BELEVENISSEN VAN EEN RECHTER IN VOORMALIG
NEDERLANDS-OOST-INDIE (X)
k
ik
DOOR MR. M. J. A. OOSTWOUD-WIJDENES
Een Landraadszitting met
verrassend slot (slot)
N.
15
Hierna wordt de 'zaal' met vele "hush! hushls" door de oppas
ontruimd en blijft het rechterlijk gedeelte van de Landraad met de
griffier zitten, 'gaande in raadkamer'. Wel is de raadkamer diep
geheim, maar elk oor achter de nabije zijwand-van-bamboe kan de
beraadslaging opvangen. (De schrijver voelt zich ook niet erg
schuldig, U, lezer, hieronder in deze zaak het geheim te verklappen):
Het oudste lid van de Landraad staaft zijn (volledig rechtsgeldige
leke) - stem vóór een schuldig-verklaring van Pa Asoep met een
paar - voor oosterlingen mogelijke - klemmende bewijsgronden: 1.
Beklaagde heeft een ongunstig uiterlijk. 2. Beklaagde is met de
bestolene getrouwd geweest (dus bekend met haar bezittingen?, of
is de diefstal een logisch gevolg van de echtscheiding? Dat ver
meldt het Lid niet). De jongste stemmer brengt een wat ongewone
verzachtende omstandigheid te berde: Beklaagde is steeds een
goede klant van 's Lids textielzaak geweest(l) - Zo dringt er een
straaltje licht voor Pa Asoep door de dreigende wolken, die zich
(met 'acht maanden' van de Djaksa en 'afkapping van de linkerhand'
volgens de Penghoeloe) boven beklaagde samenpakten. Wat de
duur betreft van de toe te passen gevangenisstraf sluit het oudste
Lid zich aan bij het tarief van de Djaksa: 'acht maanden', terwijl
het jongste Lid bij zich zelf heeft uitgerekend, dat vier maanden
precies genoeg zal zijn. En nu moet de voorzitter nog stemmen.
Een schuldigverklaring?: Daar kan hij niet meer onder uit, tenzij
het lukt beide Leden of al is het maar één Lid, om te praten naar
zijn eigen oordeel. Maar, hoewel de voorzitter erg hécht aan
de oud-Romeinsrechtelijke regel: 'In dubils pro reo' bij twijfel:
ten gunste van de beschuldigde) en hoewel hij geen van de ge
hoorde getuigen erg vertrouwt, het zou te gek zijn om tegen zes
beëdigde verklaringen in, een onbetrouwbare beklaagde vrij te
willen spreken. Helemaal 'terang' (zonneklaar) was trouwens bij
de beperkte tijd en mogelijkheid van onderzoek geen enkele zaak
ooit te krijgen, 's Rechters twijfel moest hij maar een beetje ver
disconteren in de mate van de straf. De wet zelf liet in casu toe
te goochelen tussen 1 dag en 9 (zegge: negen) jaren gevangenis
straf. Maar beneden vier maanden, waarvoor het jongste Lid stem
de, kon een veroordeling voor de goede - (tarieven) - orde eigenlijk
niet gaan. Bijna tragi-komisch, maar in volle ernst begint dan inzake
Pa Asoep in raadkamer weer het spel met Justitia's weegschaal:
het tegen elkaar afwegen van volkomen ongelijksoortige waarden
en 'gewichtigheden'. De duur van een gevangenisstraf op de éne
schaal moet even 'zwaar' gaan wegen (liefst nooit even 'licht') als
een bij mekaar gepuzzeld stapeltje factoren, bijvoorbeeld: ontken-
tenis van schuld, leeftijd van de beklaagde, maatschappelijke po
sitie, antecedenten, waarde van het gestolene, een partikeltje al
gemene en speciale preventie, een schepje vergelding, een dosis
verbeteringsoogmerk en dan nog een beetje traditie en ongeschre
ven tarief plus wat het moment nog aan andere argumenten ople
vert. Als resultaat komt dan voor Pa Asoep uit de Landraads-straf-
maat-tombola rollen: zes maanden gevangenisstraf. Zoals de ge
ëigende strafrechterlijke term luidt, heten dan die zes maanden
'in juiste verhouding te staan tot de ernst van het gepleegde delict'.
(Een buitenstaander en vooral een niet-jurist denkt dan nog dikwijls
zoiets gemakkelijker en beter te kunnen nawegen!(?)
Goed; Pa Asoep alias Kartawi moet dus zes maanden 'hebben'.
Nadat de oppas de beklaagde en alle getuigen mitsgaders het be
langstellende publiek weer heeft binnengeleid, respectievelijk bin
nengelaten, spreekt de voorzitter in naam der Koningin en in het
maleis het vonnis plichtmatig-onbewogen uit. Blijbaar zó plechtig,
dat de woorden van het vonnis-formulier als een welbekend gebed
over de hoofden van de gezeten gemeente gaan; en - wat eerder
nog nooit was voorgekomen - ditmaal klinkt, bij iedere onderbreking
in de monotone stroom van sacrale termen, uit de vrij grote groep
van toehoorders telkens in koor een sonoor: "Inggih".
't Is als een somber-gemompelde onderstreping van de zinsdelen
van het vonnis. Het wekt in de broeierig-geworden zittings 'zaal'
met z'n bamboe-akoestiek diep-trieste associaties.
Op de indrukwekkende ceremonie volgen een paar verrassingen:
De beklaagde, op het matje vlak vóór de getuigen gezeten, zegt
nadat hij eerder zo heftig onschuld heeft volgehouden en zo vroeg
tijdig en fel al tegen de eis van de Djaksa "Appèl!" heeft aange
tekend, verrassend-genoeg nu op de vraag, of hij in de veroordeling
berust, heel bedeesd: "Inggih". Hij heeft de strijd blijkbaar op
gegeven. En de griffier noteert tevreden: 'Beklaagde berust'. Dat
geeft meer tijd en gemak voor de afwerking van de stukken nu ze
niet 'hogerop' onder strenge censuur van de Raad van Justitie
behoeven te komen.
Dan gaat de Djaksa de getuigengelden uitbetalen. Vrouw Alias
'mbok Markatoen wordt bij hem geroepen. Zij neemt (met in de
slendang weer slapende baby en aan de sarong klittend kind) boos
zwijgend het karig loon voor haar optreden in rechten in ontvangst.
Als zij nog wegsloft, roept de Djaksa af: "Pa Moes! Kom hier".
Eerbiedig neerhurkend bij 'de vervolgende macht' en de hand op
houdend om het geld in ontvangst te nemen, is de tweede getuige
-maar hé!(het dringt ineens tot de Djaksa door): de man
is naar voren gekomen vanaf de plaats van de beklaagde! Is hij
de beklaagde Asoep? Welnee: Die blijktprinsheerlijk in het
rijtje getuigen te zitten!En zijn neef, getuige Pa Moes, (die
alléén in kleding niet precies op hem lijkt,) heeft aïs 'beklaagde'
vooraan gezeten en waarachtig oók domweg in het vonnis berust!
Wat een raar abuis! Hoe komt dat?Bij onderzoek blijkt
getuige Pa Moes een beetje vooraan gestaan te hebben, toen allen
weer binnen geroepen werden, en hij heeft zich in alle on(?)schuld
gewillig door de oppas naar het beklaagdenmatje laten geleiden,
terwijl de echte beklaagde, Pa Asoep even gewillig in het gedrang
bij het binnenkomen zich tussen de getuigen heeft laten duwen en
daar misschien wel stilletjes een ontsnappingsmogelijkheid over
woog toen neef Moes als getuige in het vonnis berustteMaar
nu haast Soep zich om nadrukkelijk te verklaren, dat hij, als de
ware beklaagde, heus niet de veroordeling aanvaardt en stéat op
zijn aantekening van "Appel!"
Opdat de consternatie over de dwaze persoonsverwisseling niet
in vernederend vermaak zal ontaarden, schorst de president nu
maar gauw de zitting voor een pauze. Groot en machtig verheft
hij zich achter de vermomde keukentafeltjes. En als de meesten
zich uit het vertrek verwijderd hebben, opent hij breed het foei-
warm zwart van zijn toga en opent het nuttige koffertje voor het
nuttigen van zijn lunch.
Straks zal de loom en log neergezegen karbouw, daarbuiten, ter
sprake komen en, na afloop van de zitting: tennissen met de
Controleur; niet de karbouw, maar de Landraadvoorzitter, die
- pfff! - rechtspreken in Lamongan in ambtsgewaad nog meer dan
tennissen vermoeiend-warm werk vindt.
Voor je moedgevende en hartelijke
brief van harte dank.
Hou je taai Tjalie en het hoeft nauwe
lijks gezegd, djangan takut, pukul terus,
kalmaan.
Een half-verlamde wenst je het beste
toe, ook voor T.T. en een spoedige
beterschap.
Saja doakan lekas sehat!
Dit is een typische trek van alle
brieven van ouderen (want ik ontvang
er méér!): in hun eigen misere blijven
ze zich altijd bewust van de misere
van anderen en komen met allerlei
obats en adviezen!
Overigens begrijpt de lezer zeker wel
dat N. in latere brieven minder opstan
dig was (andere ouderen zijn soms veel
opstandiger) en men moet dit nemen
als een stemming die ALLE mensen
krijgen op hoge ouderdom. Vooral zij
die enorm dynamisoh en zelfstandig
geleefd hebben - en dat déden wij in
het ouwe Indië, ja, Kandjengbesars? -
T.R.
Wanneer U per giro bestelt (de
giro naar Tong-Tong, dus niet
naar het giro-kantoor) vult U dan
niet het bedrag in? We moeten
er namelijk nog de porto bijreke-
nen. U krijgt met de bestelling
altijd een afrekening van ons!