OUD SEMARANG (Slot) Hieronder vervolgen wij het artikel over Oud- Semarang, dat ter gelegenheid van het 100-ja rig bestaan van de "Locomotief' in 1951 in dit dagblad verscheen.-Red. Milor's en Seizoenen. Voordien stak men elkaar de ogen uit met schitterend opgedofte milors. De Resident had natuurlijk de mooiste, maar iemand als de heer Warnecke wenste daar niet voor onder te doen. Toen de Resident met vier paarden verscheen zette hij er zes voor. Deze Warnecke was trouwens ook in an dere opzichten een merkwaardig man. Uit Europa herinnerde hij zioh dat een jaar daar vier seizoenen had. Dit vond hij blijk baar zo prachtig, dat hij dit in Semarang ook wilde invoeren. Op een uitgestrekt ter rein, achter Pasar Boeloe, omgeven door kampongs, liet hij een geweldig huis bou wen, bestaande uit vier paviljoens, vertoon den door gaanderijen. Was het in Europa zomer, dan woonde hij in paviljoen A; werd het herfst dan verhuisde hij naar paviljoen B; om met de winter over te gaan naar C en met de lente in D te belanden. Dit huis, gedeeltelijk vervallen en gedeelte lijk (thans) als Javaanse school in gebruik, kan men vinden, wanneer men op de weg naar het vliegveld, het eerste wegje linksaf inslaat en zodoende door de pasar Boeloe gaat. Het weggetje, na pasar Boeloe, heeft thans een andere naam, maar stond vroeger bekend als Gang Traperduli, hetgeen als verbastering van: Tidah verduli" niet onaar dig reflecteert op 's heren Warneckes be kendheid bij de bevolking. Er waren trouwens meer figuren met zon derlinge eigenschappen, zoals de grote spoorwegman, die "zijn" zwart-groene vlag op het hoofdkantoor in top liet waaien, ten teken dat hij aldaar aanwezig was. Wanneer hij in zijn auto zat, woei voorop ook een zwart-groen vaantje met zijn initialen W.C. Een zoon van een zeer rijke Javaanse groot- grond- en huizenbezitter, (zelf een beschei den persoon, Tasripin), Amatassan genaamd wilde in vertoon niet achterblijven en liet op de portieren van zijn wagen zijn (verkor te naam) ATA in goudbrons, omgeven door 2 palmbladeren aanbrengen. Het huis van Warnecke kan men ook zien, wanneer men langs de Dr. de Vogelweg naar beneden rijdt, namelijk over het Kali-sari sportveld heen. Langs deze kali liep de gelijknamige weg en daar kon je kennis maken met een ander brokje Semarangse historie. Daar liggen nl. op de oever van die kali, vlak bij het miniatuursluisje, een aantal grote cirkel ronde stenen, waarop nu vrouwen de was doen. In het centrum van die stenen was een vierkant gat. Deze stenen nl. vormen de restanten van de kruitmolen, die destijds leger en schutterij van materiaal voorzag en ver buiten de bebouwde kom moest wer ken. Het schietterrein lag uiteraard ook buiten deze kom en de namen der drie straten, die in eikaars verlengde lagen: Seteran, Peloran Doewet, zijn in feite verbasteringen van Schietterrein, Pelor kogel) baan en Doelwit. (Anderen willen in Seteran een verbastering zien van "Zusteren", maar bij mijn weten heeft er noch een familie van die naam er ooit gewoond, noch is er ooit een klooster of internaat geweest, dat "zuste ren" herbergde - d.J.). Het is vreemd, dat men bij de algehele ver andering der straatnamen, die vorig jaar (1950) plaats vond, aan deze verbasteringen burgerrecht heeft verleend, terwijl alles wat direct aan de Nederlandse tijd deed denken, radicaal werd opgeruimd. In de meeste ge vallen kunnen wij de redelijkheid daarvan wel inzien, al ontgaat dus soms de logica, maar wij betreuren het toch dat op die ma nier ook de naam van Tillema uit het stra tenboekje is verdwenen. Die toch was een man aan wie ook de Indonesische gemeen schap zeer veel te danken heeft. Hij zorgde voor de Volksgezondheid en de kampong verbetering en met een beetje historische zin had men hem toch wel in het stadsplan kunnen eren, in plaats met ons op te sche pen met een serie Gadjah Mungkurs, waar niemand wijs uit kan. Dit echter terzijde. Nu wij het toch over verbasteringen heb ben: Nog niet zo lang geleden kon men tegen een sado-koetsier en later de betjak voerder zeggen: "Pigi Sentilling" en hij bracht U naar de Pieter Sijthofflaan en/of Hoogenraadslaan. Met enige fantasie be luistert men in "Sentilling" een verindone- siering van het Nederlandse "Tentoonstel ling". Daar staan wij namelijk op het terrein, waar In 1914 Semarangs Initiatief een grote In ternationale tentoonstelling in het leven riep die zich niet alleen uitstrekte over het vlak ke terrein, maar ook de daaraan grenzende heuvels in beslag nam. Het was een enorm gedurfd plan, groot van opzet, dat stellig nog succesvoller zou zijn verlopen, wanneer niet in augustus 1914 de wereldoorlog was uitgebroken, zodat na vier maanden het feest moest worden be ëindigd. Men praat tegenwoordig druk over Holland Festival en Festival of Britain, maar Semarang wist in 1914 al festivals op touw te zetten die klonken als een klok. Alle vol keren van de Archipel waren op deze ten toonstelling met eigen paviljoens vertegen woordigd. De paviljoens waren vanzelfspre kend uitgevoerd in eigen stijl. Er was een Atjehpaviljoen, een Batakpaviljoen, een Mi- nangkabau-paviljoen, enz. Enige indruk van de omvang der tentoonstelling kan men krij gen, wanneer men zich realiseert de opper vlakte die het Openlucht-museum in Arnhem in beslag neemt. Semarang occupeerde een terrein dat ongeveer vier maal zo groot was. Dit terrein was welwillend afgestaan door Oei Tjong Ham en ten gerieve van de be zoekers, die zich door de uitgestrektheid wellicht zouden laten afschrikken, liet men er een miniatuurtreintje rijden met een baan van 8 km lengte. Nog lang heeft men bij de tennisbanen aan de Sportlaan een rudiment kunnen zien van de monumentale ingang dezer tentoonstelling. Het schijnt echter thans verdwenen te zijn. Wij hebben het tenminste niet meer kunnen vinden. Westerse kunst. De oorlog bracht zoals gezegd een eind aan deze tentoonstelling, vooral omdat het inter nationale tourisme, waar men op had gere kend, eensklaps uitbleef. Dit had ook ten gevolge, dat buitenlandse toneelgezelschap pen, opera's en operettes, die alle voor deze gelegenheid naar Semarang waren ge trokken om de festiviteiten luister bij te zet ten in onze goede stad strandden, overi gens tot groot vermaak van haar inwoners en later tot nut en ontspanning ook van an dere plaatsen in Indonesië, omdat men wel gedwongen was in de Archipel te blijven tourneren. Zo ging Indonesië de eerste wereldoorlog in met een summum aan Westerse kunst. Oud-lndisohgasten zullen zich uit die dagen stellig nog herinneren de grote Duitse Ope rette van Poldi Reiff, die nog twee jaar in Indonesië rondzwierf en zich toen oploste. De tenor van het gezelschap werd ambte naar in Semarang en nog lang heeft hij bij dilettanten-opvoeringen de stad van zijn kunnen doen genieten. De Pyramides. Wanneer men bij de tennisbanen aan de Sportlaan de moeite neemt even naar bo ven te kijken naar de dichtstbijzijnde heu vels, dan ziet men daar iets wat met de tentoonstelling niets te maken heeft, maar dat toch ook wel even vermeld mag wor den, namelijk een tweetal vrij grote pyra mides naast enkele kleinere. Hoe die daar gekomen zijn hebben wij niet kunnen uit vinden. Wèi weten wij dat er een aantal matrozen begraven liggen, hetgeen op zich zelf al vreemd is, omdat men doorgaans elders in de stad ter aarde werd besteld. De heuvel met deze pyramides, thans moei lijk te benaderen, was vroeger een ideaal terrein voor de Semarangse jeugd, die daar zijn lust tot indiaantje spelen kon botvieren. Oei Tjong Ham-tuin. Er is nog een andere heuvel, die in dit arti kel vermelding verdient en dat is, die men ziet aan de rechterhand bij Kintelan, wan neer men langs de (nieuwe) H.B.S. naar boven rijdt. Het is een afgeplat geval met bovenop een statige boom en voor de aan dachtige toeschouwer enkele stenen banken Dit is de beroemde picknickheuvel van wat eens de grote Oei Tjong Ham-tuin was. Voor oud en jong vormde dit park één van de fraaie uitgangsgelegenheden van Sema rang. Men trok er 's morgens heen met eten en drinken en bleef er de hele dag. Hartjes met pijlen snijden in de stam van de boom behoorde uiteraard tot de geliefkoosde be zigheden van de bijna volwassenen en voor de rest amuseerde men zich met rond te wandelen door de prachtig aangelegde rots- tuin of het voeren van de gurahmè's in de even prachtige vijver, met middenin een muziekkoepel. Met Indonesisch Nieuwjaar kwam daar ook de Indonesische gemeenschap zijn hart op halen. De tijd ontbrak ons om te kijken wat er van deze lusthof over is. Vermoedelijk is er veel verwaarloosd, aangezien b.v. de ui terst zorgvuldig geknipte bomen en boom pjes grote zorg vereisen en ook de vijver wel niet meer intact zal zijn. De wildernis 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 12