HET THUISFRONT
Jos. van Arcken
DE WELVAARTSSTAAT
Als hyena's stortten de geoefende
dames zich op de brancards.
Nu de T.V. een Engelse serie begon
nen is over vrijwilligers in oorlogstijd,
schoot ik na al het lachen om de zotte
film weer in de lach, toen ik aan Ban
doeng dacht vóór de komst van de Jap
pen. Toen de toestand ernstig werd
richtte het Rode Kruis overal in de
stad E.H.B.O.-posten in, en in onze wijk
was dat een paviljoen op de Parkweg.
Geen moeite en kosten waren ge
spaard. Alles was compleet, twee lig-
tafels, ontsmettingstoestel, kasten vol
verband, super de luxe deze!
Alle E.H.B.O.'sters werden verdeeld in
gevorderden en beginnelingen en
moesten op bepaalde dagen oefenen
onder deskundige leiding. Nu, geoe
fend werd er, de zjg. slachtoffers
kermden luid bij het heftig spalken en
verbinden.
Er lagen wat wollen dekens, maar het
Hoofd beval lappendekens te maken -
om bij bombardementen lijken dicht te
dekken. Aangezien ik dat een stotende
formule vond, deed ik de ronde in mijn
straat, om dekens te maken - om er
kindertjes in te wikkelen.
Mijn Javaanse djongos straalde. De
hele dag fietsten padvinders en huis
vrouwen het erf op en leverden lappen
dekens in. "Nonja bikin depót", zei hij
trots en maakte keurige stapels.
Het werd een stroom van lange, korte,
'beeldige en slordige lappendekens,
kunststukken en gedrochten, iedereen
naaide mee. Soms kwam een andere
Rode Kruispost wat dekens vragen en
gaf Wirio met een zuur gezicht wat af.
Toen kwam de eerste praktijkdag -
ernstige gezichten bij de leiding - 3
slachtoffers op 3 brancards - 6 stoere
dames als draagsters en de rest opge
steld in het paviljoen.
Als een sirene klonk een padvinders-
fluit - en daar draafden de brancards
mode1! de ene tuin uit en de paviljoen-
tuin in. Op de borst was een briefje
gespeld met alle verwondingen - ik had
als derde slachtoffer slechts 1 woord
- shock.
Als hyena's stortten de geoefende
dames zich op de brancards - en al
gauw was er van elk slachtoffer niet
veel meer te zien dan witte bandages.
Alleen mijn brancard bleef in de zon
staan. Ik kermde en riep - geen resul
taat - dus verhuisde ikzelf de burrie
onder 't afdak in de schaduw. Toen er
na een poos nóg niemand kwam, deed
ik wat ons geleerd was - een shock
patiënt in een wollen deken wikkelen
en een glas port laten drinken.
Na een half uur bekeek de jury het
geheel en was vol lof. "Was er niet nóg
een brancard?" vroeg een verpleegster
voorzichtig. "O ja," zei een der dames,
"maar die had alleen een shock."
"Maar dames, U weeten daar
kwam het hele shockrelaas. Grote hi
lariteit, toen de brits leeg werd ge
vonden en de patiënt met het glas port
werd gevonden.
De bombardementen begonnen - einde
loos geloop naar de loopgraven - onze
post hoefde gelukkig niet gebruikt te
worden. De dag van de overgave -
en wij allen verslagen in huis.
Een paar dagen later liep ik voorzichtig
de laan uit om te zien, of er op de
Parkweg misschien djoewalans waren.
De wijkpost was leeg. Het gonsde van
de geruchten. De nacht van de over
gave was alles leeggehaald - door 't
Rode Kruis - neen, door de Jappen -
neen, gerampokt door kampongbewo
ners.
Triest keek de wijk naar het lege huis.
Niets was er over van alle trommels
en kastjes - zalfpotten en de flessen
port. Alles foetsi.
Waar zouden de veertig lappendekens
gebleven zijn? Ik keek van de weg naar
In "De INDO", het orgaan van onze
vrienden in Californië troffen wij het
volgende dichtsel aan:
Psalm of the Welfare State
The Government is my shepherd,
Therefore I need not work.
It alloweth me to lie down on a good
job,
It leadeth me beside still factories;
It destroyeth my initiative,
It leadeth me in the"path of a parasite
for politics' sake.
Yea, though I wal-k thru the valley of
laziness and deficit spending,
I will fear no evil, for the Government
•is with me.
It prepareth an economic Utopia for me
By appropriating the earnings of my
grandchildren;
It filleth my head with false security.
My inefficiency runneth over.
Surely the Government should care
for me.
All the days of my life,
And I shall dwell in a fool's paradise
forever.
Anonymous
Vrij vertaald:
Psalm van de Welvaartsstaat
De regering is mijn herder - Daarom hoef
ik niet te werken - Zij staat mij toe een
goeje baan te laten liggen - Zij Jeidt mij
langs stilliggende fabrieken - Zij vernietigt
mijn initiatief - Zij leidt mij op het pad van
een parasiet terwille van de politiek - Ja.
ofschoon ik door een vallei van luiheid en
inflatie wandel - Ben ik niet bang van het
kwaad, want de regering is met mij - Zij
bereidt mij een economisch Utopia - Door
zich het loon van mijn kleinkinderen toe te
eigenen - Zij vult mijn hoofd met valse
zekerheden - Mijn gebrek aan efficiency
kent geen grenzen meer - Beslist behoort
de regering voor mij te zorgen - Alle dagen
van mijn leven - En ik zal voor eeuwig toe
ven in het Paradijs der dwazen...
Het haal je de drommel, dat de auteur
van deze "psalm" maar liever anoniem
bleef
Voor Juwelen en Uurwerken als
van ouds naar
Laan van Meerdervoort 520
Den Haag - Telef. 33 64 41
beneden, waar een grote kampong aan
de Tjikapoendoeng lag. Zou het toch
waar zijn - om er kindertjes in te wikke
len? Allemaal bruine snoetjes, opge
fleurd in onze bonte dekens? Ik gunde
ze het van harte.
D. Prange
15