OUDEJAARSAVOND IN WELTEVREDEN Straten, lanen en pleinen zijn vrijwel uitgestorven. Sporadisch ziet men een auto, deleman of sado zich langs de verlaten wegen voortspoeden. Vanuit de huizen flikkeren de op kerst bomen aangebrachte echte kaarsjes, terwijl oudejaarsliederen de plechtige sfeer, die door dit alles is ontstaan, nog verhoogt. Hier en daar hoort men wat vuurwerk, dat voortijdig wordt afgeschoten met als normaal gevolg een stel blaffende of huilende honden. Naar gelang het moment van de jaar wisseling nadert, begint het onrustiger te worden. Niet wat de mensen betreft, maar wel neemt het lawaai toe, meer sissers en vuurpijlen, rotjes en meer van dat fraais, steeds gevolgd door een hondenconcert. Op de erven vóór de huizen komt ook meer beweging; men maakt zich ge reed, om prompt te middernacht het nieuwe jaar in te schieten. Gastvrou wen schenken de glazen vol champag ne, wijn en andere drankjes, zodat direct, na middernacht alle goede wen sen kunnen worden geuit voor het ko mende jaar met het wijnglas in de hand. Het is middernacht, de kerkklokken beginnen te luiden, welk klokkengelui binnen enkele ogenblikken wordt over stemd door het oorverdovende lawaai van het vrijwel van ieder erf ontstoken vuurwerk. Lang duurt dit meestal niet. De energie, om de goden goed te stemmen door dit vuurwerk de lucht in te jagen, gebeurt met zo'n intensiteit, dat de voorraad vrijwel overal snel op is, zodat het klokkengelui als overwinnaar uit de strijd treedt. De rust keert weder in de huizen. Men zit weer; neemt nog een tweede glas, haalt herinneringen uit het afgelopen jaar op, herdenkt de overledenen, vrienden en bekenden in het Westen; in één woord allerlei gedachten, meest prettige komen boven, waardoor het gesprek gemakkelijk nog uren kan wor den voortgezet. Tegen een uur of twee, drie beginnen de meesten afscheid te nemen; er komt meer vervoer op straat; zij, die te gast elders waren, keren huiswaarts en te gen het krieken van de 1e dag van het nieuwe jaar kan wel aangenomen wor den, dat de viering van de laatste dag van het jaar daarvoor voorbij is. Met uitzondering dan van plakkers. Er zijn er natuurlijk ook altijd, die er een dagje aan vastknopen en de nieuwjaarsmid dag, indien zij tenminste niet naar offi ciële nieuwjaarsrecepties moeten, ge bruiken om de vermoeienissen van die ééne dag van het jaar te overwinnen, zodat de werkdag op 2 januari fit en met een schone lei kan worden be gonnen. Er is nog iets specifiek-lndisch, dat bij de viering van oud- en nieuw nimmer vergeten wordt. Na de jaarwisseling worden de erveader Europeanen over stroomd door zogenaamde "hoempa's", dat zijn met een groot woord gezegd, clubje straatmuzikanten: drie, soms vier of vijf man tellend, die nieuwjaar komen wensen door één of, als zij de kans krijgen, meerdere bekende hol- landse liedjes te spelen. "Als ze de kans krijgen," ja, dat mag er wel bij gezegd worden, want uit de meegebrachte instrumenten, meestal één of twee blaasinstrumenten, een trom, soms een grote trom en soms een paar violen, wordt wel zo'n afgrij selijk lawaai geproduceerd, dat men zich haast de leider een fooi te geven met het verzoek snel te verdwijnen. Dat lusten zij natuurlijk wel, want hoe meer huizen bezocht worden, hoe meer centen er binnen komen. Dit ter inleiding van het volgende. Na de intrede van het nieuwe jaar, uit gewisselde gelukwensen, zijn er ver- scheidenen, men mag in feite wel haast zeggen, vele soosleden, die enkele eerste uren van het nieuwe jaar ge bruiken, om even naar de club te wip pen; te kijken, wie daar zijn, handjes te drukken, nog wat te drinken en weer naar huis te verdwijnen. Dit heeft dan het voordeel, dat je op nieuwjaarsdag of in de eerste dagen van het nieuwe jaar een heleboel handjes niet meer behoeft te drukken, dat is dan in de club al gebeurd. Meh begrijpt wel, dat de op winstbejag uit zijnde Mengelberg-orkesten van deze gang der heren op de~ hoogte zijn. Bij het binnengaan van de club, van welke zijde dan ook, komen de orkes ten met één of ander bekend wijsje, zoals "Toffe jongens - Westertoren - Over there - ga maar door! Het hele repertoire van liedjes, die op vrolijke avonden als community songs naar buiten klinken, worden geblazen, ge fiedeld, getrommeld; de melodie kan je er inderdaad nog juist uithalen. Op zo'n avond had één der soosgan- gers plotseling een idee. Hij nam het straat-orkestje mede, plaatste het in de grote marmeren hal van de club en begon enkele bekende liedjes te diri geren. Lawaai genoeg natuurlijk. Het duurde niet lang, of het sooslid kreeg concurrentie van een ander zich als dirigent ontpoppend lid. Het leek wel een sneeuwbal. Binnen het kwartier waren vrijwel alle straat-orkestjes in de marmeren hal opgesteld. Dirigent no. 1 nam de lei ding, instrueerde ieder orkestje wat het moest spelen, want dat was juist het grappige. Hij liet ieder orkestje, voor zover dat kon een ander deuntje bla zen: toen plotseling stilte. Op een podium, midden in de zaal staande, hief deze dirigent beide armen omhoog en riep met luide stem "ENNU". Wat men toen te horen kreeg is niet na te vertellen. Het vuurwerk was er niets bij. Ik denk, dat de bewoners in de omgeving van de club bijna een hart verlamming van schrik hebben gekre gen. Vogels fladderden her en der waarts. Men wist niet, hoe snel men daarna afscheid kon nemen van deze straat musici, die in het dagelijks leven mis schien wel tuinjongen waren, sado koetsier, karbouwendrijver en wat al niet meer. Zo kon een oudejaarsavond in Welte vreden weieens eindigen. Klaasje Sevenster Na de jaarwisseling worden de erven der Europeanen overstroomd door orkestjes van straatmuzikantenFoto: Instituut voor hand-, Taal- en Volkenkunde. 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1972 | | pagina 24