pRÉf
HET GELUK VAN HET JAGEN
DISCIPLINE
De eerste jacht met Lettinga en de
militairen op Bukit Tinggi, waar ik
bewezen had mijn partijtje te kunnen
meeblazen, werd het begin van een
reeks jachtavonturen, die ik tijdens
mijn vierjarig verblijf in Langsa intens
beleefd heb. Bijna elke zondag trokken
wij erop uit, zij voor de opbrengst, ik
voor de sport en het genoegen om in
die heerlijke wilde natuur te zwerven.
Wie ook wel eens met ons meeging
was de Menadonese fuselier Térok.
Hij was een stevige veertiger, maar
een eigenwijze kerel en dit laatste ver
oorzaakte strubbelingen in de rimboe.
De groep bestond, buiten Lettinga en
mij, uit jongens van Ambon en Menado,
twee uiteenlopende typen, maar hoe
wel gelijk in rang (spandri soldaat
1ste klas), werd Térok door de jonge
re collega's adatgetrouw met "oom"
aangesproken. Lettinga als ex-sergeant
noemden ze volgens KNIL-code Baas
en mij menir.
Het boterde niet tussen Sapakoea en
Térok, want de laatste liet zich niets
vertellen ,als de jongere aanvoerder
aanwijzingen gaf. Toch werd de Mena-
donees getolereerd in het gezelschap,
omdat een schutter meer op deze drijf
jachten altijd welkom was. In de buurt
van Birim Poentoeng, ten oosten van
Langsa, bleef een zwijn staan om een
gevecht met de honden te leveren. Sa
pakoea was er snel bij om de honden
te helpen en hij schoot het beest neer.
Maar vlak na het zware schot van zijn
Beaumont brulde hij: "Toan Allah, apa
kowe maoe mati?" en hij ketterde
scheldend door tegen een andere stem
in. Lettinga en ik, die er het dichtst bij
stonden, spoedden ons de bush-bush
in en vonden daar Sapakoea en Térok
als twee kemphanen tegenover elkaar
staan.
De. Menadonees had de honden willen
helpen, wat echter het werk van de
drijver, Sapakoea, was. Juist toen Sa
pakoea schoot, dook Térok tegenover
de schutter uit het struikgewas op.
Lettinga wist de ruzie bij te leggen en
waarschuwde Térok in zo'n geval nooit
zijn post te verlaten.
Op een zondag bezochten we de ter
reinen bij Soengai Loeëng en Aloer
Merbau ten zuiden van Langsa. Aan
de kant van een ondernemingsweg
werd een stuk wildernis omsingeld.
Ik stond op post aan de kant van een
smal en droog irrigatiekanaal, waar
volgens Sapakoea het wild overheen
zou vluchten naar de rubberplantage
Ngredjo en het oerwoud. Daar zag ik
de alang-alang verdacht bewegen bij
windstilte."Aha", dacht ik, "die eind
H.B.S.-er wil er stiekum vandoor. Sa-
"De jacht behoort tol het zuiverste repertoire
van het menselijk geluk"
lOSê ORTEGA Y GASSET
pakoea of de honden had ik nog niet
gehoord. De korrel van mij Sauer volg
de het zwijn en ik wachtte gespan
nen op iets zichtbaars. Plotseling dook
er een militaire bamboehoed uit het
hoge gras op! Mijn geweerlopen zwaai
den omhoog en ik stond te trillen op
mijn benen. Het zwijn in de vorm van
oom Térok kwam uit de struiken te
voorschijn.
"Tida ada", beweerde hij argeloos en
ik hield wijselijk mijn mond. Even later
waren we op een schaduwrijke plek
verzameld aan de kant van de verkeers
weg om wat uit te rusten. Sapakoea zat
met ontbloot bovenlijf naast zijn oogap
pel, de jachthond Poetih, in het gras uit
te blazen, toen ik hem het een en ander
nader rapporteerde. De Ambonnees
stond meteen in vuur en vlam en hij
riep uit: "Kenapa menir tida pasang
itoe babi!" Dit nam Térok niet en er
zou wat gebeuren, maar een van de
soldaten riep: "Kolonel!" Meteen
sprongen de soldaten overeind en van
de weeromstuit stonden Lettinga en ik
ook op. We zagen langs de rechte stof
fige weg een auto uit de richting Lang
sa aankomen met een wapperend o-
ranje vlaggetje vóór naast de machine-
kast. De chauffeur had de troep opge
merkt, want hij minderde vaart en
glimlachte tegen zijn collega's. Achter
in zag ik kolonel Gosenson zitten, uit
duizenden te herkennen aan het grillige
litteken schuin over zijn gezicht, het
spoor van een klewanghouw, die hij in
zijn jonge officiersjaren had opgelopen
aan de roerige westkust van Atjeh. Je
kon zien, dat hij verbaasd was hier in
de wildernis op zondag militairen te
ontmoeten, die korrect langs de weg
stonden onder de ban van een disci
plinaire formaliteit. Dit waardeerde hij
in het voorbijgaan met een vriendelijk
hoofdknikje en de auto verdween ach
ter een stofwolk. Toen kon de troep
zijn lachen niet meer inhouden. Bij de
nadering van de auto had Sapakoea
zijn jas aangeschoten, maar hij had
geen tijd meer om die dicht te knopen.
Dus drukte hij met zijn kin omlaag de
kraag dicht, maar de rest bleef open
hangen, zodat je zijn blote buik met die
poeser als een cyclopenoog kon zien.
De leren stormband van zijn haastig
op het hoofd geplante bamboehoed
hing over de punt van zijn neus. Zijn
militaire saluut was als een vlag op
Vervolg: Konfrontatie
Het tibetaanse dodenboek is een uit
gave van N. Kluwer, prijs f 25,
porto).
Yoga voor gevorderden, door Anderé
Lysebeth.
Reden dat ik dit boek zo graag onder
uw aandacht wens te brengen is de
schat aan gegevens en adviezen die
hierin verwerkt zijn en zullen leiden tot
het verkrijgen of herwinnen van een
harmonische gezondheid. De eenvou
dige maar fundamentele aanwijzingen
die u gegeven worden zijn niet alleen
verbluffend maar tevens zeer stimule
rend het gegevene in de praktijk te
brengen.
Uit de inhoud: technieken voor reini
ging en verjonging van het lichaam.
Beschreven wordt o.a. de oorzaken
van seniliteit, van sommige vormen van
kanker, van afnemende sexuele po-
tentje en de verschillende methoden
hoe wij dit alles kunnen voorkomen of
genezen. Voorts het probleem der sla
peloosheid en hoe deze te overwinnen
zonder het gebruik van geneesmidde
len. Als u dit boek leest zult u bemer
ken dat yoga niet bestaat uit het uit
voeren van ingewikkelde oefeningen
maar in de eerste plaats gaat hét er
om de taal van je lichaam te verstaan
door er op een speciale manier naar
te luisteren. Het ontwikkelen van deze
gave behoort tot onze levensopdracht.
Yoga voor gevorderden is uitgegeven
door Kluwer, prijs 25,porto).
Beide boeken zijn te bestellen bij de
boekhandel Tong Tong
In onze volgende "konfrontatie" o.a.
aandacht aan vragen die door onze
lezers zijn ingezonden en een nieuw
onderwerp: de realiteit van ons nacht-
bewustzijn.
Persoonlijke korrespondentie aan:
H. M. Lapré, postbus 409, Den Haag.
Elk jaar heeft zijn goede en slech
te dagen, welke zijn het in 1972?
U heeft nog 10 maanden voor de
boeg om ze er uit te halen! Na
tuurlijk met behulp van onze
mooie
PASARDAGEN KALENDER 1972
met duidelijke gebruiksaanwijzing
8,(incl. porto)
Bestel per giro 6685, Tong-Tong,
Den Haag.
een modderschuit. Ik weet niet, of de
kolonel dit opgemerkt heeft. Niet al
leen Térok,, maar ook Sapakoea zelf
lachte mee. Zo had de gewestelijke
militaire commandant himself en onbe
wust als het ware een disciplinaire
stoot gegeven om de twist te beslech
ten.
V. de Vries
17