BAGAN SI API API (II) Nu iets heel anders over deze haven deze wel zeer bijzondere haven. Bagan ligt, zoals gezegd aan de monding van de Rokan rivier, één der grootste ri vieren van Sumatra. Voor Bagan ligt een brede slikbank, die zich meer en meer uitbreidde. Het gevolg was, dat de toegang tot de haven Bagan steeds moeilijker werd. Niet alleen, dat de schepen, die mees tal geen grotere snelheid konden ont wikkelen dan een mijl of 10/12 zowel bij in- als uitlopend water voor anker dienden te gaan, omdat zij niet tegen de stroom konden opvaren, doch bo vendien waren zij bij uitlopend water verplicht buiten de haven ten anker te gaan, omdat de toegang tot de haven te weinig diepgang bood, om zelfs scheepjes met niet meer dan een 3 m. diepgang de kans te geven binnen te varen. Men diende dus vaak het gun stige tij voor binnen varen af te wach ten. Begrijpelijk, dat een kapitein van 'n schip ook bij vertrek van deze haven met deze zeer grote moeilijkheid re kening diende te houden. Doch niet alleen voor kustvaarders en andere zeeschepen werden deze moei lijkheden steeds groter en groter, ook de eigenaren van de vele Chinese jon ken nodig voor de trassi visserij onder vonden last, veel last van de steeds toenemende aanslibbing van de bank. Al vrij snel, nadat de eb stroom inzette kwam de bank droog te liggen, terwijl op de ligplaats der jonken, betrekkelijk beperkt door het grote aantal, deze jonken droog kwamen te liggen, het geen voor het behoud van de kostbare houten scheepjes eveneens een zeer belangrijk punt van overdenking was voor de Chinese eigenaren. Het gevolg van een en ander was, dat een "trek" ontstond van Chinese be langhebbenden in de visserij van Ba- gang Si Api Api naar het eiland Barkey. slechts een goede mijl voor Bagan ge legen in dieper water, waar men geen enkel moment tijdens in- of uitlopend water hinder ondervond van de hierboven genoemde "bank-nadelen". Steeds meer chinezen vestigden zich daar waardoor het n.m-m. helemaal niet uitgesloten is, dat mettertijd Bagan Si Api Api geheel en al zal zijn overge bracht naar het eiland Barkey. Ik zeg dit zo, doch deze verplaatsingen zullen zich in een archipel als Indone sia wel eens meer voordoen. Hetzelfde wat met Bagan zal gebeuren, zie ik in de verre toekomst ook voor Pontianak in West Borneo. Deze plaats ligt aan een ondiepe rivier-monding, waar ook slechts schepen met geringe diep gang binnen kunnen varen. Slechts een luttel aantal mijlen van deze haven verwijderd ligt een prachtige baai, waar zoveel water staat, dat vrijwel ieder Oceaanschip er kan komen. Is het niet begrijpelijk, dat ook dit in de toekomst zal plaatsvinden. De baai, welke ik hierbij op het oog heb is de "Padang- Tikar-baai", nu waarschijnlijk nog uit sluitend een uitvoerbaai voor wat hout en de ter plaatse in grote hoeveelheden door Chinezen bereide houtskool. U weet nu waar Bagan Si Api Api ligt, doch het is toch ook wel interessant te weten hoe 'n bijzondere plaats deze, ik mag wel zeggen Chinese, nederzet ting in Indonesië inneemt. In mijn tijd trof men in geheel Indone sië Ohinezen aan, Chinezen echter, die nimmer China hadden gezien. De Ba- gan-Chinezen in Bagan konden zich Hel dagelijkse uithangen van de visnetten in Bagan Si Api Api. 12 echter grotendeels op de borst slaan door met trots te kunnen zeggen, "dat zij rechtstreeks uit China kwamen". Import vanuit China, meestentijds via Singapore. Kustvaarders uit de Straits, doch ook wel Chinese kleine schepen rechtstreeks van dat land brachten regelmatig nieuwelingen aan, terwijl van de reeds gevestigde lieden ver- scheidenen eens een keertje teruggin gen naar het geboorteland voor het bezoeken van familie-leden, om daarna natuurlijk weer terug te keren. De samenleving werd ook niet ver geten, vandaar dat de scheepjes zon der mankeren jeugdige "chinezinnen" aan brachten en na enkele maanden ook weder mee terugnamen, voor zover zij ter plaatse geen huwelijk pleegden. Ik kan niet anders zeggen dan dat deze Chinese gemeenschap tegenover de andere rassen zeer gastvrij was, zo gastvrij zelfs, dat je wel eens moeite deed ongemerkt Bagan in te komen, teneinde een uitnodiging voor een co pieus diner met Goerami in gember saus of andere heerlijke Chinese ge rechten voor een keer te ontlopen. Kennismaken met "opium-schuiven" was daar zonder gevaar. Het werd je, als een Chinese relatie je mocht altijd aangeboden. De eerste kennismaking was niet alleen onderhevig aan enig ceremonieel, doch ook zeer grappig. De relatie organiseerde de opium-par ty. Na binnenkomst vleide je je neer op een matje, waarna, meestal een jeugdige Chinese, je de gevulde pijp aanbood. Was de pijp na enige tijd TRASI Indisch condiment, sterk "adellijk" van geur, dat onontbeerlijk geacht wordt bij de bereiding ener echte rijst tafel (zie RIJSTTAFEL). De belangrijkste soort is de trasi- oedang, die uit garnalen (oedang rebon (Batav. Mal.) en, in mindere qualiteit, uit garnalen-larven van oedang djam- bret) gemaakt wordt op de in het ar tikel OEDANG beschrevene wijze; de trasi rebon is bruinrood, de trasi djam- bret paars-grauw van kleur. Behalve deze vrij dure garnalen-trasi (die bijv. nooit in sambel gorèng kan ontbreken)worden er ook goedkope trasi's uit vis gemaakt. Dit is de trasi-ikan, een deeg, dat langs de Rembangse kust en in het Krawangse uit kleine visjes (resp. uit selar gateI en ikan teri) gemaakt wordt, alsmede de trasi melaka, welke meestal van Palembang wordt aangevoerd, en geelgrijs van kleur is. Een plantaardige trasi, de trasi poet- joeng (belong) wordt, o.a. in Patjitan, gemaakt uit zaad van Pangium (zie PANG EI) vermengd met verschillende specerijen. Literatuur: A. G. Vorderman, Ana- lecta op bromatologisch gebied III, in Gen. Tijdschr. v. N. Indië. XXXIX (1899).

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 12