HIDOEP TEROES!
TONG TONG 60.000
veld. Na nogmaals een kwartier, kwamen de
drijvers en de rest van het gezelschap op
de schoten aflopen, waarna wij ons verza
melden op de plaats, waar "Si Kiaji" in
het bos was verdwenen en waar wij slechts
zijn enorme sporen konden waarnemen.
De twee door mij geschoten zwijnen werden
schoongemaakt en in de schaduw gelegd
om naderhand meegenomen te worden. Het
waren behoorlijke beesten van elk onge
veer een kilo of 70. Het ene had een kop
schot gehad, waardoor deze vrijwel ver
brijzeld was, terwijl de andere blijkbaar een
schot van Louis had geïncasseerd, dat niet
afdoende was geweest, waarna het door
mijn schot in het voorblad was afgemaakt.
Ook mijn medejagers hadden tamelijk suc
ces gehad. Zij hadden op diverse plaatsen
5 varkens geschoten, zodat de totaalbuit 7
zwijnen bedroeg, wat voor een drijf een
machtig resultaat was.
Nu volgde natuurlijk een bespreking over
de jacht en vertelde ieder zijn ondervin
dingen. De meest merkwaardige waren ech
ter wel van Louis en van mij. Louis had
"Si Kiaji" zien aankomen. Ook bij hem
was het beest vrijwel recht op hem afge
komen, hij zat op een grote steen aan de
rand van het bos en nog onder de laatste
bomen. Hij liet het beest rustig komen, om
van zo dicht mogelijk te schieten. Toen het
dier tot op 20 meter was genaderd, mikte
Louis en juist op het moment, dat hij wilde
schieten, was uit de takken van de boom
boven hem een vrij grote slang op de loop
van zijn geweer gevallen, practisoh op het
moment, dat hij zijn doublet afgaf. De loop
was daardoor naar beneden gedrukt en hij
had "Si Kiaji" daardoor glansrijk gemist.
Voordat hij kans had gezien te herladen
was het varken om de hoek verdwenen in
mijn richting en om zijn verhaal waar te
maken had Louis met zijn jachtmes de
slang, die een eindje verder was gekropen,
afgemaakt. Hij liet ons het slangetje zien,
■het was een kleine python van ongeveer
een meter lengte
Nu mijn verhaal aan mijn jachtvrienden. Het
was eigenlijk ongelooflijk, maar ik kon hun
de 2 geketste patronen tonen. Om nog eens
de proef op de som te nemen deed ik ze -
hoewel het slaghoedje van de patroon ste
vig door de slagpin van mijn geweer was
aangeslagen - nogmaals in mijn geweer en
probeerde ik ze af te schieten, wat met
beide, zonder haperen, gelukte. Wat moest
men nu van deze ondervindingen denken...
Men kan zich voorstellen hoe de drijvers en
later ook de bevolking, toen zij de verha
len hoorden, erover dachten. Het was in
derdaad meer dan merkwaardig, dat juist
Louis, wiens geweer niet "gezegend" was,
de eerste kans had gekregen op "Si Kiaji",
welke kans werd tenietgedaan, doordat de
slang op zijn loop viel toen hij schoot en
daardoor zijn kogels te laag gericht waren.
Toen bij mij. Mijn patronen waren niet
"gezegend" en voor de eerste - en ook de
laatste - keer, zolang ik mijn geweer had,
hadden de patronen geketst, terwijl zij na
afloop en beproeving toch even prompt
afgingen als gewoonlijk. Ook het klemmen
van de tweede patroon was een grote merk
waardigheid, die ik nooit eerder of ook
later heb meegemaakt. Ook bij de latere
beproeving was geen sprake van klemmen
of vastzitten. Alles ging even gemakkelijk
en vlot als gewoonlijk.
Wij stonden werkelijk zeer nuchter tegen
over de verhalen, die in de omgeving van
Pelaboean Ratoe de ronde deden en dikwijls
uiterst fantastisch waren. Hoe echter nu on
ze eigen ondervindingen? Moesten v/ij nu
ook ervan overtuigd worden, dat "Si Kiaji"
toch 'n bovennatuurlijk beest was, of was 't
maar een samenloop van omstandigheden.
Ik en wij allen wisten het niet meer. Ik zelf
had nu 3 ondervindingen met dit beest op
gedaan, alle drie van zeer verschillende
aard, de eerste twee waren nu niet van
bovennatuurlijke aard, maar toonden meer
aan, dat het beest prima "uitgekookt" was,
maar de derde ontmoeting gaf toch wel
veel te denken.
Ik kreeg geen gelegenheid meer nog ver
dere ontmoetingen met "Si Kiaji" te arran
geren, aangezien ik betrekkelijk kort daar
na werd overgeplaatst naar Tjirebon, waar
ik nadien nog veel heb gejaagd. Ik heb
echter diverse van mijn Buitenzorgse jacht
vrienden nog diverse keren gesproken, ook
al omdat ik een reizende functie had en
vrijwel iedere maand eens in Buitenzorg
kwam. Steeds kwamen de herinneringen
weer terug op "Si Kiaji", die volgens hun
berichten nog steeds vrij en frank in zijn
territoir rondliep. Wel was hij nog diverse
keren belaagd, maar nooit was het iemand
gelukt een goed schot op hem af te geven.
Volgens de verhalen van mijn vrienden,
waaronder Louis, kreeg ik te horen, dat zij
nogmaals een aanval op "Si Kiaji" hadden
ondernomen, waarbij ook weer Nawawi en
Oesèn aanwezig waren geweest, doch het
resultaat van die jacht was geweest, dat
Oesèn en nog 3 van de beste drijfhonden
waren verdwenen en nooit meer zijn terug
gevonden. Wanneer zij door het zwijn zou
den zijn aangevallen en of gedood had
men dit tijdens de drijf beslist moeten
horen door het tumult, dat dan zou zijn
ontstaan, doch hoewel men de bekende
blaf van Oesèn tijdens die drijf geruime
tijd had gehoord, was deze plotseling ver
stomd, terwijl de andere drijfhonden door
gingen met blaffend het spoor volgen. Men
had gedacht aan een panter of dergelijk
roofdier, maar dan had men toch in elk
geval sporen moeten vinden. Niets, maar
dan ook werkelijk niets was van de hond
teruggevonden, zodat de bevolking in dat
geval aannam, dat "Si Kiaji" weer een van
zijn "Kunststukjes" had uitgehaald en de
honden gewoon in het "Niets" had laten
verdwijnen, omdat ze hem te lastig waren.
Ook na de oorlog, (begin 1946) was ik nog
een keer in Buitenzorg om een kijkje te
nemen in deze stad, waar ik vroeger ge
ruime tijd had gewoond. Zeer toevallig ont
moette i'k daar Nawawi, die in een warong
(Javaans eethuisje langs de weg) wat zat
te eten. Hoewel de tijden toen al zeer ver
anderd waren, ging ik naast hem zitten, om
nog wat met hem te praten. Nawawi kreeg
de tranen in de ogen, toen hij mij zag en
het spreekt vanzelf dat de ontmoeting bui
tengewoon hartelijk was.
Al spoedig kwamen de verhalen over de
oude tijd los. Hij vertelde mij dat Louis -
wat ik al gehoord had - door de Indone
sische opstandelingen eind 1945 was ge
vangengenomen en vermoord, tegelijk met
nog enkele andere bekende Buitenzorgers.
Nawawi zelf was tijdens de Japanse be
zetting rustig in Tjigombong gebleven en
had het met zijn sawah's en zo af en toe
wat jagen (wat weliswaar door de Jappen
verboden was en eigenlijk ook onmogelijk
moest zijn, want zij hadden alle vuurwapens
in beslag genomen, behalve natuurlijk het
verstopte geweer van Nawawi) niet slecht
gehad. Hij vroeg of ik niet een paar dagen
bij hem wilde komen logeren, wat voor mij
onmogelijk was, aangezien de Europeanen
zelfs in de stad Buitenzorg slechts in en
kele wijken veilig konden komen.
Het gesprek ging natuurlijk ook terug naar
"Si Kiaji". Nawawi, die anders uiterst rustig
Incomplete lijst van stortingen in de maand
Juli 1972.
H. Alexander 10,C. B. Arriens 100,
H. Anthonio 10,Mw G. v. As 10,O.
Bruinsma 10,W. Boverhof 20,A. J.
v. d. Berg-v.d. Berg 30,H. L. Burghardt
de Boer 10,R. A. Bieri 10,Mej. A. W.
Bestelink 40,F. C. Bakker 10,A.
Broumeyer-Auten 10,E. Boelens 5,17;
A. Bernet-v. Zeben 10,F. L. Degener
15,J. H. P.-v. Diggelen 20,A. E. Elias-
v. d. Wall 10,—; E. Fillié-Ford 10,—; G. C.
F. de Graaff 25,C. Geus 10,A. Ger-
vais 10,A. A. Gerbrands 10,H. A.
Gries'haber 13,G. v. d. Goot 10,W.
Hazenberg-Verbeet 10,L. C. 't Hooft
10,—; J. G. E. Hepsakker 10,—; W. H.
Hoogestein 15,E. Heyman 10,E. S.
Hartman 16,G. L. de Jong 10,Mary
Jo'lley 10,A. M. Klehkx Dielissen 10,
A. W. P. Kö'hler 10,A. Kernkamp-Engel-
berts 10,P. F. Kluin 12,50; F. A. H.
Klein 10,J. Knaebel 10,Mw Kolling-
Prins 10,H. Lastdrager 10,J. B. Lo-
venïks 10,L. Mol 10,Wed. E. Mages
10,W. Mooy 50,Mw B. M. Naber-
man 5,—; N.N. 20,—; N.N. 10,—; N.N. 25,—;
Mej..A. H. Overdijkink 10,J. Oostwald-
Stada 10,Mw Ondang 11,90; Mw Ora
20,F. J. C. v. Prehn Wiese .10,M. W.
Roobol-Popp 10,H. G. v. Reyn-Uhlen-
busdh 8,75; Mej. A. Schelfhorst 20,G.
A. Swart 10,Mw Schardijn 10,A. B.
Schlette 10,J. A. Trarbach 25,J. J.
Verdonik 10,M. Veenhuizen 10,H. W.
Verdooren 30,M. E. de Vries-Koens
10F. Voogt 31,40; Mw Vooren-Vogel-
sang 25,—; J. H. G. Wolff 10,—; M. H. W.
Walbeekum 10,S. v. West 10,J. J.
Wulffraat-Buskop 10,Mw A. J. H. Werd-
muller 10,Mw Waller-Diemont 15,70;
P. W. K. Zaalberg 50,
Totaal per eind Juli 1972 f 52.154,25
en flegmatiek was, wond zich op en begon
het beest op een zeer onvriendelijke manier
uit te schelden. Hij was er nog steeds niet
overheen, dat zijn lievelingshond Oesèn
door dit beest verdwenen was. Volgens
hem moest "Si Kiaji" nog in leven zijn en
nog steeds een zekere terreur in de streken
rond Pelaboean Ratoe uitoefenen, zelfs
dusdanig, dat de bevolking ertoe was over
gegaan om iedere donderdagavond (de
avond vóór de Islamitische "zondag" welke
bij hen op vrijdag gevierd wordt) een offer
ande aan hem te brengen, bestaande uit
eetwaren, enz. die op een door hem be
zochte plaats in het bos werd neergelegd
met wat wierook. Wanneer dit niet ge
beurd was, nam "Si Kiaji" wraak, door in
de daarop volgende week iemand aan te
vallen of een grote vernieling teweeg te
brengen ïn de bevolkingssawah's.
Blijkbaar was dus de "legende" van dit
beest nog doorgegaan en versterkt zodat
de bevolking hem nu als een soort "kwade
duivel" probeerde te vriend te houden uit
angst voor repressailles. Wat verder hier
van waar is, weet ik niet. Ik kan slechts
vertellen, wat mijn eigen ondervindingen
zijn geweest en die waren ook van zeer
merkwaardige aard.
17