en Betsy gehouden in de helder verlichte kamer. Ook toen vielen er enkele steenen en vele voorwerpen telkens op de grond. Na alles in de kamer onderzocht te hebben, verklaarde eindelijk de doctor, dat hij ook ten volle overtuigd was, dat geen menschen- hand in het spel kon zijn, doch hij evenmin eenige oplossing kon geven. Hij verzocht mij den volgenden avond terug te mogen komen met Jhr. de Savornin Lohman, oud gouverneur van de West, die bij hem lo geerde, en den Controleur Versteegh, die nog hier onder mij dient, hetwelk ik direct toestond. Dien avond hebben wij met zijn vieren bij Jan en Betsy de wacht gehouden en vond wederom hetzelfde plaats; eerst viel een steen in de kamer, zeldzaam mooi rond, daarna een rechthoekig stuk grint, vervol gens een stuk baksteen, nog een stuk steen, daarna scherven van een Japanschen of Ghineeschen schotel. Een der steenen zagen wij uit het bed, waarvan de klamboes geheel opengeslagen waren, duidelijk te voorschijn komen, en de heer Lohman be weerde een slof zich te hebben zien ver plaatsen en door een gedeelte van de ka mer zweven. Ook voorwerpen vielen we derom van kast, waschtafel en ronde tafel, doch telkens op een oogenblik, dat wij juist eene andere richting uitkeken. Later gingen wij voor in de galerij wat gebruiken, en is toen de tafel in de kamer dien avond tot 3 malen toe omgevallen, ook het schut sel een paar malen en heeft zich toen het verschijnsel voorgedaan dat het nachtlichtje in de kamer (een gewoon olielichtje), dat op aanmerkelijke hoogte tegen de muur is geplaatst, zoodat kinderen er onmogelijk bij kunnen komen, in de gang kwam aan zweven, wat door den Controleur Versteegh duidelijk is waargenomen, omdat wij of ten deele of geheel met de rug naar de gang waren gezeten. Tegen één uur gingen de doctor en hr. Lohman naar huis, geheel overbluft en onder den indruk van hetgeen zij hadden waarge nomen, terwijl Versteegh nog een grocje bleef drinken. Inmiddels liet mijne vrouw de kamer aanvegen, omdat zich glasscher ven en kapotte eyeren op den grond be vonden, en toen wij daar binnen kwamen, omdat Versteegh haar goeden dag wilde zeggen en wij een oogenblik over het ge beurde stonden te praten kwam de porce- leinen deksel van de pot de c-hambre in het stilletje tegen den grond en kreeg mijne vrouw een slof strijkelings tegen het ge zicht aan, echter zonder haar pijn te doen. Alvorens verder te gaan moet ik, vóór dat ik zulks mocht vergeten, uwe aandacht er op vestigen, dat wat er gebeurde of plaats had, steeds Betsy en Jan te samen of een van hen beiden zich in de nabeiheid be vonden. Al de overige kinderen, Titi, Jeanne, Wilhelmine, de kleine Charlotte en Alex zijn nimmer geplaagd geworden, en hebben nooit iets ondervonden, evenmin mijn per soon, die dikwijls Betsy en Jan in de kamer nam, ofschoon dan in mijne kamer dan ook af en toe wat gebeurde, waarover nader. Alvorens de doctor naar huis was gegaan, verzocht hij mijne vrouw en mij vergunning om de kinderen den volgenden avond, als zij wilden, bij hem te laten logeeren, wat wij natuurlijk toestonden. Beiden waren ge negen, doch maakte Jantje een oogenblik bezwaar, zeggende dat hij bang was, dat de doctor op hem boos zou worden, als de medicijnflesschen eens alle tegen den grond vielen. Nadat de docter hem gezegd had, dat hij zich daarover niet ongerust behoefde te maken, wijl de apotheek buiten 's huis stond, vonden beiden het goed. Den volgen den avond kwam hij hen halen, wij zaten nog aan het dessert, waaraan de doctor nog deelnam, er op bluffende dat er bij hem wel niets zou gebeuren. Wij maakten er nog gekheid over en zeide mijne dochter Titi nog tegen Betsy en Jan: "Je moet je maar niet generen, hoe meer er bij de doctor breekt, hoe beter, hij is toch rijk genoeg en bluft nu zoo, dat jelui bij hem niets kunnen uitrichten." Tegen half tien nam ze mee naar huis, doch van die invitatie heeft hij plezier gehad; nauwelijks waren zij in huis, of een van de vijf door hem vooraf gemerkte steenen, die hij op de tafel en omwikkeld met een der hoeken van het tafelkleed, dus voor het oog onzicht baar, geborgen had, vloog door de kamer door een der ruiten.. Alles mede te deelen wat dien avond bij hem is geschied, is niet mogelijk en zou mij te veel tijd kosten, kortom, er zijn bij hem aan huis dertien ruiten gebroken, een waschstel, een pot de cham'bre en andere breekbare voorwerpen van mindere waarde. Inktkoker, zwaar loo- den presse papiers zijn door de ramen ge slingerd en later weer in huis teruggekomen, het eene nog onmogelijker, nog ongeloove- lijker dan het andere. De doctor, die op een divan vlak voor het bed van beide kinderen lag, beweert tot tweemalen toe een golvende beweging van de bultzak van den divan te hebben waar genomen. Den volgenden morgen, toen de kinderen nog sliepen, kwam hij tegen acht uur bij mij (Jan en Betsy waren eerst tegen 4 uur in slaap gevallen) en deelde mij alles omstandig mede. Ook bij hem nadat de kinderen in slaap waren gevallen, gebeurde er niets meer, en is hij met opzet nog een uur langer bij hen blijven waken. Dien nacht, dat beide kinderen afwezig waren, gebeurde er bij ons aan huis in het geheel niets en was het volkomen rustig. Weigige dagen daarna zijn de doctor en ik met Jan en Betsy naar den kontroleur Versteegh gereden, en hoewel het reeds 10 uur was, toen wij aankwamen en de kinderen dadelijk naar bed togen, zijn ook daar een paar ruiten gebroken door schoe nen en sloffen op onzichtbare wijze tegen het raam geslingerd, het schutsel tot 2 malen toe tegen den grond gegooid en enkele voorwerpen die zich op tafel be vonden. Na het gebeurde bij den doctor had Versteegh de kamer eenigzins leeg ge maakt, zoodat faute de combattants er ten zijnent betrekkelijk minder gebroken is. Ook toen was het ten onzent, en ook later telkens als Jan en Betsy afwezig waren, volkomen rustig en kalm. Het spijt mij zeer, dat ik geen geregelde aanteekening van alles heb gehouden, ook niet van de dagen dat er niets of nagenoeg WAROENG SOEBOER „MAKAN ENAK" en MURAH Bij „Soeboer" steeds verse toe voer U eet koninklijk in de Koningstr. 16, Rest. en Toko Indisch eten, kant en klaar om mee te nemen in uw eigen pan of in onze dozen! Bami, Nasi goreng, Nasi Rames (voldoende voor twee personen). Met kip. Ook ter plaatse te ge nieten! Geopend van 12 uur tot 10 uur 's avonds. Ook zondags van 12 uur tot 10 uur. Grote be stellingen worden thuis bezorgd. Tel. 60 41 42. Elke dag vers. Niets uit blik of piastic! WIJ ZOEKEN EEN GOEDE KOKKIE! Dinsdag gesloten niets noemenswaardig is voorgevallen. Al leen weet ik mij met zekerheid te herinne ren, dat weinige dagen na het uitstapje naar Versteegh de periode is aangevangen, dat zelfs over dag voorwerpen van minder waarde in de kamer tegen den grond vie len, als met water gevulde flesschen, welke zich in een flessöhenbak naast het stilletje van de kinderen bevonden, en Betsy telkens met allerlei geplaagd is geworden, terwijl Jantje met rust werd gelaten, en sedert ook niets meer heeft ondervonden. Van toen af aan was het stenen gooijen geheel afgelo pen, dat heeft trouwens in de eerste dagen niet meer dan 5 of 6 maal plaats gevonden, ook het omvallen van voorwerpen werd minder en minder en hield ten laatste ook geheel op. Betsy, gij zult u haar nog wel herinneren, de oudste der jongere meisjes met lang krullend haar werd aanhoudend geplaagd, eerst werd zij eenige dagen lang met water of modder begooid, kreeg waar zij zich bevond een plakkaat modder in haar gezicht, zoo wel overdag als soms 's avonds vóór zij sliep, daarop volgde een tijdje, dat zij telkens met eyeren werd ge gooid zonder haar eenigzins pijn of leed te veroorzaken, dan op het hoofd, dan op haar baadje enz., zonder dat men gewaar kon worden van waar die eyeren kwamen of afkomstig waren, een paar malen tot een twintigtal per dag dat zij zich daarvoor moest verschoonen, vervolgens dat zij bo ter op haar gezicht kreeg zonder dat de boter van mijn huis afkomstig kon zijn, wijl deze in de kast was geborgen. Op zekeren avond was dat een paar malen gebeurd, telkens hielp mijne vrouw haare oogen u'itwasschen en scheeuwde het kind het dan uit, omdat het ziltige in de oogen haar pijn deed. Waarlijk, terwijl zij tusschen ons beiden stond, nadat hare oogen uitge- wasschen waren en zij een schoon baadje zou aantrekken, kreeg zij opnieuw eene hoeveelheid in de oogen, niets dan zuivere boter. Ik heb haar daarop in mijn slaapka mer genomen en terwijl zij reeds in bed lag, haar aangemaand dadelijk te gaan sla pen en op hare zijde te gaan leggen. Enke le minuten terwijl ik bij haar in bed lag, gaf zij op eens een schreeuw en had zij weer boter in de oogen. Vervolgens trad een periode van enkele dagen in, dat zij met sirihkauwsel geplaagd werd; opeens gaf zij een schreeuw en had dan een plakkaat op de oogen zoo keurig en netjes even als een maskertje, waarmede men naar Bal masqué gaat, later ging dat masker over in ander vuil en zelfs heeft zij meermalen, en altijd op het voorhoofd en oogen tot boven de neusgaten, poep op het gezicht gehad in masker vorm zoo wel over dag, als 's nachts en werd zij wel eens met zulk een vuil op de oogen wakker. Omstreeks medio Januari moest ik te Soe- rabaya als getuige voor den Raad verschij nen in de zaak Birnie, weinige dagen vóór mijn vertrek gebeurde er nagenoeg niets meer, en dacht ik alles weldra geheel zou zijn afgeloopen. Tijdens mijn afwezen is het enkele dagen weer bar toegegaan, zoo als ik bij mijne tehuiskomst eerst vernam en altijd en alleen werd Betsy vervolgd en geplaagd, het goede kind, dat binnenkort dertien jaar oud wordt, dat nooit iemand leed of kwaad doet en door iedereen ge prezen en bemind wordt. Telkens kreeg zij een maskertje op het gezicht, dan van uitgekauwde sirih, dan van str... en dat 2, 3 tot 4 malen per dag. Om het kind af leiding en rust te geven, gaf mijne vrouw aan het verzoek van onze naaste buur vrouw toe, dat zij daar eenige dagen zou komen logeeren. lees verder volgende pagina 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 19