, dat het personeel nog langer hierover hun kortste weg naar hun woning zou den nemen. N.av. het art. in T.T. van 1 oct. '71 'blz. 10. De juiste naam van Djokja is "Jogjokarto" of voluit "Ngajogjokarto". Nga heeft hier de betekenis van doen worden, willen, wensen, etc; Jogjo waardig, passend (patoetl), enz. voor een vorst en Karto, Karta, Kerto rustige, veilige, versterkte plaats. De karaton of kraton het versterkte verblijf van de vorst was veel al centraal gelegen; de naam is afge leid van karatoe nan, wordt Karato- nan karaton kraton. Evenals ka praboe nan kaprabonnan ka- prabon Verblijf van een praboe. Tedjie; koeda of djaran. In het Ned. een "Sydneyer", een mooi soort groot paard, goudbruin van kleur. Wordt meestal (vroeger) als Show-paard vóór de "Bendy" gebruikt. Een groot of lang meisje werd aangeduid met "ted jie" en een lange jongen was een "djangkoen", naar Jan P. Coen, die ook lang was. Ambrawaen de vorst, staande op de helling van een berg en wijzende naar een open plek in Zuidelijke rich ting, zei tot zijn verkenners: "Verken die plek". Zij gingen heen en de hele omtrek verkend hebbende, keerden zij terug en rapporteerden hun heer: "Sa- ambané rawa" Wijd en Zijd, overal, zover je oog reikt; poelen, plassen, moerassige en drassige grond. Opgemerkt dient, dat het woordje "ra wa" nogal vaak met "moeras" wordt vertaald. Dit is onjuist, want voor moeras of moerassig heeft men het Jav. "hendoet of lemah hendoet" en Mal. "paja paja" Samber lilèn, Samber ilèn of Samber ilèr. Beide zijn torren of kevers, z.g. Mag ik U een goede raad geven? Deze als U straks per auto of jeep door het prachtige noord - Sumatra toert, zorgt U er dan degelijk voor in de buurt van kampongs en dessa's uiterst voorzichtig te rijden om geen kippen, hanen, eenden, geiten of kar bouwen dood te rijden, want dan bent U nog lang niet jarig. Het spreekt vanzelf, dat U de schade moet betalen. Weet U hoe men deze berekent? Veronderstellen we, een ajam werd naar de ajambemel gezonden. Wat is de directe marktwaarde van het dode dier? Laat ons zeggen twee gulden en vijftig cent. Vervolgens gaat men na hoeveel eieren per jaar deze kip ge legd zou hebben, als ze in leven ge bleven was. En hoeveel jaren ze met dat eieren leggen had kunnen door gaan. Het product van beide getallen, vermenigvuldigd met de prijs van een ei, plus de directe marktwaarde van de "kwangwoeng" naar het zoemend ge luid, die ze maken bij het vliegen. De uitgespreide harde dekschilden dienen als (vliegtuig) vleugels, terwijl de snel wervelende vleugeltjes voor de lucht- verdunning onder de schilden zorgen, waardoor ze vooruit komen. Samber lilèn. De glanstor, lang 31/2 cm. en 1 cm. breed, geheel van brons groene kleur met rode weerschijn. De dekschilden hebben aan de randen menirode kleur. Het geheel glimt alsof die geboenwast is, d.w.z. di lelenni. Aangezien die tor van zichzelf die ei genschap heeft, word di lilenni (van lilin was) lilèn. Voorbeelden: Djeroek ketjoet (zure djeroek) en banjoené di ketjoeti (water zuur maken); Asem (vrucht) en di asemi (met asem een zure smaak geven.) En samber. De samber lilèn zwermt graag met andere S.l. van de ene naar de andere boom. Samber zwerm. Samber ilèn of ilèr is een kever van groene, glanzende kleur, die wanneer die tegen de onbeschermde huid aan- tornt, een jeukende (blaar) veroorzaakt, door lichaamsvocht te laten vloeien (kwijl ilèr). Dit vocht is bekend onder de naam: Spaansche Vlieg (canthari- des) en is blaar-trekkend. De Samber ilèn is vermoedelijk van dezelfde fa milie van de in Zuid-Europa voorko mende kever, de "Lytta vasicatoria". Het woord samber heeft hier de bete kenis van tegenaan fladderen, of tor nen. Ilènni (van ili bevloeien, zoals sawah's) wordt, omdat het vocht van "haarzelf" komt, ilèn (eigenschap!) Ilèr-kwijl, met kwijl bevochtigen di ilerri, en omdat dat bijzondere spul van haarzelf is, wordt het ilèr (eigenschap.) Theo Rusche ajam, toean, U mag blij zijn er met een gulden of veertig, vijftig, zestig van af te komen. Toch wel erg duur voor een ajam vind ik. Moet U voor de aardigheid eens uit rekenen, wat een dood gereden groter dier, b.v. een geit of een koe U zou kunnen kosten. Zoveel geitekindjes, kalveren, melk, vlees gedurende x jaren. Dat hakt er behoorlijk in. U mag ook nooit zeggen: "ik reed op de openbare weg en daar horen toch geen ajams, djago's, bebeks, kambings of sapi's thuis". Niets mee te maken! Dat zijn zo van die typisch westerse theorieën, die je in een volkomen oosterse maatschappij maar moet ver geten. U hielp een ajam naar de andere wereld: betalen! Weet U, de overheid staat altijd achter de eiser, dus nogmaals ja: Kijk uit, als U door noord-Sumatra toert! GHB

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 9