Fonteijn Co -
DE HEMELMERTJON
Kerstmis: aanschouw
de Verlosser
Manokwari was in 1930 een klein plaat
je. Het ligt aan een prachtige baai.
Toen langs het strand enige, door Chi
nezen beheerde winkeltjes, één Japans
tokotje, enkele huisjes. In de rotsen
waren trappen uitgehouwen, die leid
den naar de huizen van de Europeanen,
naar de pasanggrahan en de tangsi.
Achter deze huizen begon de jungle
waarin geen wilde dieren; wel slangen,
die zo giftig waren dat, wanneer je niet
voor de deur van het hospitaal gebeten
werdfgeen medicijn meer hielp. Eens
per maand kwam een KPM'er langs,
die post bracht en na enkele uren zijn
reis vervolgde naar Hollandia en een
week daarna de post ophaalde en naar
Ambon vertrok. Wanneer de radio-tele
grafist malaria had, waren wij van da
gelijks nieuws verstoken. De wonderen
verricht door een enkele injectie tegen
framboesia deed de naam van onze
medische dienst veel goed en wekte
vertrouwen. Het is een afschuwelijke
ziekte niet ontstaan door erfelijkheid,
noch aangeboren. De infectie wordt
overgebracht door vliegen en besmette
kleren.
Het gehele lichaam is bedekt met zwe
ren die verschrikkelijk jeuken. Door
neosalversaan - inspuitingen is men in
korte tijd genezen.
Begin december spraken de zendeling,
dhr. van Hasselt, en ik over de voorbe
reidingen voor Kerstmis.
"Wat kunnen wij doen, Mevrouw?" -
"Zullen we Kerstnacht vieren en wel zo
dat om 12 uur middernacht de klok van
de kerk (kerkje) luidt, dat het Ambon-
nese fluitorkest de liederen speelt en
als U de woorden van "Minuit, Chré-
tiens" in het Noemfoors (de taal van de
Papua's) vertaalt, leer ik aan de meis
jes het kerstlied.
En zo gebeurde het. De Papua's zijn
muzikaal en de wijs was gauw bekend.
Het merkwaardige is, dat in een zo'n
klein geïsoleerd plaatsje iedereen d'
tekst en de wijs overneemt zodat je
op de pasar zelfs het kerstlied hoorde
fluiten.
Zo daalden wij dan tegen half 12 's-
avonds de trappen af naar de kerk. De
kerkklok luidde. Na de-preek van dhr.
van Hasselt werd het franse kerstlied
gezongen, gevolgd door "Stille Nacht".
Over het stadje omgeven door woeste
bergen (Arfak) waar nog kannibalen
huisden, klonk het
"Peuple genoux, attends ta
délivrance"
Noël, voici Ie Rédempteur".
Thuis wachtte de plumpudding, die
brandenc^ werd binnengebracht. De be
dienden zagen er iets magisch in. Ik
had hun al uitgelegd, dat dit betekent
"Ik ben het licht der wereld" en deze
uitleg werd onmiddellijk aanvaard en
begrepen.
C. M. Bouwens-Hoek
Vlamingstraat 5, Den Haag, Tel. 11 66 77
v/h te DJOKJA
GOUDEN
schakelarmbanden
krintjing
slangen
colliers
(6 tot lOOgr.)
toesoek konde
peniti kabaja
van 22 karaats goud
BRILJANTEN
markiesringen
hangers
oorknoppen
gezet in
22 karaats goud
MIDO
22 Karaats verlovingsringen polshorloges
SEBELAH ROTAN ARMBANDEN VAN 24 KRTS GOUD (mas kertas)
TJITJAK broches in 22 KARAAT goud in étui 79,50 franco huis.
Het was 31 december 1913. We woon
den in dat jaar in Semarang, in een
groot huis met een ruime tuin beplant
met vruchtbomen en cocospalmen. We
hadden Kerstvacantie. In die tijd een
evenement en vooral 31 december had
voor ons zo zijn bekoring.
Mijn Vader - handelsgeëmployeerde -
had uit hoofde van zijn werk, veel met
de kopstukken van de Chinese suiker
wereld te maken. Tegen het einde van
ieder jaar, werd Pa royaal bedacht met
kratten gula batu, ham, sigaren en
noem maar op.
Maar waar wij kinderen gretig op aan
vielen, was de kist met vuurwerk, die
ook meekwam.
Er waren meerdere goedgeefse suiker
magnaten. De gaven groeiden behoor
lijk, zo ook de kisten met mertjons, die
bij aankomst met luid gejuich door ons
werden binnengehaald.
Na de uitstorting van de hoorn des
overvloeds, waren we enige hammen
rijk en diverse lekkernijen plus vijf a
zes kisten vuurwerk. Het kon niet op.
Rijkelijk voorzien was de inhoud van
elk dier kisten: tamboers, rentengs
longs, losse long kilap, te veel om op
te noemen. Met het afsteken ervan,
moesten we op Pa wachten, die een
volle dagtaak had en om zes uur 's a-
vonds pas thuis zou komen. De tam
boers werden vast uitgepakt en aan
eikaar verbonden ter lengte van 'n co-
cospalm, waaraan het geval ook werd
opgehangen. Het oude jaar moest uit -
en het nieuwe ingeknald worden.
Vol ongeduld en onder gezellige kout
en de nodige snoeperijen werd klokslag
12 afgewacht. Onze djongos stond al
met zijn oepit klaar, om op een teken
van Pa, de renteng aan te steken.
Eindelijk dan was het zover! De eerste
knallen lieten zich horen en daarna
verging horen en zien. Het lawaai was
oorverscheurend en de rook belem
merde het zicht. Ik had de tijd opge
nomen: het knalfestijn duurde precies
15 minuten.
Vlug allen Nieuwjaar gewenst en toen
mochten we tot één uur 's nachts ons
hart ophalen aan het vuurwerk. Politie
verordening: 's nachts na één uur geen
geknal meer.
We waren met zes jongeren. Toen het
afsteken afgelopen was, zaten we op
de stoep van onze voorgalerij elkaar
spookverhalen te vertellen; het ene
nog griezeliger dan het andere.
De maan, die toen helder scheen, ver
lichtte de tuin met haar zilveren licht en
de spookverhalen misten hun knal
effect.
Toen plots! Het nieuwe jaar was nau
welijks 2 uren oud - werden wij opge
schrikt door een oogverblindend witte
lichtflits en pal er op een daverende
donderslag. Een van ons gilde huizen
hoog. Ik vroeg: "Ben je getroffen?"
"Nee," was het antwoord. "Nou, houd
dan je mond", was mijn repliek. On
logisch natuurlijk; kwam allemaal van
wege de schrik. Wat was het geval?
De bliksem - en dat bij heldere
hemel - was ingeslagen in de top van
een klapperboom, die meteen in lichter
laaie stond en daarna knetterend ter
aarde viel. Het was wel een machtig
gezicht.
Pa, die door de klap wakker werd,
vroeg ons wat er gaande was? We
wezen hem op de nog smeulende kruin.
Dit was een voorval om nooit te ver
geten; een bliksem-inslag bij heldere
maannacht. Dit is toch iets heel unieks
en komt zelden voor, niet waar?
Si Boeloes
11