Journalistieke Herinneringen (II)
anak
kompenie
14
Disco t
Bolland
Zentgraaff Wint Een Proces
Op de breuklijn der tijden (1921) kwam
ik in Indië aan: de opening van de
Volksraad en de oprichting van het
persbureau Aneta zouden het karakter
van de Indische pers grondig wijzigen.
Natuurlijk speelden ook algemene soci
ale en politieke factoren een rol. Sedert
de eerste wereldoorlog was Indië het
toneel van een stormachtige ontwikke
ling. Maar nu gaat het om de journalis
tieke kant van deze ontwikkeling. En in
dit stukje in de eerste plaats om een
doorbraak in de verhoudingen, die in
de voorafgaande periode een grote rol
hadden gespeeld.
De Indische pers had - vooral buiten
Indië, in Nederland - een slechte repu
tatie. Eindeloze scheldpartijen, onder
linge intriges, onscrupuleuze bericht
geving behoorden tot de minder frisse
zijde van het beroep. Men vergeet
daarbij veelal de andere zijde van de
historie. Bij het afwegen van de plus
sen en de minussen moet onvoorwaar
delijk de schaal naar de positieve zijde
omslaan. In 'n land, dat dictatoriaal ge
regeerd wordt - en dat was Indië zeker
vóór de instelling van de Volksraad -
is de pers het enig democratisch insti
tuut. Tussen de robbertjes catch-as
catch-can die mijn collega's onderling
uitvochten gedroegen zij zich als ware
waakhonden der samenleving: het ge
tal gevallen van machtsmisbruik, ge
knoei, wanbeleid enz., enz., dat de In
dische pers aan het licht bracht is een
posthume hulde waard
Maar wat de pers ook aan het licht
bracht, de Hoge Overheid zweeg als
het graf en gaf hoogstens de betrokken
ambtenaar of ambtenaren opdracht,
een klacht wegens belediging in te
dienen, die dan steevast werd gehono
reerd met een veroordeling van de
betrokken journalist. Hetgeen Karei
Wybrands, terechtstaande voor een
dergelijk delict eens de historische
woonden in de mond gaf aan het adres
van de president van de Raad van
justitie die de zoveelste klacht tegen
hem behandelde: "Vandaag sta ik te
recht omdat ik gezegd heb, dat X een
dief is - morgen staat hij, naar ik hoop,
terecht, omdat hij het is..."
Want, zoals men weet, laat de wet bij
een klacht over beledeging niet toe,
dat de beklaagde wordt toegelaten tot
het bewijs van zijn beweringen en
gehandeld heeft in het algemeen be
lang. X. mag dan een dief zijn, men mag
'hem zo niet noemen.
Ongeacht de veroordeling intussen
was soms het effect van zulk een recht
zaak toch niet prettig voor de aan
klager. Ik herinner mij te hebben te
rechtgestaan wegens belediging van
een Volksraadslid, dat aan het hoofd
van een departement van algemeen
bestuur een brief had geschreven,
waarin hij voorstelde zijn critiek op de
departementschef te matigen wanneer
deze hem een functie in zijn dienst gaf.
Ter terechtzitting bleek de officier van
justitie, die de departementschef had
verhoord, op de hoogte van alle feiten
en dus van de juistheid van het door
mij vermelde. Nochtans kreeg ik een
tientje boete, maar het doel was be
reikt: aan de politieke carrière van
mijn aanklager kwam abrupt een eind.
De grote ommekeer was intussen, ge
komen bij een veel belangrijker zaaik,
toen Zentgraaff in het begin der twin
tiger jaren in een reeks van artikelen
misstanden onthulde bij de Boekit A-
semmijnen, de gouvernements-kolen-
winning in Zuid-Sumatra. Prompt volg
de de gebruikelijke aanklacht wegens
belediging bij de Raad van Justitie te
Soerabaja. Zentgraaff slaagde erin de
ze klaCht te doen omzetten in een we
gens smaad. Bij een dergelijke klacht
is de beklaagde wèl toegestaan de
juistheid van zijn beweringen te be
wijzen en aannemelijk te maken dat hij
handelde in het algemeen belang. Aan
deze gang van zaken waren echter be
langrijke risico's verbonden. In de
eerste plaats liep Zentgraaff de kans
op een veel zwaarder straf dan een
wegens eenvoudige belediging. Boven
dien zou hij, indien veroordeeld, alle
kosten moeten dragen van het laten
overkomen van getuigen uit Zuid-Su
matra.
Maar hij won het proces met glans: hij
bleek te kunnen bewijzen dat bij de
kolenwinning in Zuid-Sumatra ten he
mel schreiende misstanden bestonden.
De Raad sprak hem vrij. De gevolgen
voor de functionarissen die verant
woordelijk waren voor de misstanden
laten zich denken. Voor de eerste maal
had de bureaucratie met haar doofpot
de slag verloren tegen de waakhond
der samenleving. Het was een blijde
dag: de mogelijkheid bestond van nu
af aan ook te bewijzen, dat X. een dief
was.
Een mijlpaal in de emancipatie van de
altijd harrewarrende pers was bereikt.
Stationsweg 143 tel. 07C f
60 17 03 DEN HAAG I
Stationsweg 77 tel. 070 I
60 15 17 DEN HAAG I
Herenstraat 157 tel. 070 I
86 32 01 VOORBURG f
Fred. Hendrlkl. 161 f
tel. 070 - 55 66 97
DEN HAAG t
Nieuwe zending L.P.'s uit de tropen f
ontvangen: Salina I en andere Sali- I
na's, echte oude krontjong asli o.a. t
door Annie Landouw een nieuwe! 1
Gamelan L.P.'s Javaans, West-Ja-
vaans en Bali, grote collectie Coun- I
try L.P.'s. Heruitgave Platters, Ink J
Spots, Pat Boone etc. steeds in f
goedkope series voorradig. I
Voor eenmaal verheugden alle journa
listen zich over het succes van één
hunner.
Ook de Volksraad heeft in belangrijke
mate bijgedragen tot die emancipatie.
Immers, in de pers verschenen critiek
op beleidvoering en bestuur vond in
belangrijke mate weerklank in dat lich
aam. Buitenzorg, dat altijd hooghartig
had gezwegen was verplicht in het
openbaar te antwoorden op hetgeen
de leden van dit achtbaar college te
berde brachten. Het is op het eerste
gezicht wellicht vreemd, dat de pers in
het algemeen nochtans weinig waarde
ring had voor deze "democratische"
instelling: de belangrijkste figuren uit
de journalistiek zagen de Volksraad
min of meer als een concurrent die
hen beroofde van de kroon hunner ont
hullingen.
Zaalberg, ofschoon behorende tot de
"oudere heren", was de enige van de
mannen met de grote namen uit die tijd,
die daaraan niet meedeed. Hij was
zelfs enige tijd lid van het college, ge
kozen voor het I.E.V. Maar Zaalberg
was in de tijd van de strijd in de jungle
al een zeer uitzonderlijke figuur Hij
schuwde de critiek niet, maar er kwam
nooit een onvertogen woord uit zijn
pen. Van alle onderlinge ruzies bleef
■hij verre. Hij was wat dat betreft zijn
tijd in aanzienlijke mate vooruit. Hij
overleed in 1928. Het zou tien jaar
later worden voor de sporen van het
geen de Indische journalistiek had ont
sierd waren uitgewist en de kranten
op een enkele uitzondering na werden
samengesteld zonder dat de journalis
ten elkander daarbij om de oren sloe
gen.
J. H. Ritman
MN St.HOlTE
BOEKHANDEL TONG TONG
f 4,15 0,75 porto