Peutjut is niet vergeten!
Eersie bezoek
van een Nederlandse Ambassadeur aan Atjeh sinds 1950
V.l.n.r.: Teuku Tjoet Moh. Hoessin (Tjoetje), ambassadeur Mr. H. Scheltema, de Heer L. E.
Holtz en de Heer Asnawi. De foto ward genomen in de gouverneurswoning te Kuta-Radja,
ter gelegenheid van het bezoek van de ambassadeur aan Atjeh, november 1972.
Op 14 november j.l. te 15.00 uur arri
veerden te Kuta Radja de Ned. Ambas
sadeur Mr. H. Scheltema en echtgeno
te, benevens zijn secretaris, de Heer
Holtz met echtgenote, zij werden ont
vangen door de Gouverneur van Atjeh
A. Muzakkir Walad en vele andere au
toriteiten.
Op 15 november j.l. te 7.30 uur werd
een bezoek gebracht aan de Atjehse
Militaire Begraafplaats, en daarna aan
het Gouverneurskantoor en het Mili
taire Hoofdkwartier.
Om 13.00 uur vertrok het gezelschap
naar Sabang.
Op 16 november j.l. te 9.00 uur kwam
het gezelschap terug van Sabang. De
Nederlandse Ambassadeur voerde
daarna besprekingen met de Gouver
neur en de Gewestelijke Militaire Com
mandant.
Des middags bezocht het gezelschap
met de dames, begeleid door de Gou
verneur Muzakkir Walad en echtgeno
te, de vice-gouverneur Drs. Marzuki
Njakman en een paar andere functio
narissen de "Erebegraafplaats Peu
tjut". Bij de erepoort werd het gezel
schap opgewacht door de Burge
meester van B. Atjeh, de Heer Teuku
Oesman Jacoub en de commissaris
van de staatspolitie.
Eerst werd de erepoort bekeken, voor
zien van marmeren platen, met daarin
gegrift de namen der gevallenen. Als
gids trad op de schrijver van de bro
chure "Peutjut", Teuku Tjoet Moh.
Hoessin (Tjoetje), die o.a. speciale
aandacht vroeg voor de naam van Ka
pitein J. Paris, gesneuveld in 1926 in
Bakongan.
Als eerste graf werd bekeken het graf
van "de Heer der Bergen" Kapitein F.
Darlang, terwijl Mevrouw Scheltema
filmopnamen maakte en duidelijk ont
roerd was.
Men begaf zich vervolgens naar de
rustplaats van militairen van lagere
rang, vrouwen en kinderen, terwijl Z.
E. Scheltema de grafschriften probeer-
Herstelwerkzaamheden aan het Marechaussee
monument op Peutjut, dat in 1930 door de
Deli-planters werd geschonken ter ere van het
40-jarig bestaan van hel Korps Marechaussee.
de te lezen en ook zichtbaar ontroerd
was.
Het graf van Kapitein Webb werd be
zocht (gedood door een valboom).
Verder werd gewezen op de open ruim
ten op Peutjoet, waar massagraven lig
gen, maar waarvan de aanduidingen
practisch verdwenen zijn.
Men bezocht het graf van Generaal
Pel (t 1876), eerder onderbevelhebber
van Generaal Van Swieten en dat van
oud-Gouverneur A. Ph. van Aken, waar
van het grafschrift nog duidelijk lees
baar is. Geheel onderaan de marmeren
plaat staat: "Dit grafmonument werd
door de Atjehse inwoners geschon
ken".
De Ambassadeur wees nog op het
bronzen gelaatsbeeld van de latere E-
deleer van. de Raad van Ned. Indië
Van Aken. Niet ver hiervandaan ligt
het graf van Kapitein A. J. Haga.
Tjoetje wees Mevrouw Scheltema op
het grafschrift: "Rust zacht mijn lieve
man". Alle aanwezigen waren zichtbaar
onder de indruk.
Verder verwijlde men bij het door de
Deli planters geschonken Maréchaus
see monument (April 1930; zie foto).
Des avonds werd in de pendopo van
de Gouverneurswoning, een film ver
toond over het bezoek van President
Suharto aan Nederland en dat van
H.M. de Koningin aan Indonesië en van
de Europacup fin'ale Ajax-lnter Milaan.
Deze filmvoorstelling werd bijgewoond
door ongeveer 200 autoriteiten, w.o. de
Gew. cdt en echtgenote, de Officier
van Justitie, de voorzitter van het Ge
westelijk Parlement, het Hoofd van de
gewestelijke Staatspolitie enz.
Vrijdag 17 november vertrok de ere-
groep naar Sareë, in het Seulawaih
gebergte, circa 70 km van Banda Atjeh.
Aldaar bezocht men het irrigatieproject
Kroeëng Djreuë, hetwelk nog niet in
werking is.
Op zaterdag 18 november vertrok het
gezelschap naar Campus Darussalam,
als bij alle bezoeken voorafgegaan
door politie op motorfietsen en jeep,
7 km van Banda Atjeh. Het gebied is
de vroegere kampong Lam Njong, waar
de voorname Teuku Nja' Arif woonde.
De ontvangst geschiedde door hoog
leraren en docenten van de Universi
teiten Syah Kuala en Arraniri, en het
Instituut voor Islamitisch Hoger Onder
wijs.
Lezingen werden gegeven door Drs Ali
Mohammad en Prof. Madjid Ibrahim
(die gestudeerd heeft in de V.S.) in het
engels.
Terug in Banda Atjeh werd een rondrit
gemaakt, eerst naar de moskee Baitur-
rahman, en daarna naar Pasar Atjeh,
waar o.a. gouden sieraden werden be
keken.
Om 15.30 uur verliet de Ned. Ambassa
deur en zijn gezelschap Atjeh voor de
terugreis naar Jakarta.
Nog vermeld moge worden, dat op 16
november des avonds een ontvangst
plaats vond in de pendopo van de
12