Indonesische reis-notities (III) "WHY?" De BIMA (- Biru Malam - blauw geschilderde nachtexpres van Surabaja naar Djakarta) reed dat laatste stuk bij daglicht na Tjilegeh met een slakkengangetje i.v.m. de herstelwerkzaamheden aan de baan. Ogenschijnlijk viel er niet zóveel te doen aan die baan en leek dat langzaam gescharrel "lempar waktu" (wegge gooide tijd) na het jakkeren de hele nacht door. Maar wie dit stuk laagvlakte van West-Java kent met zijn vaak enorme overstromingen in de regentijd, denkt anders. NU en niet later moest de baan in prima conditie worden gebracht. Tussen twee haakjes: deze nachttrein heeft werkelijk een prima service. Men rijdt modern confortabel en men geniet een werkelijk verkwikkende slaap, me de dankzij de air-conditioning. Daarom viel eigenlijk dit trage slot van de reis wel wat tegen (en er schijnt telkens weer een andere soesah te zijn!), maar aangezien ik dit landschap heel goed kende, zat dit hele stuk spoorbaan vol fantastische herinneringen van mijn prille jeugd af tot vlak vóór het defini tieve naar Europa gaan toe. Dat waren hoofdzakelijk jachtherinneringen dus: doans, blekèks, mandars, mliwi's, enfin, welke jongen kent ze niet? Er zijn mis schien meer zwervers, jagers, fietsers, die in hun jeugd van Djakarta ook tochten hebben gemaakt de kant van Tjikampek uit. Zij zullen misschien ook net als ik met plezier zulke stationsnamen lezen als de volgende (van Meester Cornelis uit): Klender, Tjakoeng, Krandji, Bekasi, Tamboert, Tjikarang, Lemahabang, Ren gasbandoeng, Kedoenggedeh (de enor me varkensfokkerijen langs de spoor baan zijn er nu niet meer! - T.R.), Krawang, Warungbambu, Klari, Kosam- bi, Dawuan, Tjikampek, Pangkulahsim- pang, Tandjungrasa, Pabuaran, Pring- kasap, Pasirbungur, Tjikaum, Gambar- sari, Pegadenbaru, Tjipunegara, Haur- geulis, Tjipedang, Tjilegeh, Soekame- lang, Kadogangabus, Terisi, Telagasa- ri, Djatibarang! Je ruikt alang-alang, de rode lateriet (tanah abang), de rubberbossen (he vea). Je zag vroeger bij de rawa's de zwermen tilils en op de sawahs de zwermen glatiks (weet U, dat nergens op Java die enorme vluchten glatiks meer zijn? Niemand weet waarom ze verdwenen zijn, maar het is triestI) Wij hebben horen zeggen dat het over matig gebruik van DDT voor de bestrij ding van muskieten en gevaarlijke insecten hier de oorzaak van is, en dat de "onzichtbare" schade aan de natuur op Java veel groter is met mis schien rampzalige terugslag in de toe komst, maar hierover hebben we geen enkele wetenschappelijke beschouwing gelezen. En je merkt alweer als je zelfs met die ultra-moderne BIMA door omstandig heden even langzaam (en opmerkzaam) moet rijden als "toen-froeher" met on ze "Kedoek-ke-dje-glèk", hoeveel méér je dan ziet - en hoeveel méér je dan denkt! Het was september, toen ik door dit landschap reed en de Kentering lag als een straf over het uitgedroogde land. Zelfs de eindeloze rawa's bij Bekasi waren bijkans droog. Op de hogere stukken was overal ook direct rijst geplant door de alerte bevolking. Tussen twee haakjes: als er in Indo nesië ooit tekort aan rijst zou zijn: aan de tani ligt het niet. Letterlijk elke voet gronds is ontgonnen en de land man werkt letterlijk van het krieken van de dag tot het vallen van de avond! Maar goed: nu was dit hele land dus uitgedroogd en het duidelijkst kon je het merken aan de bamboebossen o- veral. Ze stonden er schraal en haast bladerloos en dor bij. Met een schokje (r - •ff/»» Over het algemeen veranderen kinderwagens met de mode mee, maar er is een bepaald soort kinderwagen in Indonesië, die zijn vaste model behouden heeft "door de tijden heen" Dat is het karretje van de sigaretlenverkoper. Dat komt omdat dit model zo practisch ge bleken is. Onder de "opbouw" met sigaretten is de bergruimte bewaard gebleven, waar in "djaman dahulu" een baby placht te liggen. Maar nu is deze ruimte bestemd voor kassa, het halfuurtje, reservekleding en wat dies meer zij. Het hele oorspronkelijke model is er nog, behalve de veren. Die zijn nu berekend op zwaardere ladingen. Waarschuw Uw Hollandse kennissen die voor het eerst naar Indonesië gaan, dat ze niet te gauw gealarmeerd raken als ze allerlei "mans en vrouwen" met zon wagen over de Indonesische trottoirs zien ratelen - er zit géén baby onder de sigaretten! van blijde herkenning passeerde ik ook het stationnetje Haurgeulis (haur bamboebos; geulis lieflijk; Sunda- nees). Als een desa zo heet, dan be wijst dit toch wel, dat de bamboebosjes er hier het hele jaar goed bij staan, en dat er rondom Haurgeulis veel lieflijke bosjes gestaan moeten hebben. Nu lag het dorpje er in de felle warmte wat bij te doezelen en opeens las ik op een kampongpagar een wonderlijk woord in deze omgeving. Er stond met kapoer (of witte verf) met nadrukkelij ke letters "Why"? (Waarom?) geschre ven. Zó diep in de kampong, waar men vermoedelijk uitsluitend Soendanees spreekt en maar een enkeling Indo nesisch, een woord in het Engels! En waarom juist dit woord? Het is één van de meest "geladen" vragen die de mens zich stelt, al zo lang de mensheid bestaat vermoedelijk. Gauguin bracht deze vraag in beeld in zijn Tahiti-tijd in een schilderij kort voor zijn dood. Het schilderij heeft wereldvermaard heid, zeker ook door zijn titel: "Waar komen wij vandaan? Wat zijn wij? Waarheen gaan wij?" Vragen, die dus nogeens kort zijn samengevat in die ene vraag: "Why?" op dat wrakke schuttinkje in dat onbekende dorpje Haurgeulis, pakweg veertig kilometers buiten Djakarta. Zou het maar lukraak een woord zijn, neergeschreven door een jongeman, die bezig was Engels te leren? Neen, daarvoor was het woord té nadrukke lijk, haast calligrafisch verzorgd, op geschreven. Was het de wanhopige vraag van iemand, die in armoede of politieke bewogenheid geen raad meer wist? Toch ook niet. Dan zou het woord in "schreeuwender" letters neer geschreven zijn. Neen, dit woord was in rustige en bedaarde verzorgdheid opgeschreven, en de Engelse taal was opzettelijk gekozen om duidelijk te maken, dat men "naar buiten" spreken wilde, a.h.w. "met de hele wereld" sprak. Of was het toch alleen maar een speelse geste geweest in verdere on nadenkendheid? Ik sprak er de volgende dag over met Margono Djojohadikusomo die me was komen opzoeken, omdat ikzelf door bronchitis liever het huis niet uit ging. U kent deze persoon wel. Hij schreef het boek "Herinneringen uit Drie Tijd perken", dat onze boekhandel zo goed verkocht heeft (de lezers, die het nog niet kennen, missen wérkelijk iets!) en is de vader van de Indonesische Minis ter van Financiën, Sumitro Djojohadi kusomo (wiens naam vele Indischgas- ten nog goed kennen uit de woeligste dagen van Indonesië) Pak Margono was nóch over de filoso fische vraag in die nederige desa, nóch over de taal, waarin die vraag gesteld was, verbaasd. Het is immers een vraag, die ieder denkend mens zich stelt, zei hij, waar ook ter wereld en 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 12