Journalistieke Herinneringen (IV) n.v. Azië Zwitserland Technisch Bureau HENNEMAN Het onbekende buurland In de loop van een 35-jarig verblijf in Neder- lands-lndië en Indonesië heb ik als verslag gever gelegenheid gehad rond te kijken niet alleen in de archipel, maar ook daar buiten. Ik was oa. driemaal in Australië en viermaal in de Filippijnen; in dit noorde lijk buurland vóór de oorlog en toen de strijd in Europa al was uitgebroken, maar Pearl Harbour nog in het verschiet lag. Vervolgens in 1948, toen de onafhankelijk heid van de Filippijnen al een feit was - in 1946 losten de Amerikanen hun belofte tot overdracht van de soevereiniteit in - en tenslotte in de vijftiger jaren, toen het staatshoofd van Indonesië een staatsbezoek bracht aan het noordelijk buurland: de eerste maal dat op hoog niveau sprake was van contact. In de Nederlandse tijd hadden, voor wat betreft de officiële contacten, de Filippijnen net zo goed gesitueerd hebben kunnen zijn in de Atlantische oceaan: men wist dat ze er waren - dat kon je op de kaart zien! - schepen van de Java-China- Japanlijn deden Manilla wel aan, er was een enkel bankfiliaal en een Nederlandse Con sul-generaal maar dat was ongeveer de grens van de betrekkingen met de eilanden groep die in zekere zin konden worden gezien als een voortzetting van de Indische archipel, of wil men, omgekeerd. Betrekkingen met Australië waren niet veel inniger: er was wat uitvoer van tropische producten - thee bijv. - naar het vijfde werelddeel en de K.P.M. deed haar uiterste best Indië als vacantieland voor de Austra liërs aantrekkelijk te maken - "Paradise- Island Bali" was toen ook al op de kaart - maar veel haalde dit niet uit. Versterking van de wederzijdse banden op economisch gebied kwam in discussie in de dertiger jaren, toen zowel Australië als Indië zwaar leden onder de wereldcrisis; toen bezocht de Australische minister Latham Indië en later is zelfs de Hoge Commissaris van Groot-Brittannië in Australië in Indië op bezoek geweest maar de wellicht mogelijke ontwikkeling van de betrekkingen tussen het vijfde werelddeel en Indië is in het bloed van de Pacific-oorlog gesmoord. In 1941 bezochten de Nederlandse ministers Van Kleffens en Weiter vanuit Londen Australië nadat zij enige tijd hadden rond gereisd in Indië, maar de gesprekken tijdens die reis waren natuurlijk niet gericht op de normale ontwikkeling: Australië was al in oorlog, al werd op het Pacific-front nog niet gevochten. hadden Indonesië en de Filippijnen zich in gelijke belangstelling mogen verheugen van de Iberische veroveraars, aan wier gretige veroveringslust nu nog de Portugese en claves op Timor herinneren. Velen reali seren zich niet, dat tot 1851 ook Flores nog Portugees gebied was. De Filippijnen kwa men en bleven onder Spanje, tot in 1898 de Amerikanen een eind maakte aan het Spaanse bewind. De Spaanse overheersing, die gepaard ging met de kerstening van de bevolking - thans is ongeveer 85 procent van de Filippino's katholiek - heeft een onuitwisbaar stempel gedrukt op het volkskarakter; zo krachtig dat zelfs een liberaal Amerikaans bewind van een halve eeuw het niet heeft weten uit te wissen. Ook thans nog spreken def tige families Spaans, zoals de adel in Ne derland nog in de 19e eeuw Frans. Ook andere aspecten van het Filippijnse leven vertonen nog duidelijk de sporen van de Spaanse cultuur en de Spaanse maatschap pelijke structuur: de kerk is er machtig en rijk; groot-grondbezit door vaak rechts- streeks van de conquistadores afstammen de Filippino's is er niet zeldzaam, meisjes van duidelijke Spaanse afkomst - blond haar en blauwe ogen! - zijn zeer in trek, gefortuneerde Filippino's sturen vaak hun kinderen naar Spaanse universiteiten en, als dat niet kan, naar het Spaanse Jezuiten- college Santo Tomas in Manilla - op dui zenderlei wijze komen Spaanse trekken in het gedragspatroon op het onverwachtst te voorschijn. Nochtans is de verwantschap met belang rijke groepen uit de Indonesische bevolking duidelijk en trouwens ook wetenschappelijk vastgesteld. In het zuiden leven trouwens nog Islamitische groepen van onbetwistbaar Indonesische verwantschap en naar goede Spaanse trant worden die dan ook aange duid als "Moro's". leder, die ooit in Spanje is geweest kent deze benaming van de Ara bische veroveraars die zulk een grote rol hebben gespeeld in de geschiedenis van Hispanola. Zij vormen een lastige minder heid, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Igoroten in het noorden van de archipel, die afstammelingen zouden zijn van Ame rikaanse Indianen. Naar het noorden trek kende zouden Indiaanse stammen de voor vaderen geweest zijn van de Eskimo's, die via de Aleoeten tenslotte in het noorden van de Filippijnen zouden zijn terechtgeko men. Hoe dit alles zij: zowel de noorderbuur als de zuiderbuur waren in Indië vrijwel onbe kende grootheden, in tegenstelling tot Sin gapore en Malakka. Wat Australië betreft was dit niet zo vreemd: daar leefde een goeddeels Europese bevolking, die van de weinige stammen inboorlingen die zich nog buiten de kuststrook ophielden nauwelijks weet had in een volkomen Europees ge- orienteerde gemeenschap: het was voor de oppervlakkig oordelende reiziger feitelijk een volkomen "westers" land. Heel anders intussen was het beeld van de Filippijnen; dat was een gebied dat, naar landschap, bevolking en culturele trekken zo verwant scheen en schijnt aan Indonesië, dat men zich slechts kan verbazen over de volledige afzondering van elkaar, waarin zij leefden. Het is waar, economisch waren zij concur renten op de wereldmarkt. Op dat gebied lag geen basis van samenwerking. Eertijds De bloedband tussen Filippino's en Indone siërs - in het midden latende hoe sterk die Is - wordt intussen geheel verduisterd door de gescheiden en zo verschillende ontwik keling sedert Europeanen zich meester maakten van deze gebieden. De Spaanse gewoonte, bekeerlingen tot het Katholiek geloof een Spaanse naam en Spaanse bur gerrechten toe te kennen is beslissend ge weest. Ook de Portugeese kolonisatoren volgden deze praktijk - zo kon het gebeuren dat ik na de soevereiniteitsoverdracht als Indonesisch resident van Flores aantrof Don Jose da Silvaeen puur sang Indo nesiër wiens voorvader in de Portugese tijd tot het Katholicisme was bekeerd. Gezien bovendien het feit, dat de Spanjaar den in het verkeer met de door hen onder worpen volkeren de tegenpool waren van de Britten, heeft een zodanige niet meer te onderscheiden bloedmenging plaatsgehad dat men mag aannemen, dat een belangrijk deel van de Filippijnse "top"uit Indo- Europeanen bestaat. Vergeet niet, dat de Amerikanen zich ook niet onbetuigd hebben gelaten en u krijgt het beeld van een volle dige smeltkroes van volkeren op de basis van hetgeen reeds een mengras was door de influse in de Filippijnen van mensen uit vrijwel geheel Oost-Azië. Tijdens een verblijf op de Sangihe en Ta- laud eilanden kon ik intussen opmerken, dat in dat deel van de archipel de banden tussen Indonesië en de Filippijnen niet zo volledig ontbreken als ik geneigd was te veronder stellen. Die noordelijkste eilanden van Indo nesië liggen dichter bij de Filippijnen dan bijv. de Minahassa. Er is daar dan ook een intensie verkeert met Filippijns gebied dan waar elders ook. Kinderen gaan vaak naar Filippijnse scholen, die beter bereik baar zijn dan bijv. die in Menado. Maar dit is een locaal verschijnsel en het blijft merkwaardig, dat de eilandengroep ten noorden van de Gordel van Smaragd in de loop der eeuwen zo weinig aanraking heeft gehad met zijn zuiderburen en vice-versa. Men kan er niet aan twijfelen of het ver schil in persoonlijkheid en methode van de kolonisator, de Spanjaard en de Nederlan der, heeft geleid tot die vervreemding: in alle destijds door de Spanjaarden overheer ste gebieden, in Amerika met name, waar de Spaanse overheersing al anderhalve eeuw geleden gebroken werd, is de Spaan se culturele invloed staande gebleven - in de Nederlandse koloniën is zij met de Ne derlander vrijwel* verdwenen. Tot slot een anecdote die mij, nu ik een en kele aantekening maakte over een land, dat mij zeer boeit, te binnen schiet. Het was, meen ik tijdens mijn eerste bezoek aan Manilla - de spanningen in de Pacific waren reeds zeer groot - dat ik, om raad vragende welke militaire autoriteiten te be zoeken, ten antwoord kreeg dat ik de Ame rikaanse admiraal Hart moest trachten te benaderen. Het was niet nodig de Ameri kaanse legerbevelhebber, tevens stafchef van het Filippijnse leger te ontmoeten: dat was een "dolle ritmeester" en met hem te spreken zou verloren tijd zijn. Ik heb mij aan het tweede deel van dit advies niet gestoord. De admiraal Hart zag ik in 1942 terug in lees verder volgende pagina, le kolom, beneden Handel Mij. Sinds 1916 ELECTRISCHE-, CENTRALE VERWARMINGS- EN SANITAIRE INSTALLATIES, TEVENS GASFITTERS specialisten in onderhoud en vernieuwingen van installaties in reeds bestaande huizen. Volledige garantie, prijs offerten. Atjehstraat 68 - 72 Den Haag Telefoon 55 03 00 (3 lijnen) 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 6