"Alles verandert en blijft toch hetzelfde" Aarzelende Notities uit Indonesië. Tussen de bedrijven door hoopt T.R. telkens een paar kwartiertjes te vinden om gauw wat neer te krabbelen over zijn ervaringen tijdens zijn verblijf in Indonesië. Voor uitvoeriger artikelen hoopt hij later tijd te vinden. Intussen hoopt hij met deze "intermezzo's" hier en daar toch ook midden in Indonesië en ook tussen zijn lezers elders in de wereld te staan. In de afgelopen dagen ettelijke malen aan de typmachine gezeten om reis indrukken uit Indonesië aan U letterlijk "over te brieven". Het is vandaag 15 Augustus en Lilian en ik zitten dus al weer 12 dagen "thuis" en we zijn let terlijk dag en naöht gebombardeerd met impressies (want de nachten in Azië leven met ontelbare geluiden veel meer dan het zwijgende nachtelijke Europa). Toch - met notitieblaadjes vol penkrafofoels - aarzelt mijn hand, want met het maken van "boekhoudkundige" reeksen waarnemingen (links: wat is wél ten gunste veranderd, redhts: wat riiet) komen wij er niet, hóe lang de reeksen ook worden. En keer op keer dringt onwillekeurig de gedachte zich aan ons op: alles is hetzelfde gebleven; er is NIETS ver anderd. Dit is een Franse uitdrukking uit een Franse levensbeschouwing: "Plus ga change, plus c'est la même chose" en merkwaardig genoeg moe ten wij bij veel wat wij in Indonesië zien denken aan Frankrijk. Zij het: om dat wij tot nog toe alleen in de grote steden waren (Djakarta, Bandung, Su- rabaja), vinden wij alleen parallellen met Parijs. Zouden wij in de oediks straks ook parallellen vinden met het Franse platteland? De overeenkomsten in de verschij ningsvormen van de Franse en de Indo nesische samenleving zitten in duizend en-één impressies. Het drukke verkeer b.v. doet denken aan de haast kalei- doscopisöhe drukte van Parijs. Druikke knooppunten roepen herinneringen op aan de Place de la Concorde of de Place de la République - pasars aan Parijse marktjes met hun woelige rom meligheid en levendigheid - ja, we vin den zelfs in de "gelandangans" (de "djèmbèls" van 20 jaar terug) de clochards van Frankrijk terug. Het gaat, weet U, niet om de hoeveelheid of het tempo der dingen die je ziet, maar de stijl. De stijl van leven. De stijl van "any life at all". Om bij dit laatste voorbeeld te blijven: in wat men noemt de "geordende wes terse maatschappij" (dus b.v. in Neder land) bestaan geen clochards of gelan dangans: ouden van dagen zijn keurig opgéborgen en welverzorgd; onzicht baar. Maar de Parijse clochard wenst zich niet te laten "koeroengen" en pre fereert het vrij open leven op park banken en nabij vuilnisemmers met weggeworpen peukjes. Indonesië is on tegenzeggelijk armer (aan materiële waarden) dan Nederland, dus op de onderste trap van de maatschappij moet het leven een stuk beroerder en "kassianner" zijn dan in Nederland. Nochtans wekken de anmsten in de grote stad in Indonesië geen meewa righeid op en socialistische reacties, omdat ook de armsten daar iets wér kelijk vrijgevoóhtends hebben, iets van zelfsprekends: "we can manage with out". En inderdaad beschikken ook de een voudigste mensen over het vermogen om uit schijnbaar "rock bottom" arme omstandigheden iets goeds of zelfs iets beschaafds te peuren: de kleinste eet- kraampjes in Indonesië verstaan net als de kleinste bistro'tjes in Parijs, de slordigste charcutiers op de markt, ge woonweg "hemelse" gerechten te ma ken. De eenvoudigste soldaat in Dja karta of Surabaja is correct gekleed en ziet er martiaal uit: écht een krijger in zelfs de historische zin van het woord. Terwijl de letterlijk in zijn soldij bulkende Hollandse soldaat vet en on verzorgd is als een gecostumeerd bur ger en in niets lijkt op wat een soldaat hoort te zijn. Eén stapje verder: dikke mensen ont breken in het stadsbeeld, laat staan vette mensen, waaraan de welgedane europese burgerij zo rijk is. Dat geeft "De Mens" in Indonesië iets keurigs en gezonds (ook al weten wij dat er on tegenzeggelijk in veel kwartieren arm of karig geleefd wordt). Alle vrouwen zijn slank en delicaat en hebben een rechte rug; de vrouwen doen aan Fran- gaises denken, zelfs al denken wij ob jectief genoeg om vast te stellen dat er in Parijs aan dikke mensen (en vrou wen) waarlijk ook geen gebrek is. Maar nogmaals: het is de stijl van het geheel dat herinneringen oproept aan Frank rijk. Vandaar misschien ook dat wij telkens weer op zijn Frans constateren: ook al verandert al-les, er verandert niets. Vastbesloten om Indonesië zo onbe vooroordeeld mogelijk te benaderen, hebben wij alle officiële en officieuze contacten diliberaat vermeden. En heb ben alle parties en pertemuans ontwe ken om ons bij wijze van spreken "met een te storten in 't gewoel der massa's" Dit hebben al onze vrienden begrepen en we zijn nergens en door niemand "lastig gevallen" zelfs niet met over daad aan hartelijkheid, waar wij harte lijkheid beslist aanwezig achtten. Noch tans is onze komst niet onopgemerkt gebleven. Er waren bloemstukken en "kembang rampai's", brieven en snoe perijen van onverwachte kanten, een artikel over "Golongan Indo di Negeri Belanda", Tong Tong, de Pasar Malam en Tjalie in het Augustusnummer van het maandblad "Intisari", een uitnodi ging van de Wakii Gubemur Soewondo (de Gouverneur Ali Sadikin vertoeft momenteel in Nederland) om kennis te komen maken op de Balai Kota en tot onze grote verrassing een directe wel komstgroet over de radio in een uit zending "Little Things that mean so much" dat in duizend-en-één opzichten keer op keer de ware snaren van vriendschap wist te treffen: een uitzen ding in afwisselend Indonesisch en Nederlands op een wijze zoals alleen Indonesiërs brengen kunnen met een nabijheid en echtheid die hopelijk nooit sterven zal tussen beide volken. Maar hierover gaarne een andere keer meer. T.R. Zeven gracieuze klederdrachten uit Indonesië. Ajo, hoe goed kent U Indonesië Kunt U ze allemaal thuisbrengen? (Foto afgestaan door Mevr. Thess Mantiri) 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 10