OUD ZEER DAT BLIJFT SCHRIJNEN ik De onzalige groei Gezegden van de Heilige Profeet ik "INGET MATI" 8. „AD PATRES" Fa. Johs. Ouwejan Zn. De nu al meer dan een kwart eeuw voort- etterende wond: de weigering tot de uitbe taling aan oud-KNIL-personeel van de over de oorlogsjaren niet ontvangen salarissen en gages is in een nieuw stadium gekomen. De treurige feiten zijn welbekend, ook bui ten de kring der direct belanghebbenden. Volgens de nederlandse regering is Indo nesië als rechtsopvolgster van Nederlands- Indië verantwoordelijk voor de eventuele uitbetaling der gemiste inkomens van KNIL- militairen, en niet Nederland. Dat Indonesië er niet over denkt die voor haar rekening te nemen is een zaak, die geen zinnig mens zal verbazen. De Nederlandse rege ring, daarin gesteund door een aantal von nissen van de Nederlandse rechter staat juridisch in het gelijk, als zij de uitbetaling blijft weigeren, maar zelden is de diepe wijsheid van de oude regel, dat het hoogste recht het hoogste onrecht kan zijn op schrijnender wijze gedemonstreerd dan in dit geval. Blijkens een artikel in Elsevier van 9 de cember wordt nu opnieuw een poging gedaan, de overheid te overtuigen van het recht der benadeelden op hun achterstallig salaris. Mr. J. H. Gillebaard deelt daarover het volgende mede: Hoe luidt nu het nieuwe argument waarop de oud-krijgsgevangene thans nogmaals de hulp inroept van de rechter? Kort gezegd als volgt: Ne derland heeft wel degelijk gehandeld in strijd met een eigen rechtsplicht. Aan de Kroon namelijk was in de jaren 1945 tot 1949 de goedkeuring opgedragen van de Indische begro ting. En volgens een algemene regel van Nederlands publiek begrotings- recht is het goedkeuringsorgaan ge houden verplichte uitgaven die het begrotend orgaan weigert op te brengen alsnog zelf in de begroting op te voeren. Door na te laten de gevangenschapssoldijen op de In dische begroting te brengen heeft de Kroon jegens die militairen een onrechtmatige nalatigheid begaan. Bovendien komt het verzuim van de Kroon neer op willekeur. Want zij heeft al Neerlands andere krijgsge vangen zonen de soldijen wel uitge keerd. Niet alleen de Knil-soldaat in Duitse gevangenschap, maar ook de marineman die in het Jappenkamp de hut van de Knil-militair heeft gedeeld. Ook daarom valt haar verzuim aan te merken als onrechtmatig. De Staat is gehouden de schade te vergoeden. Deze bedraagt drieëneenhalf jaar soldij, verminderd met hetgeen de Staat in de vorm van wederin- richtingsvergoeding en kwijtschel ding delegatieschulden of anderszins reeds heeft betaald om die schade te verkleinen. Tot zover de mededeling van mr. Gillebaard. Een tweede argument om de betalingsplicht van de nederlandse regering vast te stellen wordt aangevoerd door dr. H. K. J. Cowan in De Telegraaf van 21 dec. Ook voor deze jurist staat die betalings plicht vast. Hij schrijft: Het regeringsstandpunt is: Neder- lands-lndië was een eigen rechtsge meenschap met eigen middelen en eigen personeel en daartoe behoor de het KNIL. Indonesië is de rechts opvolger van Nederlands-lndië en dus is Indonesië en niet Nederland gehouden tot betaling. Maar daar ligt het criterium niet. De rechtsgrond voor de belangheb benden ligt in de oorlogsverklaring aan Japan door de Nederlandse re gering te Londen in december 1941, wegens de Japanse aanval op het Amerikaanse Pearl Harbour. De Ne derlandse regering deed die oorlogs verklaring, omdat Nederlands-lndië grondwettelijk deel uitmaakte van het Koninkrijk der Nederlanden. Indië werd dus door een Nederlandse re gering in de oorlog tegen Japan ge bracht. Alle consequenties van die bewuste oorlogsdaad door een Ne derlandse regering komen derhalve te haren laste, ook die van de krijgs gevangenschap der KNIL-militairen. Het gaat niet aan de Republiek Indo nesië als zogenaamde rechtsopvol gster van Nederlands-lndië op te zadelen met de consequenties van een daad, waartoe haar zogenaamde rechtsvoorgangster niet eens be voegd was en die deze daad dan ook niet verrichtte. Ik vraag mij af of er geen aanleiding zou zijn de kwestie voor te leggen aan het Europese parlement of zelfs aan het Europese Hof. Laten wij hopen, dat thans een eind komt aan dit afschuwelijk schandaal, waarschijn lijk is dat, helaas, niet. De nederlandse regering zal zich, na 25 jaar het been stijf gehouden te hebben, niet licht gewonnen geven en zeker een vonnis, dat haar in het ongelijk zou stellen, tot in de hoogste instantie bestrijden. Zij heeft de tijd en mag er op speculeren, dat er langzamer hand geen oud krijgsgevangene meer in leven is om deze tromf van het recht te belevenHet is en blijft een droeve geschiedenis. J.H.R. De bevolkingsgroei blijft een der meest dringende problemen van deze eeuw. In "Internationale Samenwerking" vin den wij melding gemaakt van het rap port van de Economische Commissie voor Azië en het Verre Oosten dat onlangs openbaar is gemaakt en waarin wordt becijferd, dat de bevolking van Azië in het jaar 2.000 groter zal zijn dan de gehele wereldbevolking in 1970, te weten bijna 3,8 miljard zielen tegen 3,6 miljard. Het aantal stadsbewoners zal verdriedubbeld zijn. Minder ontwikkeld zijn, betekent een groter bevolkingstoename, zo conclu deert het ECAFE-rapport. In deze eeuw zal naar verwachting de bevolkings groei in ontwikkelde landen 158 pro cent bedragen, tegen 365 procent in de ontwikkelingsgebieden. In 1970 ver tegenwoordigde de bevolking van ont wikkelingslanden 70 procent van de totale wereldbevolking; in het jaar 2000 zal dit percentage opgelopen zijn tot 77. Een ander cijfer: in de periode 1950-1970 was het geboortencijfer in de ontwikkelingslanden bijna tweemaal zo hoog als dat in de ontwikkelde lan den. Aan het eind van de jaren zestig was er weliswaar een algemene ver mindering in de groei van de wereld bevolking waar te nemen, maar ver schil der gemiddelden tussen arme en rijke landen bleef hetzelfde (41 ge boorten per duizend inwoners in de ontwikkelingsregio's tegenover 20 ge boorten per duizend inwoners in de ontwikkelde landen. Nu nog een citaat uit een recent rap port van de Wereld Voedsel Organisa tie - eveneens een instituut der Ver enigde Naties en ook ontleend aan Internationale Samenwerking: Een achterblijven van de voedselpro- duktie bij het gestelde groeipercentage vertoont zich met name in het Verre Oosten, waar de opbrengsten van de oogsten door droogte en overstromin gen in landen als India en de Filippij nen in belangrijke mate zijn terugge lopen. De landbouwsituatie zal er zich verder verslechteren. Ook Indonesië verkeert als gevolg van grote droogte in moeilijkheden, zoals men weet, maar wordt niet met name genoemd. Men moet dus aannemen dat de toestand elders nog bedenkelij ker is dan die in Indonesië. Waar drijven wij heen? J.H.R. ■Liefdadigheid wendt aanstaande ellen de af. Geduld en edelmoedigheid, dat is ge loof. Edelmoedigheid is te beschouwen als een boom in het Paradijs. Al wie edel moedig is zal een ta'k van die boom bezitten en de tak zal hem niet ver laten, totdat Hij hem het Paradijs heeft laten binnengaan. Begrafenis- en Crematie-Onderneming Opgericht 1924 ROUWKAMERS en ONTVANGKAMERS AIRCONDITIONED Kantoren: Fred. Hendriklaan 7 Den Haag, Tel. 070-556427 (3 lijnen) 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 18