ABI TALEB, ALI IBN,
4e Kalief van de Islam
13
merkt Drs. Kaptin Adisumantri op. De niet-
wit-zijnde kleur bedoelt bij hem doch niet
nader bij name door hem genoemd is voor
de insider 'groen'. 'Wit' slaat dan op de
ambtenaar (gewoonlijk met z'n witte shirt)
en 'groen' op de militair. Tussen twee haak
jes, men kent momenteel verschillende aan
duidingen voor een militair: sibadju hidjau
(of: idjo) d i. 'de groen-geuniformeerde',
katjang hidjau (of: idjo), d.i. 'een kleine
soort groene erwt', en andere.
Ngarit betekent oorspronkelijk 'grassnijden',
onder andere in z'n vrije tijd voor de huis
dieren die men er op na houdt, hetgeen
meestal geschiedt met een sikkelvormig
mes, de arit. Ook dit woord heeft thans
de bijbetekenis gekregen van ngobjek, maar
er ligt in besloten dat dit zoeken naar bij
verdiensten plaatsvindt tijdens de officiële
werkuren buiten het kantoor. Ons werd ver
teld dat een van deze oogluikend toegesta
ne escapades bestaat uit het frequenteren
van buitenlandse ambassades met het doel
verschillende geïllustreerde tijdschriften van
de respectieve culturele voorlichtingsdiens
ten af te bedelen. De binnengehaalde 'buit'
wordt dan verkocht aan een groot aantal
boekenkiosken langs Djakarta's dreven.
Ngompreng, dat de connotatie heeft gekre-
gen van 'clandestien taxirijden', is populair
bij een groep van lagere gouvernements
ambtenaren, in dit geval chauffeurs. De
term vindt zijn oorsprong in het woord
ompreng dat een blikken etensbordje is
waarin onze gevangenen of narapidana (in
de moderne B.l.) hun dagelijkse rijst pro
deo, dus met geringe eigen middelen, krij
gen opgediend, zodat het in dit kader de
betekenis heeft van 'praktisch gratis eten
krijgen in een ompreng'. Tussen haakjes,
een 'gevangenis' wordt eufemistisch in de
B.l. genoemd hotel prodeo en dihotel pro-
deokan staat dan voor 'in de nor ge
slingerd'.
Het oude woord voor 'gevangenis' was
pendjara, of in de djaman kolonial (koloniale
tijd): bui (spreek uit: boei); nu is het lem-
baga pemasjarakatan geworden of zoiets
als 'maatschappelijke instelling'. What's in
a name?!
De tweede hierboven gegeven betekenis
van 'clandestien taxirijden' dateert uit de
tijd van de eerste Asian Games enkele jaren
geleden toen er een groot gebrek bestond
aan transportfaciliteiten en verschillende
chauffeurs van gouvernements- en particu
liere instellingen clandestien met een hun
niet toebehorend vehikel gingen taxirijden
om wat bij te verdienen.
De sociale toestanden zijn op hun beurt
weer een afspiegeling van de economische
situatie. Zoals bekend bestaat er de oos
terse neiging om in de omgang het noemen
van de harde feiten of het gebruik van
woorden die onaangename associaties zou
den kunnen oproepen tot tabu (taboe) te
verklaren. Zo hebben de heersende infla
toire prijzen een tijdje geleden geleid tot
het zoeken naar en vinden van lokaal-be
grijpelijke eufemistische termen voor de
vele astronomische hoog opgelopen mone
taire bedragen. Zo schreef de Medanse
medewerker van het Djakartase weekblad
SELECTA op 20 juni 1964: "De termen
'één rupiah' als substituut voor 'één honderd
rupiah en 'één dubbeltje' voor 'tien rupiah',
zijn niet alleen gangbaar in kringen van
pengendara pengendara betjak of tukang
tukang betjak of, nog anders, supir supir
betjak (betjakbestuurders; een betjak is
een driewielige bakfiets met de passagiers
zittende voor de bestuurder), maar ook
onder handelaren en in de Medanse samen
leving in het algemeen".
Binnenkort verschijnt:
"DE KRONTJONG-GITAAR" door ROSALIE GROOSS
Op zoek naar de oorsprong en geschiedenis van de krontjong,
190 pagina's (plm.) f 999
Herdrukt: "TJOEK"
Een bundel korte verhalen door Vincent Mahieu Prijs f 9,90
Moesson-reeks, Uitgave Tong-Tong.
De aangehaalde usance was in de tijd van
snel toenemende inflatie ook niet vreemd
in de Indonesische hoofdstad. Het bracht
namelijk een psychologische schok teweeg
bij de aspirant-betjakpassagier om voor een
ritje van ongeveer 15 minuten, bijvoorbeeld
van het Menteng Theater naar Pasar Baru
in Djakarta, een bedrag van Rp. 250,te
horen noemen, waar men een korte tijd ge
leden nog gewoon was voor dit zelfde
traject Rp. 50,of zelfs nog minder te
betalen. Daarom hoorde U tijdens het af
dingen op de prijs van de zijde van de
betjakbestuurder de uitdrukking dua seten-
gah sadja, pak! of "geeft U me maar 'twee-
en-een-half', meneer!"
De vermenigvuldigingsfaktor 100 welke men
in bovenstaande voorbeelden moet gebrui
ken is echter aan veranderingen onderhevig.
Ging men naar Glodok, de Petjinan of Chi
na Town van Djakarta, de buurt van de
orang orang jang sudah arrivee, om een
hyper-moderne terminologie te bezigen voor
'hen die al binnen zijn' of 'hen die hun
schaapjes al op het droge hebben', dan was
de vermenigvuldig ingsfaktor 1.000! Hieruit
blijkt wederom de juistheid van het gezegde
dat geld niet altijd gelukkig maakt, want
waar de 'havenots' of kaum tak punja
slechts met de faktor 100 hadden te mani
puleren teneinde te verstaan en te worden
verstaan, moesten de 'haves' of kaum punja
zich daartoe een tienmaal grotere inspanning
getroosten!
Wij besluiten deze bijdrage met een type
rend voorval van recente datum. De oudste
zoon van schrijver dezes vertelde hem op
een avond bij het thuiskomen dat zijn niet-
snel-genoeg-begrijpen van het door een
betjakbestuurder tijdens het gebruikelijke
afdingen op de prijs geuite satu setengah
(anderhalf) -hetgeen dus betekenen moest
1 V2 x 100, of wel Rp. 150,had geleid tot
's mans op nogal kregelige toon gestelde
vraag Apakah tidak mengerti bahasa seka-
rang? of vrij vertaald "Begrijp je de huidige
terminologie dan nóg niet?"
A. E. Schmidgall-Tellings
Vide zijn artikel "Komentar Peristiwa Eko-
nomi" in Kompas, Djakarta, zaterdag, 28
juni 1969 pag. 1.
Wanneer U per giro bestelt (de
giro naar Tong-Tong, dus niet
naar het giro-kantoor) vult U dan
niet het bedrag in? We moeten
er namelijk nog de porto bijreke-
nen. U krijgt met de bestelling
altijd een afrekening van ons!
Onwetendheid.
De onwetende, die ernaar streeft te
leren, gelijkt al op een geleerde: en
een geleerde, die praat zonder onder
scheidingsvermogen, gelijkt op een on
wetende.
Spreken.
Wie zich realiseert, dat op zijn woor
den daden moeten volgen, spreekt wei
nig, en dan alleen die woorden, welke
de te stellen daden voorbereiden.
Ziel.
Uw ziel is een kostbaar bezit, dat
slechts kan opwegen tegen de waarde
van het Paradijs; verkoop haar tegen
geen lagere prijs.
ABU BAKR, Abdalla'h (ca. 573-634):
een der eerste volgelingen van Mo
hammed, aan wie hij zijn dochter ten
huwelijk gaf. Na de dood van de Pro
feet slaagde hij erin, door middel van
een soort staatsgreep, zich te doen uit
roepen als zijn opvolger en eerste
khalief.
Onder zijn bewind begonnen de grote
veroveringen van de Arabieren.
Dood.
De dood is gemakkelijker om te dragen,
dan wat erna komt, en moeilijker dan
wat eraan voorafgaat.
MOESSON
BOEKHANDEL TONG TONG
4,15 0,75 porto