§p§ i&Sp -Qen vrouw uit vióóen Aan het werk op een van de vele visdroogplaalsen voor de trassibereiding. ledig dan werd deze onmiddellijk weer door dezelfde schone gevuld. Het is waarschijnlijk met dit opium schuiven net als met andere dingen waaraan je verslaafd kunt raken, zoals drinken, roken en tegenwoordig drugs, want na zo'n eerste opium introductie merk je niets, vind je het veelal ook niet iets om te herhalen, misschien alleen wel om weer eens door zo'n lieftallige Chinese te worden verzorgd, maar neen, na de eerste maal heb ik het nimmer meer herhaald. Meestentijds geeft de chinees, die je tot zo'n feest heeft uitgenodigd de pijp waarmede de kennismaking plaatsvond cadeau, en waar zulks vaak een kostbaar requisiet is, blijft dit een leuk aandenken voor hen, die in hun leven ook eens opium hebben geschoven en Bagan hebben bezocht. Dit wat Bagan betreft. Dicht erbij, misschien een 10 mijlen langs de kust in noordelijke richting ligt nog een zeer interessant gebied, nl. het gebied van de Koeboe-rivier. Zoek maar niet op de kaart, want daar vindt U deze rivier vast niet op. Dit is echter een gebied waar een bij zonder soort mensen wonen, de koe- boe's, een klein soort mensen, levende langs dit riviertje, bestaande van vis vangst en ook zeer merkwaardig vaak huizende in de langs de rivier staande bomen. Niet, dat deze zo groot van omvang zijn, dat je er een woning in kunt uithakken, maar men bouwt enke le meters boven de grond om de stam men heen een uiterst primitief woon verblijf. Van Seventer Semarang, met z'n druk vertier en genoegens, is een handelsstad als zovele andere aan de Java-Zee. Het had toen nog geen haven, maar toch was het gezellig, om naar het uit en terugvaren te kijken van de vele sleepboten. Het strandje, dat het land met de zee verbindt, bood geen mogelijkheid tot een gezellige duik in zee, vanwege de hevige branding. De pier echter, die zich een kilometer ver in zee uitstrekte was een waar dorado voor inheemse vissers, die daar dan ook naar harte lust de vissport beoefenden met hun werp- en vangnetten, die, bij het opha len wemelden van vingerlange witte garnalen en vissen. Tegen een zacht prijsje kon je ze ook kopen, om ze thuis - asem garem - te gorèngen. Op een middag kregen ook wij zin in een uitstapje naar het strand. In twee demmo's lieten we - t.w. mijn kinderen, enige vrienden en ik - ons naar de kust rijden. Daar aangekomen, ren den ze de enige Chin, toko binnen en zochten zich een goede hengel uit. Ook ik kreeg er één in mijn handen gedrukt. Zo gewapend gingen we pierwaarts. We kochten van de vissers een mandje garnalen, zochten de kleinsten uit en sloegen die aan de haak. Ik vond een vrij en droog vlondertje, spreidde een servet uit en zat - van wege de hitte - weldra gezellig te soe zen, met de hengel in het water. Mijn kinderen en vrienden waren spoorloos; die zochten hun heil elders. Net, dat ik uit verveling amper in slaap viel, hoorde ik achter mij een vreemde stem. Ik schrok hevig, was meteen klaarwakker, draaide me een kwartslag om en keek in de ogen van een ietwat geestelijk gestoorde. Allerlei gedach ten dwarrelden door mijn hoofd, o a. OPROEP Radio-Amateurs uit voorm. Ned- Indië, bezoekt 1 juli a.s. tijdens de Pasar-Malam in Den Haag, onze PK-Reunie. Inl.: Clem. A. Ie Cotey Vlierstraat 590, Enschede. dat hij kwaad in de zin had en mij in het water wilde duwen. Dit deed me opspringen en mijn hart een roffel slaan, want ik was en ben de zwem kunst niet meester. Maar gelukkig, het heertje was die middag buitengewoon kalm en rustig. Vroeg mij, of ik nog niets gevangen had en ried mij aan, mijn hengel de andere kant uit te gooien, want het was de dag van Mohammed, zei hij. Inderdaad, het was vrijdagmiddag. Sceptisch voldeed ik aan zijn verzoek en ja waarachtig, na een minuut werd mij bijna de hengel uit de hand gerukt. Ik haalde op en aan de haak bengelde een kanjer van een vis. De kinderen, die zich in die tussentijd ook meester gemaakt hadden van een vlonder, rie pen op plm. 500 m afstand: "Moes heeft beet, Moes heeft beet!" en ren den naar me toe. Wat de man het ha zenpad deed kiezen, zeer tot mijn vreugde, want ik vond hem griezelig. Na nog enige mooie garnalen van de vissers gekocht te hebben gingen we voldaan naar huis. Dit was dan ons laatste avontuurtje aan zee. Si Boeloes Noot van de redaktie: Misschien denken sommige lezers: is dat nou een vissende vrouw? Nee, het staat er duidelijk: "Een vrouw uit vis sen", d.w.z.: Ze gaan uit (vissen o.a.). Want vrouwen hebben een heel eigen manier om een dag "met vissen door te brengen", terwijl die onverslaanbare mannen alleen maar koppig hun dob ber kunnen beloeren en niets anders meemaken. Bedenk goed: een vrouw is een heel ander soort wezen (and very, very adorable at that!) als een man, en zij beleven hun vis- of jacht avonturen héél anders. Ik las een keer een verbaal van een vrouw die met haar man mee was ge gaan op jacht. En ze deed me tooh een verhaal van allerlei insecten en grotere beesten die naar de stormking in de tent kwamen vliegen! Daar heb ik me een ongeluk om gelachen! Maar jagen de vrouwen (en vissende vrouwen) heb ik óók gekend. Die ontzagwekkende tochten maakten in het spoor van hun man (zonder op te geven), dwars door rawa en koesoet-koesoet heen. Alleen wilden ze nooit op het portretje staan zo met die soldatenbroek vol modder en dóórgeblubberd van top tot teen. Heeft niemand daar een ervaring mee gehad? - I .H. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 13