Hoe ontstond
de Bataviase Radio Vereniging
16
Het volgende verhaal ligt al geruime tijd
op onze schrijftafel. Wij zijn, toen wij
het ontvingen, een beetje geschrokken
van de vele technische bijzonderheden,
die de schrijver in zijn stuk heeft inge
last. Wij nemen zijn stuk toch onverkort
op, omdat het voor ingewijden in de
radiotechniek een beeld kan geven van
de enorme moeilijkheden, waarmee men
zo'n 50 jaar geleden te kampen had. En
voor onze minder deskundige lezers zal
de geschiedenis van het uiteindelijk re
sultaat zeker boeiend zijn. En is het niet
van belang zoveel mogelijk "historische
feiten" uit het oude Indië vast te leggen?
De schrijver van dit verhaal was in 1924
geemployeerde van de thee-onderneming
"Rongga" bij het plaatsje Goenoeng Haloe
langs de bergweg, ongeveer 80 km. ten
Zuid-Westen van Bandoeng, derhalve diep
in de binnenlanden van Java. Hij was ook,
reeds jarenlang, radio-amateur. De lezer
moge hem toestaan, dat nu voor het gemak
en eenvoud het verhaal verder in de wij-
vorm wordt verteld.
Reeds jaren hadden wij toen proeven achter
de rug: met cohaerers, mineraal-kristal de
tector-ontvangers, de vonk-zender-periode,
de lamp-ontvangst en bovendien de succes
volle ontvangst van de Nederlandse lange
golf-zender PCG. Wie voor dit laatste be
langstelling heeft, leze onze aantekening in
"Radio Bulletin", januari 1963, pag 29 ver
volgd in het October nummer 1965, pag 677.
En toen dit alles achter de rug was - toe
gegeven dat dit een lange aanloop is voor
het hierna volgende verhaal, nodig om de
lezer duidelijk te maken, dat wij daardoor
reeds de nodige ervaring hadden opgedaan,
om met het nieuwe voornemen om te gaan
zenden, te beginnen. Ja lezer, inderdaad
iets nieuws n.l. zenden met ongedempte
golven.
Vermeld dient te worden, dat in het oude
Indië van toen op radiogebied vrijwel niets
was te krijgen. Het begrip "radio" was toen
zelfs nog niet geboren.
Een radio-amateur diende toen niet alleen
begrip te hebben voor hoogfrequent werk,
neen, hij moest ook de electro-techniek
beheersen, materiaal-kennis bezitten, zijn
eigen instrumentmaker zijn, derhalve voor
al diep in de binnenlanden zijn gereedschap
en instrumentarium bezitten en later de
explosie-motor-techniek zich eigen maken
en nog later toen ook radio-telefonie werd
toegepast, gevoel voor muziek hebben. En
dat waren niet de enige hinderpalen, neen,
lezer, wij waren bovendien zwaar gehandi
capt door een streng zend- en luisterver
bod. Dat waren de toestanden omstreeks
19241
Desondanks waren wij, behalve schrijver
ook de Lt van de Genie, G.K.H. de Bont,
van plan om te gaan zenden. Wij wilden de
zaak ondanks alle belemmeringen doordruk
ken! Wat er van komen zou, zouden we wel
merken! I
Wel realiseerden wij ons, dat vrijwel alles
zelf gemaakt diende te worden. Maar daar
deinsden we niet voor terug.
We zullen ons, hiermede niet bezig houden
en laten een lange opsomming van de ver
vaardigde onderdelen achterwege doch wel
willen wij in het kort een beschrijving geven
van de definitieve zender, werkende op een
golflengte van omstreeks 300 meter
Deze golflengte was toen weliswaar toege
wezen aan het scheepvaartverkeer, maar
op deze 300 meter was nimmer kip, noch
kraai te bekennen, duswerd deze golf
lengte als de meest geschikte zonder meer
door ons beiden in bezit genomen.
De antenne was een dubbeldraads antenne,
2 meter uit elkaar - 60 meter lang en 18 me
ter hoog. De zender bestond uit een 3
spoelen-stelsel (gespatieerd volgens de Wi
reless World), primair en secundair afge
stemd, terwijl de oorspronkelijk toegepaste
4 stuks D II Philips-buizen-serie en parallel,
om meer vermogen te kunnen opwekken,
werden vervangen door 2 stuks C 509
Philips eindversterker-buizen in push-pull.
Het anodestroom-vermogen bedroeg toen
primair bij 150 Volt anodespanningen totaal
16 ma anodestroom, 2,4 Watt, een antenne-
stroom gevend van 240 ma gemeten met
een Telefunken hittedraadmeter meetbereik
0-05 amp. De anodespanning werd geleverd
door 2 Helleslus anodeblokken, totaal 150
Volt. Het was absoluut onmogelijk om over
meer te beschikken.
Daar hadden wij ons bij neer te leggen!
Als modulator-onderdelen werden een ge
wone koolmicrofoon en een lijntransforma-
tor gebezigd, voor een krats op de dieven-
markt Bantjeuh te Bandoeng gekocht. De
microfoon werd aan een elastiek opgehan
gen aan de leuning van een omgekeerde
stoel en geplaatst voor een "His Masters
raocssCOn
öerip soemoUardjo
"OERIP SOEMOHARDJO"
door Rohmah Soemohardjo-
Soebroto
Verkrijgbaar bij Boekhandel
Tong Tong, uitgave Moesson
reeks. Prijs 8,incl. porto.
Een boek, waarvan J.H.R. in Tong
Tong zegt:
het geeft een boeiend beeld
van het leven van een Javaanse
familie, sterk georienteerd op
Nederland, maar nochtans Indo
nesisch
Voice"-grammofoon: voor spraakmodulatie
werd ze dan op dat moment ter hand ge
nomen. Alles, allesbehalve professioneel,
maar we waren amateur en wilden snel van
start gaanen het ging.
Intussen had er een zeer onwelkome ge
beurtenis plaats. Wij werden op een voor
ons op een wel zeer ongelegen moment
overgeplaatst naar de thee-onderneming
Pasir Datar", 8 km. boven Soekaboemi,
gelegen op de hellingen van de Goenoeng
Gedeh en de Pangerango. De gehele radio
kamer moest afgebroken en ingepakt wor
den en aldaar opnieuw opgesteld en toen
dat gereed was, was zo langzamerhand 1925
reeds een eind gevorderd.
Thans konden de proefuitzendingen aan
vangen. De meest effectieve instelling op
300 meter vond eerst plaats toen deze
gevonden was, waarna de instelling van de
modulatie volgde. Als geluidsbron werd
voorlopig een wekker gebruikt en het uit
gaande gemoduleerde vermogen gecontro
leerd met een plankje en ter hand te nemen
kristal-ontvangertje met koptelefoon als
luisterapparaat. Toen bleek dat dit naar ons
oordeel bevredigend was, werd grammo-
foonmuziek erop gemoduleerd.
Met deze draagbare kristal-ontvanger, al
wandelend, terwijl onze huisjongen thuis de
grammofoon opdraaide en een kleine an
tenne van 4 meter aan een draagbare
bamboestok en een aardpen van dik ijzer-
draad kon een afstand overbrugd worden
van enkele KM's.
Eenmaal zover gevorderd werd nu elke
avond regelmatig van 7 tot 8 uur muziek
uitgezonden met als afkondiging "Hier is
het Amateur-telefoniestation G.H.R. op een
golflengte van 300 meter; thans krijgt U
te horen een grammofoonplaat, getiteld..."
Er werd niet om rapporten gevraagd, noch
werd ons adres via de microfoon opgegeven,
dat kon vanwege het luister- en zendverbod
immers niet. Waarom wij het zenden dan toch
in het wilde-weg deden? We hoopten hier
mede in de eerste plaats vanuit Soekaboe
mi, Bandoeng te bereiken, waar onze vrien
den J. E. Hauschildt en Th. van Bemmel
zaten, beide ras-amateurs en tevens de
luitenant van de Genie G.K.H. de Bont
eveneens een old-Timer en in de tweede
plaats: wat moesten wij van dit vermogen
verwachten? We wisten het niet! We wis
ten allen, dat het goed uitging! Men kan
nooit weten, hoe een koe een haas vangt.
Konden wij van deze ongedempte, voor ons
op zendgebied, geheel nieuwe golven won
deren verwachten en zouden onze vrienden
in Bandoeng en Tjimahi voldoende geduld
kunnen opbrengen, om naar ons te zoeken
en te luisteren?
Onze vrienden in Bandoeng, beiden in het
zelfde huis, hoorden ons niet. Uit een later
ingesteld onderzoek bleek er in hun ont
vanger, juist in het 300 meter-gebied een
leemte, een "gap", te zitten, zodat hierdoor
zij niet in staat waren om onze draaggolf
te vinden. De Lt. de Bont in Tjimahi hoorde
ons op zijn 5 lamps-toestel (2-V-2) wel,
goed verstaanbaar, doch niet sterk. Geen
wonder, zijn antenne was maar 25 meter
lang en slechts 8 meter hoog. Toegepast
werden 5 stuks Siemens-Schottkij trioden.
En toen bereikte ons opnieuw een onheils
tijding. We kregen van onze vriend Hau
schildt een brief met de mededeling, dat
het radiostation van het vliegveld "Andir"
opdracht had gekregen, ons te peilen en
twee weken later kwam er uit Soekaboemi
een PTT-ambtenaar (Hr. Leeman; later in
het kamp door de Jappen doodgeschopt)