De Moskee Kemajoran Te Surabaja
door Dr. H. J. de Graaf
De oudste moskee van Soeraibaja is die van Ngampèl, bij het heilige graf van de
grote wali radèn Rahmat. Thans wordt deze wijk voornamelijk door Arabieren
bewoond, zodat Soerabaja nog een tweede moskee behoefde, die bij de eigen
lijke Javaanse en Maleise volkswijken stond.
Deze zal in het begin van de 18e eeuw
omstreeks 1725 gebouwd zijn na de
vreselijke oorlog, die in de jaren 1718
en '19 Soerabaja grotendeels verwoest
te. Zij was gelegen aan de aloen-aloen,
ten zuiden van de oude Europese wijk.
Toen ik in Soerabaja woonde in 1926
tot 1927 was deze grotendeels ver
dwenen en heette Stadstuin. Ten Noor
den daarvan lag destijds de woning van
de Regent van Soerabaja, de kaboepa-
tèn, maar ten westen daarvan lag eer
tijds de moskee. Op de oude kaart van
1825 wordt hij nog flauwtjes aange
duid.
Maar sedert 1835 was men druk bezig
met het z.g. Defensie-plan Van den
Bosch. Dit beoogde de grootste steden
van Java tot onneembare vestingen te
maken, door ze met bolwerken te om
ringen, met als kern een citadel. In
Batavia bestond deze niet zo lang ge
leden nog, aan de Citadelweg: de Cita
del prins Frederik. In een wijde kring
daarom heen lag de Defensielijn Van
den Bosch, die thans alleen nog maar
in naam bestaat. De citadel had reeds
lang alle militaire betekenis verloren
en diende in de laatste wereldoorlog
als schuilplaats tegen luchtaanvallen.
Ook Soerabaja had zulk een verster
king, de Citadel prins Hendrik. Deze
heette zo naar de Oranjeprins, die er
in 1837 de eerste steen voor legde.
Ook deze deed sedert lang geen dienst
meer en was in 1925 niet veel meer
dan een bouwval. Om de oude Euro
pese stad lag een defensielijn, be
staande uit een groot aantal met elkaar
verbonden redoutes of bolwerken.
Hiervan is nog slechts het kruitmaga
zijn over, dat in Wereldoorlog II nog
gebruikt werd: ik heb er op wacht
moeten staan! Het lag in de bekende
wijk Krambangan, waarvan men nog
een Maleis liedje zingt:
Djangan mandi Kali Krambangan,
Kali Krambangan banjak oedangnja
Djangan kawin nonna Krambangan
Nonna Krambangan banjak oetang-
nja.
Dooh op de kaart van 1866 ziet men
nog de lange reeks van versterkingen
om de oude stad, die toen reeds alle
betekenis verloren hadden, want te laat
had men ontdekt, dat voor het bezetten
van zulke enorme verdedigingswerken
alleen in Soerabaja een 6000 man nodig
waren, zodat er voor een veldleger
weinig manschappen meer over zouden
zijn. Intussen hadden deze werken een
10.000.000 gekost en voor de aanleg
had men 54 van de 192 kampongs
moeten opruimen. Ook de aloen-aloen
van Soerabaja was het slachtoffer ge
worden, mèt de moskee. De regents
woning met zijn Jonisohe zuilen was
echter gespaard en deed nog jaren
lang dienst als hoofdcommissariaat van
politie, daarna van 1881 tot 1923 als
H.B.S. om ten slotte te worden afge
broken en vervangen te worden door
een prachtig postkantoor.
Daar het Gouvernement de moskee
had laten afbreken, was het verplicht
voor de Moslimse bevolking een nieu
we te bouwen. Dit gebeurde binnen de
wallen in de kampong Kemajoran, van
daar de naam: missigit Kemajoran.
Voor het ontwerp der moskee riep men
de hulp in van de assistent-ingenieur
J. W. B. Wardenaar. Deze maakte een
plan voor de moskee met twee hoge
minarets en van 1844 tot 1848 werd er
aan gebouwd. Toen ds. dr. van Hoëveli
in 1847 Soerabaja bezocht was men
nog druk bezig. Hij vond het een fraai
gebouw, alleen wat druk van de ver
siering. Terecht merkte hij op, dat de
ontwerper verschillende stijlen had ge
bruikt, zoals Grieks, Gothisch, (de ra
men hebben spitsbogen!) en Oosters.
Op 20 juli 1848 werd de moskee plech
tig ingewijd. Het Gouvernement eerde
de ontwerper met een Nederlandse
Leeuw. De architect Wardenaar was 'n
merkwaardig man. Hij werd te Sema-
rang in 1785 of 1786 geboren en heeft
Nederland nooit gezien. Hij had 'n op-
lieding genoten aan. de marineschool
te Semarang en de rang van cadet-in
genieur bereikt, wat dat dan ook wezen
moge. Hij schijnt daarom bij de Genie
tiilitittfiitflt*»
De moskee Kemajoran te Surabaja, gebouwd in de jaren 1844-1848 door de ass.-ir. W. B. Wardenaar. Aan dit voor oud-Soerabajanen welbe
kende gebouw -werd reeds het voorplaat artikel van 1 juli jl. gewijd, hetgeen voor Dr. de Graaf aanleiding werd de historie van deze moskee
voor Tong Tong te schrijven.
6