"GOD SLAAPT NIET"
Weet U wat ik, zo lang ik in Holland
ben, zelden of nooit heb horen zeggen,
tenminste door "Hollanders-van-hier"?
De uitdrukking: "God slaapt niet."
Waarvan ik niet eens weet of zij even
tueel afkomstig is uit de Christelijke of
een andere religie, maar wel dat wij-
uit- Indië de uitdrukking zeer vaak be
zigden. Denk erom; dit onderwerp
gaat veel dieper dan U denkt. Luister
maar.
Persoonlijk herinner ik me die uitdruk
king heel positief al van kindsbeen af.
Van de lagere school af. Ook al waren
het maar kinderen natuurlijk, die het
zeiden. En altijd kinderen aan wie een
echt of vermeend onrecht ten deel ge
vallen was. Die b.v. keer op keer een
slecht rapportcijfer hadden gekregen
en vonden dat ze beter verdienden. Of
die nogal vaak een pak ros hadden
opgelopen van iemand, tegen wie ze
niet op konden, en zeker wisten dat
de onverlaat zijn loon niet ontlopen
zou. Vandaar: God slaapt niet.
Het werd overigens ook onder rustiger
omstandigheden gepreveld of verzucht
door mensen wier eindeloos geduld (op
jacht, ter visvangst of gewoon voor
promotie op kantoor) zwaar op de
proef gesteld werd. Door vrijers of
vrijsters, wier stille avances kennelijk
niet werden opgemerkt. Door hekken
sluiters in de voetbalcompetitie of men
sen die jaar in jaar uit een lot uit de
loterij kochten, nimmer met succes!
Door mensen dus, die "onrechtvaardiq
leden".
Zoals U ziet, het totale gamma van
menselijke tekorten en droefheden pas
seerde in Indië de "sommatie der
Geduldigen om God te doen ontwaken
ook al sliep Hij niet. En laat ons uit
eigen ervaring nog eens extra bena
drukken: vooral tijdens krijgsgevangen
schap werd het "God slaapt niet" voor
alle zaken en in alle graden van devotie
gepreveld door ons, tawanans. Van de
Vrijheid af tot een lepel rijst toe.
Al lijk ik me hier en daar wat lichte
spot te veroorloven over dit onderwerp,
niets is minder waar. Ik wilde alleen
duidelijk maken hoe zeer onze geest
permanent doortrokken was van de
bewustheid dat geen onrecht ooit eeu
wig duren kan. We vinden hier ook iets
terug van de Indonesische verzuchting
van^aanvaarding: "Tuhan kuasa..." Het
schijnt te getuigen van een soort ge
brek aan doortastendheid om zelf op te
treden, om "het recht in eigen handen
te nemen".
de doorsnee Europeaan al in de geest
van Keizer Ferdinand I 1550) met
diens: "Fiat justitia et pereat mundus"
(Wat recht is, geschiede, ook al ver
gaat de wereld).
Sindsdien (sinds "de Nieuwe Tijd") is
de westerse wereld al ettelijke malen
letterlijk vergaan in allesvernietigende
wereldoorlogen, die allemaal geschied
den voor het een of andere "recht" -
we hebben niets geleerd.
Want één ding hoef ik de lezers niet
apart uit de doeken te doen. De mens
wil altijd graag het recht zijn beloop
laten hebben als er gestraft moet wor
den, maar vergeet gauw en veel als er
beloond moet worden! Alle misplaatste
straffen en oorlogen zouden niet zo erg
geweest zijn, als daarnaast ook even
veel beloond en geëerd was!
In elk geval is de dynamische wester
ling er van nature altijd graag toe be
reid om het recht op zijn minst een
handje te helpen. En hoe extremer de
westerling, hoe extremer de "straf-
plicht". Onze lezers in de V.S. weten
hoe zwaar "The Law" daar toepassing
eist. Bij voorkeur met het pistool! In de
historie van het westen: hoe lang denkt
12
Wij uit Indië (met al onze aangewreven
gebreken toegegeven desnoods) heb
ben geleerd te leven met éndere opvat
tingen van recht dat 't "alleenzaligma
kende" Romeinse (later door Napoleon
nog eens extra "bijgeslepen") Recht en
ikzelf b.v. heb in mijn studies gewoon
weg niet anders geweten of het Volken
recht (der Zivilizierter Völkerl") was
alleen denkbaar in de termen van
Bluntschli. ALLES in het Westen ge
beurt volgens één rechtsopvatting,
maar wij uit Indië hebben leren kennis
maken met het adatrecht. We hebben
er nooit lesjes in gehad, maar in het
leven tussen bruine mensen hebben
we langzamerhand geleerd dat er op
zijn minst twee opvattingen (normen,
structuren, procedures) zijn van recht,
waarmee menselijk wel en wee, en le
ven en dood gemeten kunnen worden.
En ik geloof dat ergens tussen die
twee vormen van rechtsbestel de ty
pisch Indische geestelijke instelling
gegroeid is, waaruit het "God slaapt
niet" ontstaan is.
Omdat onze maatschappij namelijk tel
kens weer in allerlei vormen rekening
leerde te houden met andere beoorde
lingen van menselijke gedragingen,
waarover men dus niet te gauw een
vonnis vellen mocht. Om onrecht te
voorkomen.
Niet te gauw. Wanneer dan wel? Hier
ontbreekt elke redelijke en billijke tijds
berekening. "Alleen God weet het." En
"God's molens malen langzaam, maar
malen verschrikkelijk fijn" en "Zij die
geloven, haasten niet." En méér ge
dachten als deze. Waarbij de mens zich
ondergeschikt stelt aan hogere wetten
en machten. En weigert "die stomme
letter van de wet direct en woordelijk
uit te voeren".
Fundamenteel getuigt het "God slaapt
niet" van het erkennen van menselijke
beperktheid en feilbaarheid en het uit
dien hoofde zich niet competent achten
om te oordelen over medemensen. Om
dat bovendien ervaring heeft geleerd
dat snel straffen vaak leidt tot voor
barig straffen en dus tot ONrecht. Wat
nóg erger geacht wordt dan het euvel
dat men beoogt te straffen.
In mijn (zo zoetjes aan tegen wil en
dank steeds langer wordende) leven
heb ik al zóveel motiveringen moeten
aanhoren over dat "God slaapt niet", ik
kan me soms niet indenken dat in deze
westerse beschaving het rechtsoordeel
nog steeds gevormd wordt op één
manier - en een meestal kort-menselij-
ke manier.
Twee van die motiveringen wil ik nog
wel noemen: 1. snel veroordelen leidt
te gauw tot "varkentjes wassen", tot
andermans vuile was buiten hangen",
is kortweg: kasar, grof, "vulgair". Men
voelt zich a.h.w. treden op een hoger
terrein, waar meer evenwicht en geduld
vereist moet worden.
Niet zo "rèwèl hantem kromo" als iets
verkeert is (of schijnt). Vaak domineert
de mening: "Ikzelf heb geen één recht
van Wie dan ook gekregen om te oor
delen over een medemens!" Wat bijna
bijbels is van ernst!
2. Bij weer anderen domineert motief
loos alleen het Geduld. Waarbij men
a.h.w. de Tijd toelaat om als Rechter
een tweede getuige te produceren in
een latere periode.
Hoe wonderlijk dit ook klinkt, dit is
toch wel essentieel een natuurlijke
periode. Waarbij men alle dingen laat
rijpen door de tijd.
Mensen die deze denkwijze verworven
hebben, krijgen de onaanraakbaarheid
(en onschendbaarheid) van een oude
waringin, een basaltmassief, een berg.
Want wie de Tijd tot bondgenoot kiest
ontstijgt elke menselijke kleinheid en
feilbaarheid.
Deze mensen hebben die merkwaar
dige kijk op het leven, die men in het
Oosten "Het Derde Oog" noemt. De
meeste westerlingen zijn geneigd te
spotten met het plaatje van zo'n derde
oog boven de twee normale ogen. Maar
in feite symbolisert dit Derde Oog het
denken en oordelen "met één dimensie
meer". En zoals U weet: puntbepalin-
gen vanuit twee punten zijn feilbaar,
maar vanuit drie punten zijn onfeilbaar.
V. M. B. Jager
Tong Tong zou het zeer waarderen om
Uw mening te horen over dit opstel -
ook de kortste opinie kan erg waarde
vol zijn voor ons blad. Ook als U het
niet eens bent met de zienswijze van
dat God slaapt niet" staat Tong Tong
graag open voor een heldere uiteen
zetting.
V.M.B.J.