Sjri Rama Tjandra
Ramayana
De Ideale Koning.
Een korte samenvatting van het
Vanwaar mijn
belangstelling
voor het
Ramayana
Wishnoe deelt mee dat hij Rawana zal bestrijden. Rechts, andere goden.
Links Garuda.
Wishwamitra is gekomen om Rama's bijstand te vragen tegen de
Raksasa's die hem kwellen. Wishwamitra zit op de ereplaats. Links
Koning Dasaratha met de Koningin, rechts enige hovelingen.
Vele duizenden jaren geleden werd het eiland Ceylon be
woond door reuzen. Het eiland heette toen Lanka en de
koning van Lanka was Rawana, een reus met tien hoofden
en twintig armen. In elke hand droeg hij een dodelijk wapen.
Deze reuzen konden zich vrijelijk door de lucht bewegen
en vlogen geregeld naar het vaste land van India, waar ze
de bevolking het leven vergalden. Ze plaagden de mensen
op duizend en één manieren en kluizenaars en andere heili
gen hadden het zwaar te verduren.
Nu was er ongeveer 3000 jaar geleden in India een koninkrijk
dat Ayodia heette en de Koning van Ayodia heette Dasaratha.
Dasaratha had drie vrouwen, maar geen kinderen. Daar hij
niet erg jong meer was, baarde dit hem zorgen en hij smeekte
de goden hem een zoon te schenken, opdat die het land zou
kunnen regeren als hij er niet meer zou zijn.
Zijn gebed steeg ten hemel. En ook de gebeden van de
mensen, die de goden smeekten hen te verlossen van die
gevreesde Rawana, stegen ten hemel. De goden luisterden
'naar deze smeekbeden en beraadslaagden wat er zou kunnen
geburen. Toen sprak Indra, de god van de donder. "Ik ga
naar de aarde en slinger hem dood met een bliksemschicht."
Daarop nam de god Brahma het woord en zei, dat dit hem
niet zo gemakkelijk zou vallen. Want vroeger, toen Rawana
nog niet de boze demon was die thans Lanka regeerde, had
Rawana hem, Brahma, eens een dienst bewezen en als dank
daarvoor had Brahma hem onkwetsbaar gemaakt. Er was
maar één wezen voor wie Rawana niet onkwetsbaar was, en
dat was de mens. Maar niemand zou ook maar in de verste
verte durven denken dat er een mens zou zijn die Rawana
iets zou kunnen doen.
Daarop sprak Wishnoe: Dan zal ik op de aarde nederdalen,
en daar geboren worden als de vier zoons van Dasaratha.
Als ik dan volwassen ben zal ik de strijd met Rawana aan
binden en hem doden. Dan is het gebed van Dasaratha om
een troonopvolger verhoord en ook het gebed van het volk
van Zuid India, dat om verlossing smeekt van de boze demon
Rawana.
Op mijn 16e verjaardag kreeg ik van mijn twee jaar
oudere broer het boek "Verhalen en legenden van
Hindoes en Boeddhisten", een deel van een vrij
omvangrijke serie met verhalen, legenden, mythen,
enz. van over de hele wereld, uitgegeven door
Thieme in Zutphen. Ze zijn uitverkocht en het is een
verlies voor't Nederlandse culturele leven dat ze niet
meer worden herdrukt. Ik liet het in 1937 in Malang
achter (denkende 3 jaar met studieverlof te gaan)
in één van de 10 kisten met boeken die in de
oorlog vermoedelijk tot katjangzakjes verscheurd
zijn. Ik vond in 1942 in Holland een 2e-hands
exemplaar, dat mij in 1945 afhandig is gemaakt en
sindsdien droom ik er van dat mij nog eens een
exemplaar in handen zal vallen.
Ik las en herlas het - als mooi verhalenboek -
vermoedde diepere betekenissen maar vond die
niet - en nam het in 1923 mee, toen ik als candi-
daat gezaghebber bij het B.B. naar Indie ging.
Na 12 ambachten uitgeoefend en 13 ongelukken be
leefd te hebben, werd ik in 1928 benoemd als En
gelse leerkracht aan één van de twee Muloscholen
in Semarang onder directie van de heer Aandewiel.
Maar daar er aan die school geen leraar Engels
nodig was, maar wel een man die Nederlands en
Aardrijkskunde kon geven, werd ik als onderwijzer
in de brugklas gezet en de onderwijzer uit de
brugklas ging Nederlands en Aardrijkskunde geven
in klas 3.
Daar zat ik - voor een klas Javaanse jongens en
meisjes - met als enige kwalificaties een diploma
HBS, een diploma Radiotelegrafist, een Diploma
M.O. Engels-A en een onverwoestbaar zelfvertrou
wen.
De lessen in rekenen waren mijn nachtmerrie. U
weet wel: A gaat op weg van X naar Y en B gaat
hem vanuit Y tegemoet. A loopt op klompen en
legt P km per uur af, en B loopt op stelten en
vordert Q km per uur. Waar ontmoeten ze elkaar
als de weg R km lang is.
Of: Twee vaten hebben 2 kranen. Uit het ene vat...
enfin, U kent ze wel: redeneersommen. Ik had er
op de lagere school altijd mee overhoop gelegen
en wist nog steeds niet hoe ik er mee aan moest.
In de rekenles in Semarang, rekende ik ze alge-
braisch even gauw uit en vroeg dan: "Wie heeft
die som af?" En als dan Soeharso, Soelarso, Soe-
narso, of Soekarso er hetzelfde uit had als ik, liet
ik hem de som op bord maken.
Nederlands was helemaal een crime. Die arme Ja
vaanse kinderen moesten opstellen maken over het
vergaan van een Urker vissersboot op de Zuider
zee. Cijfers Nederlands: 51/2, 6, 61/2, enz.
In mijn eerste les moest ik die opstellen, gecorri
geerd door mijn voorganger teruggeven en de cijfers
mededelen. De kinderen zaten naar me te kijken
in doffe berusting.
"Kom", zei ik, "Ik zal jullie een ander verhaal
vertellen en dan maken jullie daar een nieuw
opstel over."
"Er was eens een Koning, die Dasaratha heette..."
De donkere, op mij gerichte ogen begonnen te
schitteren. "Dasaratha had geen zoons, en op
een dag dacht hij: "Ik zal een paardenoffer bren
gen. Dat is het hoogste offer aan de goden, en
dan zullen zij mijn gebed misschien verhoren en
mij een zoon schenken die Koning kan zijn als ik
er niet meer ben." En ik vertelde, en vertelde
de bel gingNederlands was voorbijik moest
aardrijkskunde geven (de plaatsen lang de Zaan die
ik zelf van mijn leven niet heb kunnen onthouden)
ik vertelde doorhet werd pauzewe
gingen doorhet hele rekenuur ging er aan en
eindelijk, aan het eind van het rekenuur, vroeg
Rama aan de goden om ai zijn gesneuvelde krijgs
makkers weer te doen herleven en reisde hij met
Sita, Laksmana en een paar van die krijgsmakkers
in de hemelwagen Poespaka naar Ayodia terug.
Ik zette ze toen aan het opstellen maken en be
loofde hun dat ze er de volgende dag de hele dag
aan mochten doorwerken. Wie schetst mijn verba
zing, toen ik de opstellen in handen kreeg met
opschriften als:
De Kidang KentjanaRomowidjojoHoe Do-
somoeko gedood werdenz. enz. en het mij toen
eerst duidelijk werd dat deze verhalen de kinderen
volkomen bekend waren omdat ze er in wajang
voorstellingen van kindsbeen af mee opgegroeid
waren.
Dat de cijfers voor Nederlands gemiddeld 11/2 Punt
omhoog gingen, zal U niet verbazen, hoewel het
me heftige ruzie bezorgde met de andere onder
wijzers, die verontwaardigd waren dat ik, als snot
neus zonder onderwijzersbevoegdheid, meende de
cijfers van mijn zeer bevoegde voorganger binnen
14 dagen te moeten verhogen!
Later gaf ik les aan de Pasteurmulo te Bandoeng -
aan de H.I.K. te Lembang en te Bandoeng - aan de
Mosviba (Opleidingschool voor Inlandse Bestuurs
ambtenaren) aan de Tegalega te Bandung - aan de
A.M.S. te Solo en te Malang - aan het Malangs
Lyceum - aan de HBS te Arnhem en te Woerden -
aan het internaat Roelof Hart te Ede - aan het Ly
ceum te Bilthoven en (na de oorlog) aan de Biliton
HBS te Bandung en ten slotte aan de Werkplaats
van Kees Boeke te Bilthoven.
Veertig jaar lang heb ik Engelse les gegeven en
elk jaar ben ik in een of meer klassen op mijn
katheder gaan zitten om het verhaal van Romo
widjojo en Dosomoeko te doen.
De bij mijn verhaal afgedrukte foto's heb ik met
mijn vrouw (toen nog mijn verloofde) in 1928 ge
maakt toen we een reis over Java maakten in een
T-Ford en 14 dagen op de Prambanan en de Boro-
budur hebben gezeten om 120 foto's te maken.
H.B.
Wie kan mij er aan helpen?
4