De Onverschrokkenen J. M. VAN EXEL's Deze brief is een stukje "keiharde" werkelijkheidmaar ook droeve en tóch moedige werkelijkheid. Die eens ons aller lot zal zijn (van de hele mens heid zo lang de wereld bestaat!) en daarom past deze brief in ons "blad- van-de-waarheid" Tong Tong. N. werd abonnee van Tong Tong van de dag van oprichting af en was tóen al "oud"maar hij was een levenslustige, ijverige medewerker van ons blad. Het Lot spaarde hem de laatste jaren niet, maar met ik zou haast zeggen "typisch Indische" branie en koppigheid leefde hij dwars door ziekten en tegenspoeden heen, maar vooral dwars door de groot ste droefheid van elke oude dag: de alleenheid. Laat mij U nog één ding zeggen: zulke brieven ontvangt Tjalie al sinds de eerste dag van de oprichting van Tong Tong af. Wij zijn inderdaad een blad van een Garde die sterft "et ne se rend pas". Zulk soort brieven krijg ik van mannen en vrouwen, van 40-ers, 50-ers, 60-ers, 70-ers, enz. enz. (want het Einde komt nog steeds voor ieder mens op ongewisse tijd), en laat mij U vertellen: hoe ouder ik word - en hoe moeilijker het bestaan van Tong Tong wordt, hoe méér ik jullie waardeer en bewonder, en dankbaar ben dat ik ooit dit blad heb mogen maken. T.R. Beste Tjalie, Moöht je met het ontcijferen van mijn schrift moeilijkheden hebben, dan se- beiumnja maaf sadja Tjalie. Ik moet nu weer, als 85 jaren ge leden van vooraf aan beginnen om te leren lopen en na die klap hebben mijn ledematen ook wat te lijden gehad. Dus sabar Tjalie, laat je secretaris of je vervanger deze surat lezen, als het van je te veel gevergd wordt. De eik heeft zichzelf overschat en is eigenwijs geweest, wilde niet naar wij ze lessen horen en denkt nog steeds, nu nog, dat hij zichzelf redden kan, neen moet. Weigerde en weigert zo veel mogelijk aangeboden hulp; wil geen afstand doen van zijn beetje zelfstandigheid. En nu de eik geveld is, is diezelfde eik nog niet helemaal overtuigd dat hij het wat kalmer moet aanleggen. Een voorbeeld van zijn domme eigen zinnigheid. Na de 4e of 5e dag van de ramp moest hij, als een baby leren lopen en weer kwam die drang naar zelfstandigheid op, om het in eens goed en vlug te doen, totdat de trainster ietwat boos hem aan zijn jasje trok en zei: "Niet zo vlug! Ik kan U amper bij houden en vergeet niet, dat U nog ziek bent." Zijn reactie was: "Jullie maken mij hier ziek. Ik doe niets anders dan eten, 14 drinken en slapen, waarmee ik kost bare tijd verknoei!" En dan durft zo'n verpleegstertje nog wel in (verontschul diging; mijn brein nog troebel) een schaterlach uitbarsten en mij toevoe gen: "Weet U wel, dat U ernstig ziek bent? Opwinding of een val kan voor U noodlottig zijn. Dus luistert U nu naar hen, die het goed met U menen en blijf kalm." Toen had ik het gevoel aan handen en voeten geketend te zijn en totaal machteloos, om tegenacties te ondernemen. Reeds bij mijn binnenkomst in dit mo dern ziekenhuis, heb ik me geergerd en we'l zodanig, dat mijn beide kinde ren en enkele kennissen moeite had den mij tot andere gedachten te bren gen. Ik wilde n.l. de directrice, in elk geval het bestuur van deze inrichting ter verantwoording roepen, oordeel zelf Tjalie. Een stapel post lag reeds op me te wachten, drukwerken, tijd schriften en brieven en deze laatste alle opengescheurd. De hoofdzuster vroeg ik op wiens last hier censuur op de post van patiënten moet worden toegepast. We leven toch niet in oorlogstijd? Of zij en haar mede werksters niet wisten, dat op schen ding van het briefgeheim een zware straf staat. Antwoord: "De zusters wil den met het openen van brieven U slechts helpen!" "Waarmee helpen? Als ik hun hulp nodig acht, dan zou ik ze het wel zelf vragen, maar wat nu gebeurd is, doet denken, dat we nog in een stenen tijdperk leven, en ik verzoek U dringend, Uw personeel op dracht te geven, mijn brieven ongeo pend door te geven. Bij herhaling zal ik me tot het bestuur en de Officier van Justitie wenden." Of deze uitval hielp: mijn volgende post ontving ik ongesohonden. Moest ik in dit geval me ook kalm houden en niet opwinden? Ik voelde me toen zo verlaten, maar kort daarop kwam C. me opzoeken. Wat was ik verrast en dankbaar voor haar spontane belangstelling, wat me heel goed deed. Hoe snel de ramp, die mij trof, bekend werd, maar ook na dat eerste gewaar- Schoenhandel alleen Reinkenstraat 29 l Den Haag - Tel. 33 21 17 f Specialist in exclusieve dames schoenen met hoge of lage hak in de allerkleinste maten. vanaf maat 32 Nu nog keuze in kleine maten. deerde bezoek, is C. mij, evenals he den met je hartelijke brief, regelmatig komen opzoeken. Tussen vreemden in een ziekenhuis te liggen, kan ik je niet beschrijven Tjalie, vooral, als er geen bezoek komt, maar wel voor andere patiënten. Ik voel me dan zo naar en barst dan maar in snikken uit, om dat verkropt gemoed tot uiting te brengen. Mijn dochter uit Amerika overgekomen, kon "niet langer blijven. Zij liet ter wille van mij, haar hele gezin achter onder hoede van haar man. Mijn zoon en dochter hier in Nederland, kunnen in verband met hun werk ook niet vaak komen; bovendien te kost baar, dus spreek ik hun slechts op Zon- of feestdag, althans, wanneer zij vrijaf hebben. En nu even in het kort het begin van deze misère. Ik was bezig mijn gazonnetje te onder houden, babat rumput, toen me plots een lichte duizeling overviel, zakte door mijn knieën en was niet meer in staat op de been te komen. Terwijl ik daar op het natte gras spartelde, kwam een schoolgaande jongedame naar me toe, knielde en vroeg om een vuurtje, met een sigaret in haar rood-gevefde mond. Ik kon slechts neen antwoorden, want ik rook niet en mijn tong scheen even ook wat verlamd te zijn. Mijn overburen hebben me gelukkig zien trappelen en zwaaien en die heb ben me naar binnen gebracht en de dokter gewaarschuwd, die verder voor overbrenging naar dit ziekenhuis zorg de. Ik lig al ±2 maanden me te erge ren over de behandeling van me. Ge lukkig heb ik een kamer met algehele verzorging enz. in een bejaarden te huis. Mocht je deze richting opgaan Tjalie, djangan lupa mampir loh! Ik kan je wel geen lemper aanbieden, maar een koele dronk zal er wel zijn. Wat je hoge bloeddruk betreft, ik had een Hoofdbesteller toen in Djakarta, een Menadonees, ex Sergt. van 't KNIL, die ook te kampen had met hoge bloeddruk. Die vertelde me eens, dat hij die bestreed met veel ketimun te eten gegodokt! zoutloos! Ketimun ploonnjoo zeggen ze in Midden-Java geloof ik, maar of die grote komkom mers hier net zo heerlijk zullen smaken, als die pittige in Indonesië, betwijfel ik. De moed niet laten zakken Tjalie. Poe- koel teroes, maar plan-plan!! De dokto ren gaven me geen 2 dagen meer toen ik binnengebracht werd. En nu zijn zij, evenals alle andere patiënten enthou siast over mijn vooruitgang. Ze noe men mij nu ook al Opa. Ik mag al met een stok lopen en niet al te grote afstanden, zelfs zonder steun van een zuster en de dokter kijkt tevreden toe en zegt vaak: "Prachtig! Goed zo, bij U gaat alles goed. Zo houden. U blijft opgewekt, dat zal U er overheen brengen." lees verder volgende pagina onderaan

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 16