Een indruk van het tweede Atjehse culturele festival 20 aug t/m 2 sept 1972 uwelieróbedrij door Teuku Tjoet Moh. Hoessin Door vriendelijke bemiddeling van de heer j. H. j. Brendgen ontvingen wij een verslag van het Tweede Atjehse Culturele Festival van de hand van Teuku Tjoet Moh. Hoessin - een bij drage die wij op hoge prijs stellen, omdat zij aantoont, hoe leven zonder wrok tussen oude vijanden mogelijk is. De Teuku schreef ook een verhandeling over het Erekerkhof Peutjoet, waaraan voor Nederlanders en Atjehers beide zulke onuitwisbare herinneringen zijn verbonden. In een volgend nummer zul len wï] een samenvatting van dit opstel publiceren maar delen reeds thans mede dat een Nederlandse vertaling ervan, vergezeld van 18 foto's door bemidde ling van de heer Brendgen (Laurens Reaallaan 70, Haarlem, PCGD no. 1.376.18b) verkrijgbaar is ad. 12,50. De baten komen ten goede aan het Peutjoetfonds. Het tweede Atjehse Culturele Festival is nu een week aan de gang, nadat het plechtig werd geopend op 20 augustus 1972 door de Minister van Voorlichting namens de President van de Republiek Indonesië. Het areaal ligt op het voormalige Es planadeplein te Banda Atjeh, voorstel lende Atjeh in miniatuur, waar alle pa viljoens staan van de 8 afdelingen en 2 gemeenten van Atjeh, gebouwd naar eigen stijl en weergevende het verle den, heden en toekomst. Wij zien dus het paviljoen van Atjeh BARAT (westkust van Atjeh) met drie ruimten, waarbij in elke ruimte een tra ditioneel versierde kamer aanwezig is. In de linkerruimte zien wij een bruids bed met de daartoe behorende deco ratie volgens de "Reusam", hetgeen betekent volgens Atjehse zeden en gewoonten n.l. een bruidsbed met het mooiste Atjehse borduurwerk en ver siering, en een gedeelte alwaar een tweepersoons-zitje voor bruid en bruid- degom met versierde leuning volgens de "adat" (oud Atjehse traditie en ge woonte). Voor dit paviljoen staat een specifiek Atje'h's huis, in klein formaat, van fijn snijwerk met kleine ramen, palen en gaki reunjeuën (huisladder), welke ge plaatst wordt en Seulasa reunjeuën" (een afdak waar de ladder staat). Men vindt daar een "gutji ië", een aar den waterreservoir, waar de bezoekers water aantreffen om hun voeten te was sen (men gaat in Atjeh nooit een huis binnen, zonder eerst de voeten te was sen; indien men schoenen draagt doet men deze eerst uit, voordat men naar boven gaat -ék u roemoh-). Onder dit miniatuur huis bevinden zich gedeelten, waar de bekende Atjehse slagwapens van de westkust tentoon gesteld worden (men denke aan de Atjehse klewang aanvallen), verder bor duurwerk, Atjehs keukenservies, At jehse djuadah (lekkernijen), landbouw gereedschappen enz. Staat men op het erf van dit paviljoen dan ziet men ook de "kupiab meugeu- töp" in groot formaat aangebracht, als symbool van dapperheid, want deze kupiah met daaromheen een hoofddoek, doet denken aan de Teuku-Oemar-pe- riode. Hij droeg deze kupiah met om wikkelde hoofddoek in zijn periode van verzet; dit wordt nu herdacht zonder "oude koeien uit de sloot te halen", juist omdat de P. K. A. II alleen gehou den wordt, teneinde zeden, gewoonten en traditie in Atjeh te memoreren. Men zorgt er goed voor, dat de P.K.A. II niet de idee geeft anti-Nederlandse gevoelens op te wekken. Holland is nu de vriend van Atjeh en Indonesië en de Atjehers willen, dat de Hollandse Ere begraafplaats "Peutjoet" de brug van vriendschap moet worden tussen beide volken in de nabije toekomst. Dagelijks stromen er in de paviljoens van de afdelingen en gemeenten dui zenden bezoekers binnen. Onze gidsen meestal universiteitsstudenten - wer ken zeer goed met hun "upgraded know-how", teneinde voorlichting te geven. Na het paviljoen van Atjeh Barat komt het paviljoen van Atjeh Besar (groot Atjeh), daarnaast dat van Pidië. De stand van Sabang (kotamadya Sa- bang) is een internationaal paviljoen. Men vindt hier geen borduurwerk, niets van oud-Atjeh, maar wel moderne uit vindingen zoals televisie, radio, tele foonsystemen enz. Dag en nacht stromen de mensen er binnen, teneinde televisieuitzendingen te volgen (gratis). Tot nu toe heeft Atjeh geen t.v., ofschoon ons radiosta tion alhier bekend is als "radio televi sie R.I.". Na het paviljoen van Sabang, treft men dat van Atjeh Seulatan (zuidkust van Atjeh, bestaande uit de onderafdelin gen Tapaktuan, Bakongan en Singkel met Tapaktuan als hoofdplaats, waar Dr. H. Colijn gediend heeft in de van Heutsz periode. Hiernaast komen de paviljoens van At jeh Tengab (midden Atjeh of Gajoland), van Atjeh Tenggara (zuid-oost Atjeh met Koetatjane als hoofdplaats). Hiernaast staan de paviljoens van At jeh Utara (noordkust van Atjeh) en van Atjeh Timur (oostkust van Atjeh). Alle paviljoens tezamen moeten de be zoekers de indruk geven van een Atjeh in miniatuur. De meeste vrouwen, die in dit areaal rondlopen, dragen de Atjehse kleder dracht, de mannen met een kupiah meuheutöp of kupiah riman. De kotamadya Banda Atjeh (gemeente B. Atjeh) heeft haar eigen complex, met restaurant, bar, toneelzaal, tentoonstel lingen en een winkel voor gouden sie raden. De bouwstijl in deze afdeling is ge mengd, men treft er die van Minang- kabouw, Batak en de Oostkust van Sumatra aan, daar volgens de burge meester van Banda Atjeh, Teuku Os man Jacoub, de inwoners van zijn kotta bestaan uit vele soorten van het In donesische ras (dus niet alleen uit Atjehers). Op het jaarbeursterrein treft men ook de "main room", speciaal gebruikt voor allerlei tentoonstellingen aan. In deze "main room" bevindt zich ook de stand, waar foto's van oud Atjeh- officieren tentoongesteld worden, zoals van Heutsz, van Daalen, Swart, oud-le- ger-cdtn van Ned. Indië zoals Luitenant generaal Kroesen, Dijkstra, Berenschot, de eerste commandant van het Korps Maréchaussee van A. en O., de kapi tein Motten, de laatste cdtn van maré chaussee-divisies, zoals van der Kolk, Pel, Kloprogge, Doedens, Harterink, Palmer v.d. Broek, de laatste geweste lijk mil.cdt kolonel Gosenson en nog vele anderen. De bedoeling van deze tentoonstelling is juist o.m. misverstanden uit de weg te ruimen en ons volk de waarde te doen beseffen van de Hollandse Ere begraafplaats "Peutjoet", in het cen trum van de stad Banda Atjeh, over welke begraafplaats ik een brochure heb geschreven getiteld "Peutjoet", de sleutel van vriendschap tussen de At jehers en de Hollanders. Deze stand wordt druk bezocht, ja, dag en nacht, alwaar ik soms meewerk als gids, om alles aan de bezoekers te verklaren. Er wordt o.a. verteld, dat de beschadi ging van "Peutjoet" betekent bescha diging van de Atjeh geschiedenis (be keken vanuit Atjeh's standpunt), terwijl Boekhorststraat 12, Den Haag, Telefoon 070-63 64 21 L. H. Blok v/h Venbroek Specialisten in Indonesische gouden sieraden. In- en Verkoop. Ook op bestelling leverbaar. «mmminimum

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 8