Bij de foto van de Solitair
luid kwam nog van een behoorlijke afstand,
kennelijk waren de drijvers begonnen in de
kampong in het zuiden en zouden naar ons
toe drijven. Mijn drager, die rustig, achter
mij op de grond was gaan zitten, verplaatste
zich een beetje en nam een stevige boom
als ruggesteun, terwijl hij mij hielp uitkijken
over de sawah's. Korte tijd later hoorden wij
eerst één hond aanslaan, die blijkbaar het
wild in de gaten had gekregen en reeds
spoedig daarna brak het tumult los en gin
gen alle honden tekeer, zodat het nu dus
uitkijken geblazen was. Men moet de rich
ting van het geschreeuw der drijvers en
het gekef van de honden goed in de gaten
houden, want gewoonlijk rent het wild, dat
in zijn leger is opgeschrikt dicht voor hen
uit, zodat men aan de richting van het
geluid ongeveer kan nagaan, waar men het
kan verwachten. Zeker een kwartier lang
was uit zuid-oostelijke richting groot tumult
te horen, dat weinig van plaats veranderde.
Daarna trok het naar het oosten, zodat ik
dacht dat ik er die dag wel niet aan te pas
zou komen.
Steeds verder naar het oosten ging het
kabaal, doch ik hoorde geen schoten. Ik
keek uit over de noordkant van het bos,
totdat ik plotseling werd gewaarschuwd
door mijn drager, die mij zeer uitdrukkelijk
wees naar de westkant, waarheen ik dan
ook onmiddellijk mijn ogen richtte. Eerst zag
ik niets dan de felle zon, die op de dijkjes
langs de sawah's brandde en toen kreeg ik
in de gaten, dat op ruim 100 meter afstand
een reeks biggen, zeker 10 tot 12 stuks,
voorafgegaan door een vrij flinke zeug rus
tig over een dijkje wandelen om te probe
ren het grote bos te bereiken en zo te
vluchten. Aangezien we niet op biggen
zouden schieten en ik de zeug nu ook niet
de moeite waard vond, bleef ik rustig kijken
wat er ging gebeuren, totdat ik plotseling uit
zuidelijke richting een zwaar schot hoorde
van een kaliber 12 gladloop, kort daarop
gevolgd door een tweede schot uit hetzelfde
geweer, kennelijk een van mijn medejagers.
Ik zag de zeug omvallen van het dijkje af
in de sawah aan mijn kant, waarna de big
gen doorgingen rennen en in het bos ver
dwenen. Wij hadden dus in elk geval enige
buit, daar er geen andere schoten gehoord
werden en ook het kabaal aan de oostelijke
zijde van het bos verstilde. Na enige tijd
gewacht te hebben of er misschien nog
meer uitgedreven zou worden, wat niet het
geval was, liepen mijn drager enjk langs
de westkant van het bos naar de plaats,
waar het dijkje, dat voor de vlucht gebruikt
was, begon en ontmoetten daar mijn vriend
Theo, die reeds op een afstand zijn mis
noegen tegen mij meende te moeten uiten
in vrij krachtige bewoordingen omdat ik niet
geschoten had. Ik was stomverbaasd en
kon slechts zeggen, dat wij afgesproken
hadden niet op biggen te schieten en ik
mij daaraan had gehouden, waarop hij re
pliceerde of ik dan dat enorme beest niet
gezien had, dat naast de biggen liep. Hij
had er op ongeveer 40 meter met zijn glad
loop op geschoten met 2 kogels, doch
blijkbaar de grote gemist en de zeug ge
raakt, die gevallen was. Ik was nog steeds
stomverbaasd en begreep er niets van,
daar ik geen groot beest gezien had. Ook
mijn drager bekende geen groot zwijn te
hebben gezien, waarna wij maar eens
naar de sporen gingen kijken enhier
bleek de waarheid. Op het dijkje waren dui
delijk sporen zichtbaar van de zeug en de
biggen en daarnaast, dus in de sawah en
naast het dijkje en daardoor beschut, had
blijkbaar "Si Kiaji" gewandeld, die zich
voor mij achter zijn jongen had verborgen
en zodoende was ontsnapt, Het waren e-
norme sporen van een kolossaal beest,
wat ook wel de onderlinge afstand van de
sporen uitwees. Toen wij bovendien de
diepte van de sporen in de modder namaten
en de hoogte van het dijkje boven de
grond bleek, dat het beest een hoogte
moest hebben van bijna een meter.
Daar stond ik dan!
Ook de drijvers kwamen aanlopen op de 2
schoten en kort daarna kwamen mijn andere
vrienden opzetten, waarna ik, zoals U kunt
begrijpen behoorlijk op de hak werd geno
men. De Wedana was de enige, die zich
echter van enig commentaar tegenover mij
onthield. Naderhand liet hij zich ontvallen,
dat deze methode van ontvluchten door
"Si Kiaji" meer werd toegepast en dat hij
zelf o.a. ook op dezelfde manier door het
zwijn was beetgenomen.
Enfin, deze drijf was hiermede beëindigd
met als resultaat slechts één zwijn van
ongeveer 50 kilo, terwijl het hoofddoel ons
nog kon uitlachen. Aangezien dit bosje leeg
was, verplaatsten wij ons naar een ander
terrein, waar wij nog twee zwijnen te pak
ken kregen, waarvan ik er één mocht boe
ken. "Si Kiaji" was die dag niet meer te
spreken of te zien. Om twee uur waren wij
weer in 't administrateurshuis, waar wij een
'heerlijke rijsttafel kregen met grote potten
ijskoud bier. Later op de middag werd de
thuisreis weer aanvaard, nadat wij nog met
de Wedana afgesproken hadden, dat wij
hem nog eens zouden opbellen, wanneer
wij weer in de buurt waren. Wij waren in
elk geval niet met lege handen, maar had
den er toch de p... in, dat wij als ervaren
jagers ons zo hadden laten beetnemen,
Naar aanleiding van de in Tong Tong
van 1 mei j.l. geplaatste foto van: "De
Solitair", deel ik U het volgende mede:
liar 'betekent schuw,
toeggal betekent solitair,
en het solitair zijn is slechts voorbe
houden aan op leeftijd gekomen bullen;
de foto is die van een wijfjes-olifant,
eveneens te zien aan een even zicht
baar klein ivoren uitsteeksel, daar,
waar de bul zijn slagtanden draagt.
De kleine ivoren uitsteeksels zijn niet
langer dan 30 cm. en cylindrisch van
vorm, heten tjaling en de slagtanden
eerst al door het feit, dat de honden en
drijvers onze aandacht trokken naar die
kant van het bos waar slechts klein goed
zat, terwijl Opa zelf aan een geheel andere
kant uitbrak en zich zo goed had weten
schuil te houden, dat het voor hem grootste
gevaar, n l. mijn 9,3 mm. bukskogel was af
gewend. Ik wilde het hierbij toch nog niet
laten zitten en was vast van plan nog eens
tot een volgende ontmoeting pogingen te
doen, die, naar ik hoopte, dan beter resul
taat voor mij zouden afwerpen.
Ter nadere opheldering voor leken en niet
jagers diene nog: Iedere jager krijgt een
"drager" mee. Deze knaap is met het
terrein volkomen bekend en brengt je naar
de afgesproken post. Bovendien draagt hij
je veldvles en tas met benodigdheden en
wat eten. Wanneer er wild geschoten is,
zijn zij ook de mensen om de geschoten
beesten naar een verzamelplaats te dragen,
nadat zij eerst door ons, de jagers, ont
weid zijn, d.w.z. opengesneden en van de
ingewanden ontdaan. Deze worden aan de
honden gegeven. Wanneer dit niet zou ge
beuren, zou het geschoten wild door de
grote hitte in de tropen gauw bedorven zijn.
(Wordt vervolgd)
Wees een BOOM, een VRUCHT
BOOM. Lever na slechts één
maal geplant te zijn vruchten voor
vele, vele jaren. Plant f 10,in
het FONDS ZESTIGDUIZEND!
bij de bul gading.
Een kudde olifanten wordt geleid door
één der oudste wijfjes-olifanten en
daar de dames zuing zijn op de bullen,
nemen zij deze in hun midden, doch
wel ruimte latend voor een gril van een
overmoedig mannetje achter de kudde
aan te lopen.
Een wijfjes-olifant in de rang van
leidster is zeer agressief en gaat, als
zij de luoht van een mens krijgt, al
stampend en briesend op de vijand af,
om dan plotseling stil te staan en onder
luid getrompet een andere richting in
te slaan, gevolgd door de kudde.
K. Greeven
19