OUD SEMARANG Op de, dd. 20 november 1971 in het congresgebouw gehouden zéér geslaagde en geani meerde "koempoelan" van oud-Semarangse (weliswaar "na-oorlogse") leden van de Socië teit Harmonie, was ook aanwezig de heer A. Teunis oud-hoofd redacteur van het Semarang- se Dagblad "DE LOCOMOTIEF". Op 23 mei 1951 bestond dit blad 100 jaar. In de jubileum editie, ter gelegenheid van dit feit verschenen, werd o.a. ook een intervieuw afgedrukt, dat de heer T. mij (zo vertelt de heer J. L. de Jong) had afgenomen. Het artikel vangt aldus aan: OUD SEMARANG, merkwaardig oord, stad met een stijl, sfeer en traditie, zoals men nergens elders in Indonesië vindt. Je komt er aan en voelt je wat onwennig; je begint met óp te lopen tegen de diverse onhebbe lijkheden, die een kleine stad eigen zijn en je misschien je hele verblijf achtervolgen, maar al spoedig wordt je meegenomen door de gemeenschap en dan blijkt er van het geheel een bekoring uit te gaan, waar nie mand zich aan kan onttrekken. Wie één maal in Semarang heeft gewoond, draagt voor zijn verdere leven naar deze plaats een vaag soort heimwee mee. (Nu sla ik een stuk over i.v.m. de lengte en niet ter zake doende). En omdat "De Locomotief" 100 jaar bestaat, hebben wij geprobeerd iets van dat vroegere in het heden terug te vinden. Je gaat daaglijks naar je werk, langs de bekende wegen en bekende gebouwen, maar dat je dan tevens stukjes geschiedenis passeert, stukjes Semarangse "grootheid", werd je je pas bewust, wanneer een ver trouwde gids je daarop wijst. Dan gaat er plotseling op die sleurtocht iets voor je le ven en begin je je enigszins verbonden te voelen met die achter je liggende generaties, wier karakter tot op de huidige dag op onze samenleving zijn stempel drukt. De sleur tocht wordt een speurtocht en er blijken in Semargng 'verrassend veel aardige plekjes te zijn, die de oningewijde volkomen ont gaan. Onze gids. De heer G. L. de Jong, die met onderbrekin gen, van kind af aan in Semarang heeft ge woond en daarbij nog kon putten uit de verhalen van zijn vader n.b. als pursang Fries, ereburger van Semarang, erelid van de Sociëteit, ja zelfs ere-abonnee van de Locomotief was onmiddellijk bereid een ochtend voor ons vrij te maken. Met hem hebben wij op een zondag de stad door kruist en van wat hij ons toen vertelde en liet zien, volgt hieronder het korte verslag. Mevrouw de Jong zorgde voor de aanvullin gen als het geheugen van haar man te kort schoot. Oudste Centrum. Het oudste centrum van Semarang ligt in het blok bij het Paradeplein omgrensd door de straten, die tot voor kort de duidelijke namen Oosterwal, Zuiderwal en Westerwal droegen. Bloemstraat, Konijnenstraat, Blinde Spekstraat, Komediestraat, Herenstraat, het kon een deel zijn van Amsterdam. De huizen alle imet twee of meer verdiepingen, zoals men dat in Nederland gewend was geweest, met voor de koelte ijzeren balkonnetjes. De zaak maakt nu geen erg deftige indruk meer, het is vervallen en verwaarloosd, er zijn bedrijfjes in gevestigd of pakhuizen van gemaakt, maar eens woonde in deze smalle straatjes de gegoede burgerij van de stad. Hoe ze het er hebben uitgehouden is altijd weer een raadsel, vooral, omdat men aan vankelijk er niet aan dacht zich aan de ei sen van het klimaat aan te passen. De vroegere bewoners hadden ook een 12 Het wapen van de stad Semarang adat, waar ze niet van af wensten te wijken. Kerk en schouwburg s tondel ijk vriendelijk dicht bij elkaar, en zo beleefde men op dit omzoomd terrein het eerste deel der kolo niale periode. Veel verder kon men ook niet, want dan was men al spoedig aan de zee. Schuin tegenover het tegenwoordige gebouw van de Factorij bij Sleko vindt men nog de grote toren van de uitkijk. De aan slibbing, die men ook 'nog kan traceren aan het sinds tot minaret verheven vuurtorentje (aan het begin van kampong Melajoe) en ook tot aan de huidige vuurtoren aan het begin van de pier, heeft voor Semarang al tijd een grote rol gespeeld. De Schutterij Later brak men uit. De woonwijk werd naar Bodjong verlegd, het blok rond het Parade plein werd gedeeltelijk ingenomen door kan toorgebouwen. Het plein echter vervulde nog lang zijn oorspronkelijke functie. Daar exerceerde niet alleen het leger, maar ook de Schutterij, die via de burgerdienst plicht uit de Europese bevolking werd ge- recruteerd en op hoogtijdagen in fraaie pak ken het stadsbeeld opluisterde. Eenmaal, nog vóór de eeuwwisseling, toen bij ongeregeldheden het leger naar buiten moest trekken, heeft de schutterij Sema- rangs veiligheid verzekerd. Het vaandel werd uit waardering gedecoreerd. In die onrustige periode waren alle schutters in de Württemberg-'kazerne op Djurnatan, waar nu de T.N.I. ligt. Voor de rest was het meer een traditionele instelling, die slechts be trekkelijk populair was bij hen, die er aan moesten deelnemen. Met allerlei smoesjes probeerde men zich aan de exercities te onttrekken en in 1920 werd aan dit instituut maar een einde gemaakt. Edoch, wanneer van de toren der Factorij, een witte vlag woei met een rode S, dan betekende dat: opkomen! Woei er echter een rode vlag met een witte S, dan was de oefening afgelast. Kerk en Schouwburg. Tal van gebouwen in dit blok zijn natuurlijk in de loop der jaren van bestemming veran derd. Wie nu het zielig restant van de schouwburg ziet, daar met moeite in de hoogte het woord "garde-robe" ontcijfert en uit de hoog ingezette deuren concludeert, dat daar eens een aardige gaanderij voor "luchtjes scheppen in de pauze" moet zijn geweest, kan zich moeilijk voorstellen dat eens Cor Ruys en andere groten er hun triomfen hebben gevierd. De Kerk is nog altijd in gebruik, maar kampt aan een tekort aan fondsen, die het gebouw tegen algeheel verval moeten behoeden. Het zou niet on aardig zijn als er aan het behoud van oud- Semarang iets meer werd gedaan. Zoals het nu is, is het misschien wel pittoresk, maar geen reclame. Ruines ruimt men op of res taureert men, tenzij de ruine monument is geworden en dat is hier zeer zeker niet het geval. Paradeplein Oud-Semarangers zullen zich intussen her inneren, dat men aan het Paradeplein vroe ger de grote winkels had. Eertijds stonden er complete warenhuizen, zoals dat van Zieckel, in het gebouw waar nu de Marba zit, en daartegenover dat van zijn concur rent Spiegel de naam is nu nog op de afgebladderde gevel te lezen. Daar deed men al zijn inkopen, eventueel na eerst geld te hebben opgenomen bij de Javasche Bank, die resideerde waar nu het kantoor van de pakketpost is gevestigd. Nu vindt men daar, althans vlakbij in de Herenstraat nog maar de juwelierszaak Ohlenroth. En in het tegenwoordige gebouw van de Factorij is ook altijd geld omgegaan, want daar stond vroeger Semarangs eerste so ciëteit: de Harmonie. Het "isih lampu", oor spronkelijk betrekking hebbende op het vul len van de petroleumlampen, die ook Bod- jong als straatverlichting dier dagen sierden schijnt daar te zijn geboren als uitdrukking van het (bij)vullen der glaasjes en pullen. De soos verhuisde later met de burgerij naar Bodjong en kwam terecht in het ge bouw, waar nu de openbare leeszaal, de volksuniversiteit en de Metropolebioscoop zich bevinden, om na de oorlog eerst te verhuizen naar de Sembodjaweg (onder mi litair bestuur) en te eindigen aan de Kenari- laan (weer onder burgerbestuur), waar zij nog floreert. Zij heeft een deel van de bur gerij dus altijd op de voet gevolgd. De Stadstuin. Het andere deel van de burgerij, de "kleine man" zoals men dat graag noemt, vond zijn Sociëteit in de STADSTUIN. Ook dit was lang een bloeiende Semarangse instelling. Haar eerste grote pand, met marmeren rol- schaatsenbaan, kegelbaan, biljartzaal, bios coop en dansvloer zal men vergeefs zoe ken. Waar dit stond, tegenover de Orion (Oost-Java) bioscoop aan de aloon-aloon ligt nu een kale vlakte. Geen spoor is er meer van over. Volgens de verhalen moest het verdwijnen, eensdeels omdat het het uit zicht benam op de Regentswoning, ander deels omdat het feestgedruis de godsdienst oefeningen in de Missigit hinderde. De stadstuin verhuisde toen naar de voet van fanah Putih (einde Djomblang) waar het tegenwoordige gebouw van de Pente costal Church staat, maar bij nader inziens inderdaad meer het uiterlijk heeft van een sociëteits complex. Ook daar beschikte men over een prima outilage. De verhuizing van

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 12