"SEKALITETAP
Wie zich nog onze besprekingen van het boek Mensen en Kruiden van de Franse
"self-made" kruidendokter Maurice Mességué in ons blad herinnert, weet dat het om een
bijzonder begaafd kruidenkenner gaat, die een beroemdheid werd in heel Frankrijk en
erbuiten. In het boek dat hij schreef, een autobiografie, probeert Maurice ook te ontdekken
waar zijn wonderlijke gave toch vandaan gekomen kon zijn.
Want voor zover zijn geheugen traceren
kan, komt hij uit een echte "boere-karheng-
sten-familie" uit Gavarret (in Gers, tegen de
Pyreneeën aan), zoals Maurice schrijft:
"Zoons, kleinzoons, achterkleinzoons van
boeren - al meer dan 450 jaar dezelfde
grondIk heb inderdaad een verschrik
kelijk accent!" Mességué vindt zichzelf zó'n
echte boer, dat hij over zijn uiterlijk geen
illussies kan hebben. "Ik heb een echte
schurkenkop", schrijft hij. Onze Indische
lezers echter, die allerlei soorten "toeroe-
nans" in Indië gekend hebben, zullen in dit
portret zonder veel moeite een "toeroenan
Arab" herkennen; probeert U zich ook maar
te herinneren hoe de playboy Ali Khan (ex-
man van o.a. Rita Flayworth) eruit zag! En
ook Mességué ontdekte langzamerhand die
Arabische herkomst terug.
Meestal op indirecte manier. Omdat hij
(en zijn vader) "anders dan de anderen"
waren. Waren de andere boeren stugge,
koppige ploeteraars, Maurice stelt vast dat
de pastoor hem vaak moest verwijten dat
"Luiheid is een zonde" en "Ledigheid is
des duivels oorkussen". En, stelt hij vast,
"Wij hadden het al generaties in ons!"
Aangezien zoals U weet vooral in beslo
ten plattelandsgemeenschappen een even
tuele vreemde inslag (een "bastaard-huwe
lijk") ontzaglijk lang onthouden wordt en
Maurice zulk een herinnering niet vindt t.a.v.
zijn familie, komt hij tot de conclusie dat zijn
"toeroenan" van veel verder komen moet.
Want 'hij denkt er geen seconde over zijn
buitenlandse herkomst te verloochenen of
te ontkennen.
Hij zegt: "We hebben ongetwijfeld een
beetje Moors bloed. Ik denk en zeg dat ook
altijd, om de eer van de farnijje nog een
beetje hoog te houden (sic!) dat één van
mijn bet-bet-overgrootmoeders geschaakt
is, maar ik hoop voor haar dat ze het pret
tig vond. Ik stel me die gebeurtenis voor
tijdens de slag bij Poitiers, toen de Moren
ons land binnen drongen"
Dat gebeurde maar eventjes in het jaar
732, toen de Franse legers de speerstoot
van de Arabische legioenen noordwaarts
keerden - want andere Arabische contacten
van Arabieren in Frankrijk zijn er niet ge
weest. Maurice's mengbloedschap dateert
dus van ruim 12 eeuwen terug! Het kén
waar zijn, want er is nog een indicatie die
merkwaardig is. Vertelt Mességué: "Ik heb
me ooit eens door een oogarts laten onder
zoeken, en die vertelde me: "U hebt in het
wit van uw ogen iets, wat verder alleen bij
Moren voorkomt!" Wat precies, weet Mes
ségué niet meer, maar het is voor hem
genoeg. En zo, stukje bij beetje, reconstru
eert hij zijn identiteit, althans zijn onloo
chenbare komaf, hoe oud die ook is!
Menige Indischman zal al de merkwaar
dige indicaties die Maurice nog meer op
somt, kennen uit eigen ervaring:
Het is in ieder geval zeker, dat ik een
zwak heb voor Spanje, voor het zuiden, de
zon. Wanneer ik naar Zweden of Noorwe
gen ga, wil ik maar een ding: teruggaan.
Maar wanneer ik naar Spanje, Portugal, Ma
rokko ga, heb ik zin, om er te blijven wonen.
Wanneer ik de moskeeën in de buurt van
Granada zie, is het net alsof ik ze van heel
vroeger kenen alsof ik tussen de
Moren geleefd heb, omdat ik ze begrijp.
Ik begrijp hun hartstocht, hun vreugde
en hun onverschilligheid. Mijn vader bracht
zijn leven door met denken, beschouwend
en bekijkend, en de mensen vonden hem
lui. Vijftig jaar later vind ik hem wijs. Men
begreep hem niet, zelfs mijn moeder be
greep hem niet. Het was moeilijk voor haar
om, wanneer er geen geld was, te begrij
pen, dat mijn vader niet of nauwelijks werk
te. Maar dat raakte hem erg. Hij had de
gevoeligheid van de Moren en dat zijn heel
gevoelige mensen.
Ook had hij net als de Moren gevoel
voor rozen; het was zijn favoriete plant. "Ze
is klein, maar mooi en geneeskrachtig." En
hij hield van geuren. Mijn vader rook naar
lavendel. Hij rook nooit naar zweet, viezig
heid, tabak of wijn, maar hij rook goed.
Hij dronk ook veel koffie en, iets on
voorstelbaars, hij dronk ook mintthee.
In grote potten van aardewerk bewaarde
hij pepermunt en thee en mengde ze zelf;
ik heb nooit geweten, waar hij de smaak
voor dit soort dingen had gekregen, waar
hij die had opgedaan. Misschien de "Afri
kaanse" kant. Ik heb hem nooit één glas
wijn zien drinken. Hij is nooit dronken ge
weest. De mensen vonden hem gek, zeiden:
"Camille drinkt water
Dat was erg minachtend.
In Gavarret was hij een buitenstaander;
hij viel uit de toon Hij was niet gebouwd
zoals de anderen, klein, tenger om te zien
en heel anders gekleed, bijna als een dandy
op een Engelse gravure. Hij was gekleed
zoals wij tegenwoordig zijn: Een Cardin-
aohtig pak met vrij hoog oplopende revers.
Hij droeg een das en schoor zich iedere
dag; zijn snor was dun en verzorgd en
hij gebruikte een servet bij het eten! Hij
had maar één paar schoenen, maar deed
ze vaak aan, als een echte mijnheer. Ook
zijn handen waren anders, klein, zacht, met
vrij korte vingers; jonge, frisse handen als
van een kind en zijn nagels waren schoon
en verzorgd. En dan moet U zich de boeren
uit die streek voorstellen, die met hun werk
tuigen op hun schouder voorbij kwamen,
die potten en zware zakken droegen en
deze man met zijn witte handen zagen!
Daar kwam nog bij, dat mijn vader, de
arme man, in deze republikeinse streek, die
voor die tijd heel rood was - radicaal-socia
listisch - geheel rechts was. Erger nog, hij
was koningsgezind en stemde voor Cavag-
nac! Het was onvoorstelbaar: een boer uit
de Gers, deze eenzame streek, zonder kran
ten - die las men toen nog niet - zonder
radio, zonder iets en die koningsgezind was!
Ik geloof, dat het bij hem niet zo zeer
een politieke overtuiging was, als wel een
gevoel voor schoonheid. Hij was dol op ge
schiedenis en de koningen met hun hof, hun
zwier, hun paleizen, hun tuinen en zelfs hun
oorlogen trokken hem meer aan dan de
rode baretten en de zurige wijnlucht op
volksfeesten.
ELKE Indo die dit stukje levensverhaal
leest, elke Totok met eerlijke mensenkennis
of iedere serieuze student van de erfelijk
heidsleer, zal dit artikel met herkenning en
kalme bevestiging lezen. Zo IS het. En het
is NIET waar dat het Indo-schap (of welk
mengbloedschap ook) zich in twee, drie
generaties laat weg-assimilerenlaat
wegwassen als een waterverf-kleurtje, als
een soort van schande. Of geloven wij nog
steeds het snorkerige, brallerige, domme
lied van het schone Neerlands bloed, "van
vreemde smetten vrij"?
Zo zoetjes aan weten wij ook wel dat
deze domme eigenwaan in Nederland ster
ker vernomen wordt, naarmate men lager
afdaalt op de maatschappelijke ladder of
hoe méér men afdwaalt naar de Duitse
rassenwaan. Het is jammer dat ook in
Indonesië (waar men in menig Hollands
koloniaal voetspoor treedt) vaak spot
gehoord wordt over Indo's. Die men graag
in het zonnetje zet als het arme drommels
betreft, terwijl men de ontelbare Indonesiërs
met Indisch bloed en van prominente status
het liefst wil voorstellen als "asing": zuiver
Indonesisch!
•k
Een nieuwe tijd is aangebroken, beste
lezers, de tijd van de herontdekking en ont
wikkeling van de eerlijke zelfidentificatie,
de wet der biologische waarachtigheid. In
vergelijking met die tijd is de tijd van van
daag meestal helaas een beschamend dom
me en verwaten zelfoverschattende tijd
Eén waarheid zal dieper en dieper door
dringen bij alle volken, de waarheid van het
"sekalitetap!": wat éénmaal gebeurd is,
heeft zich voltrokken voor eeuwig: de spo
ren van één menghuwelijk blijven tot in
lengte van eeuwen voortleven. En daaróm
is het dom zulke sporen te ontkennen of te
verlooohenen. Men kan beter elk meng
huwelijk zien als een ontsnapping aan soort
verstarring en zelfs degeneratie. Het zijn
altijd de menghuwelijken geweest, die nieu
we variaties en nieuwe levenspatronen heb
ben geschapen; zij zijn de metamorfosen
van de menselijke oneindigheid - zij zullen
NOOIT verdwijnen
T.R.
P.S. Wij betreuren het enorm dat geen me
dicus onder onze abonnees het ontzagwek
kende mysterie van de erfelijkheidspatronen,
de chromosomen en de "dubbele DNA-he-
lix" in een duidelijk artikel (of reeks artike
len) kan uitleggen. Of komt hij misschien
nog? Ter wille van de redding uit onze
onwetendheid!
10