Toko "katjang"
Zo maar 'n datum: 24 maart 1942
oooooooooooooooooooooooooooo
wijsheid niet lezen
maar leven (met een v)!
Toen was het 24 maart 1942. We
woonden op een vezelonderneming
van de H.V.A. op Sumatra's Oostkust,
het zo beroemde Deli, waar vandaan
de planters eens in de maand naar
Medan gingen, om er in de grote hotels
en de witte soos uitbundig hun haris
besar te vieren, hun vrije dagen.
De Japanners kwamen al nader en
nader, maar nóg hielden Tiny en ik
het ondernemingsschooltje in stand.
Er was uiteraard veel vertier in de
lucht, zodat we de lessen herhaaldelijk
moesten onderbreken voor luchtalarm.
Die brachten we dan door in de open
schuilloopgraven, die bij het schooltje
lagen. We zongen dan maar wat liedjes,
vertelden verhaaltjes en soms werd er
wel eens getracteerd.
Natuurlijk heerste er op de kebon een
zenuwachtige stemming, je wist toch
niet wat je te wachten stond.
24 maart 1942, kwam er 's avonds van
het kantoor bericht: school sluiten en
morgenochtend bij het kantoor komen
met alleen het allernoodzakelijkste bij
je. We zouden worden geinterneerd.
Wat moest je nou meenemen? Hoe
kon je weten, wat je het meest nodig
zou hebben. In ieder geval een matras
met beddegoed, handdoeken, kook-en
toiletgerei. Ik nam bovendien nog mee,
mijn verbandtrommeltje van de E.H.B.O.
een thermosfles sterke koffie, mijn
dagboek en een closetrol, want zouden
ze daar, waar we heen gingen wel
flessen hebben, waarvan het gebruik
bij Indischgasten welbekend is.
25 maart 1942. Al vroeg in de ochtend
riamen we afscheid van onze huilende
bedienden en jankende honden. Het
was of ze voelden, dat we weggingen
en wellicht niet meer terug zouden
komen. We sleepten onze eigen baga
ge naar het kantoor, want onze bedien
den mochten ons niet helpen.
We werden opgewacht door een stel
door elkaar rennende en schreeuwen
de Jappen. Het leek wel, of ze net zo
nerveus waren als wij. Wat een taal
sloegen ze uit, wat een onwelluidende
rauwe kreten en wat waren ze lelijk,
met hun bolronde koppen en hun
stompe handen en voeten! Nadat we
geteld waren, werden we in autobussen
geladen. En daar ging het met onbe
kende bestemming.
Naar de petoet, zei een van de kinde
ren. Woedend riep zijn vader: "Blik
semse jongen, wat weet jij daarvan"?,
En toch gaan we naar de petoet, hield
hij vol. Hij zou nog gelijk krijgen ook.
Maar voor we er zouden zijn, zou er
nog wel het een en ander gebeuren.
We reden in heel oude bussen, waar
van sommige de remmen niet eens
werkten. Bovendien, reden de Jappen-
chauffeurs over onbekende wegen met
een veel te grote snelheid. Geen won
der dat er dan ook een bus over de
kop sloeg, met alle nare gevolgen van
dien. Eén zwaargewonde, die naar het
dichtstbijzijnde hospitaal werd ver
voerd, wat schrammen en bulten, een
dame met geheugenverlies.
Maar we moesten weer verder en zo
kwamen we ten slotte toch bij de
petoet in Tebing Tinggi terecht. Deze
had 8 jaar leeg gestaan. Afgekeurd
om velerlei redenen. Maar dat vonden
de Jappen nu juist een geschikte huis
vesting voor ons. Het was een oud
geel gebouw, omringd door muren,
waarop uitbundig rose slingers bruids
tranen groeiden.
Door de poort gingen we naar binnen,
deze poort gaf toegang tot een galerij,
die in de breedte langs het hele ge
bouw liep. Prompt werd die "Voor
straat" genoemd. Er op uit, kwamen
drie complexen cellen, die alle om een
binnenplaats waren gebouwd. Aan het
eind van de binnenplaats lagen twee
grote zalen. Ons gedeelte kreeg de
lieflijke naam van: Het Hofje. Het was
er een ongelooflijke vuile bende, we
hadden de hele dag nodig om met
elkaar de zalen en een paar cellen zo
schoon te krijgen, dat we er tenminste
in konden slapen. Voor er echter wat
gedaan kon worden was er eerst appéi.
Met gebogen hoofden moesten we
staan te luisteren (want een vrouw mag
een Japanse man nooit aankijken) naar
wat Mino ons te zeggen had. Hij begon
met te vertellen, dat hij, hoewel maar
gewoon soldaat, behoorde tot een van
de 5 families, die de oorloq financier
den.
Your Dutch Government does not exist
anymore" en hij ging in slecht Engels
voort: "You are Japanese citizens now
and fall under the law of Nippon. We
will be good for you as long as you
obey our orders, otherwise
Nou, dat hebben we ondervonden,
want er was altijd wel wat, wat we
met of zonder opzet overtraden.
We hadden dus geen regering meer
en waren zomaar Japanse onderdanen
geworden!
Maar we moesten aan de slag om de
cellen en zalen schoon te maken, dat
we er tenminste konden slapen. De
hele dag werd er geboend, geschrobt,
gedweild en zo konden we 's avonds
O o
O bestaat niet meero
O o
Maar dezelfde o
BOEMBOE GADO GADO
O en o
O KETJAP MANIS 8
o O
O is nu verkrijgbaar bij: o
0 J. van Doorn, Reinkenstraat 16 O
O Ensing, Boekhorststraat 123
Ensing, Zuidlarenstraat 12 0
8 Binnenkort meer Toko "Katjang"-
0 Specialiteiten bij bovenstaande 0
O en andere adressen o
O o
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
ónze moede leden uitstrekken. Ik lag
op een zaal met enige gezinnen, om
precies te zijn onder een reuze klam
boe met een vader, moeder en drie
kinderen, niet ongezellig.
Het zal wel de reactie op de span
ningen zijn geweest en van de inspan
ning door het ongewone werk, maar
niemand kon de slaap vatten.
En toen... midden in de nacht, net toen
we zo'n beetje ingedoezeld waren, be
gon er een te lachen, te bulderen van
de lach en plots deed iedereen mee.
Het was een schateren in alle denk
bare toonaarden. Gelachen dat we
hebben! Gelachen!
Ten slotte ging het bij de meeste
over in een hysterisch gehuil en zo
ontlaadden zich onze opgekropte zenu
wen. Nooit zal ik die eerste nacht in
de petoet van Tebing Tinggi vergeten.
Toen was het25 maart 1942.
Dien van Messel
Allah zegene hem die ons bezoekt
en zijn bezoek kort maakt. (Arabisch).
Het bovennatuurlijke is het natuur
lijke in zijn ware diepte en onbegrensd
heid. (Radhakrishnan).
Niets bevordert de authoriteit zozeer
als de anarchie. (Radhakrishnan).
Ik weet niets. Ik heb niets gezien:
dat is het beste antwoord. (Turkije).
Het onduldbare dulden, dat is waar
lijk dulden. (Japan).
Het zijn maar een paar willekeurig
uitgepikte voorbeelden uit het "Oos
ters Citatenboek 2" van G. Van den
Berghe, verschenen in de Prisma Reeks
van de Uitgeverij "Het Spectrum"
(Deel I is al lang uitverkocht helaas!),
maar dit is werkelijk een van de zeld
zaamste bundels Oosterse citaten die
ik sinds lang in handen kreeg.
Practisch op elke bladzij zijn ettelijke
citaten die ik getroffen apart noteerde.
En toch heb ik al wat citatenbundels
gelezen in mijn leven (en de meeste
verveelden me al gauw), maar dat komt
misschien ook omdat deze samenstel
ler geen thuiszitter was, maar de we
reld in is geweest en lang o.a. in de
Kongo geleefd heeft.
Ik heb namelijk ondervonden dat wij,
Indisch-gasten, een heel aparte smaak
hebben van levenswijsheden die verre
uitsteekt boven elke wijsheid-stapel
die ergens aan een schrijftafel vergaard
werd, maar waarvan de verzamelaar
nooit het Oosten zag. Het zélf zien,
zélf ergens in andere werelddelen le
ven, vormt altijd een beter inzicht dan
welke stapel schrijftafelwijsheid ook!
En dit kleine boekje beveel ik wer
kelijk in de aandacht aan. U zult er
geen spijt van hebben. Prijs 3,
plus 0,75 porto.
21