Jfe.
Nuttig strafwerk of het ei van Columbus
Zelfs als je alleen maar skola djongkok
hebt gehad, dan weet je, dat elke juf,
onderwijzer of leraar zo z'n eigen ma
nier van straf geven heeft, vanaf djè-
wèr koeping tot een verwijtende blik,
waarbij je wel in de grond zou willen
zinken. Zo zijn er ook "vanzelfspreken
de" straffen, zoals algebraïsche vraag
stukken van de wiskundeleraar of zins
ontleding van de leraar Nederlands.
Op de 2de Mulo in het oude Batavia
hadden we in 1924 les in plantkunde
van de heer Koenders. Op de eerste
les liet hij ons in het kort - tien regel
tjes maar - de voornaamste eigen
schappen en kenmerken opschrijven
van de Vlinderbloemachtigen oftewel
Leguminosen. Natuurlijk vonden we dat
niks bizonders; alleen maar tien regels
en wat is nou plantkunde vergeleken
bij wiskunde? Zo kwam het, dat de
volgende week de eigenschappen van
de Leguminosen slechts heel vaag in
onze breinen waren gegrift. Tot onze
verbazing deelde meneer Koenders
direct halve blaadjes uit en we moesten
maar eens opschrijven, wat we ervan
wisten. Met een veelzeggend glimlach
je haalde hij wat later de droevige re
sultaten op en gaf ons meteen de
waarschuwing: Dat doen we de volgen
de week over en wie het dan nog
slecht doet, mag van mij uit het Na
tuurkundeboek van Gerritsen DERTIG
kantjes overschrijven. Nou, dat wisten
we.
Toch was er de volgende maal eentje
de „lisong" (sigaar). Kena dertig blad
zijden. Hij leverde het op tijd in en wel
in de pauze, toen de heer Koenders
aan het ijsberen was. Deze nam het aan
en liet het slachtoffer gelijk zijn natuur
kunde boek halen. Toen het boek ge
bracht was, vroeg meneer Koenders
heel belangstellend: Nou, waar ben je
begonnen? Bij hoofdstuk Warmte, me
neer. Mooi zo, lees maar op. Na onge
veer anderhalve bladzijde te hebben
opgelezen, terwijl meneer Koenders de
tekst in het boek volgde, hoorde hij
opeens: Halt. Je hebt wat overgesla
gen. Je strafwerk is dus niet goed en
het moet overgemaakt worden. Tege
lijk werden de overige strafwerkblaad
jes plechtig verscheurd tot grote ont
zetting van de delinquent. Ook wij
waren diep onder de indruk. Gevolg:
later haalden we voor plantkunde alle
maal minstens een acht en ik ben er
zeker van, dat de nuttige kennis later
velen van pas is gekomen.
Op de Pandean Lamper Mulo in Sema-
rang was er in 1925 een aardrijkskunde
leraar, die ons bij wijze van straf kaar
ten liet tekenen uit de kleine Bos-atlas.
Kijk voor de grap eens naar zo'n kaart
van de Donaulanden, dan begrijp je
wat voor een rotwerk dat is. Ja
dan moet je niet denken aan kaartjes
tekenen op de Lagere School met ruit
jes en zo, want dat was onbegonnen
werk. Ook deze meneer had de on
hebbelijke gewoonte om zo'n strafwerk
kaart af te keuren, als die niet naar
z'n zin was. Het viel me op, dat de
Javaanse klasgenoten, wie de eer te
beurt viel, altijd meesterlijk uitgevoerde
kaarten hadden gemaakt, om jaloers
op te worden.
Eens vroeg ik het aan Soerjadi: Zeg,
hoe flik je dat eigenlijk zo vlug en
precies? Waarop Soerjadi het later
thuis demonstreerde.
October 1972. Zuchtend en zwoe
gend staat mijn dochter gebogen over
het patronenpapier en probeert met
potlood zo'n patroon met groene lijn
tjes na te trekken. Telkens papier op
lichtend om dat groene stippellijntje te
kunnen volgen, rare haarlijntjes trek
ken en vaak fout tot djengkel. Opeens
moet ik aan de lessen van Soerjadi
denken. Waarom zou ik die kennis voor
mezelf houden?
Werkwijze: Men legge het vel patro
nenpapier op het patroon. Men neme
een flesje wasbenzine en bevochtigt
een dot watten met de vloeistof. Daar
mee strijke men over het patronenpa
pier en opeens wordt het doorzichtig,
zodat de meest ingewikkelde lijnen
makkelijk met het potlood te "djiplak"
(overtrekken). Voila!
Voordelen: benzine droogt snel op en
laat op het papier geen vlekken achter.
Resultaten: Vroeger was de leraar ui
terst tevreden en nu is mijn dochter
enthousiast! Andere manier van djiplak:
leg het patroon tegen het raam en
daarop het papier. Desnoods even
vastplakken met plakband om verschui
ven tegen te gaan.
O ja, Soerjadi, nogmaals dank namens
mijn dochter.
V. N. Moens
INDISCHE SNACKBAR BOJO
In Amsterdam is (Lange Leidse Dwars
straat 51) eind december een Indische
snackbar geopend. Allerlei Indische
heerlijkheden kan men er krijgen van
12.00 tot 24.00 en zaterdags zelfs tot
02.00 uur. "Herdstikke leuk als u eens
aankomt" zeggen de beheerders van
de bar, die luistert naar de naam van
Bojo. Amsterdamse TT-ers en zij, die
van buiten de hoofdstad bezoeken
let op het adres!
Een gemoedelijk onopvallend kiekje, waarop
twee heel vertrouwde sobats-briefschijvers van
Tjalie: links staande Stans Waller Diemont -
Thomson; zittend Hugo Hamar de la Bretho-
nière. Met hunne respectievelijke wederhelften
Fred en Alice (niet te vergeten hond Boef iel)
De foto werd genomen op 2} mei 1972 in
Tampa, Florida. Als ik brieven krijg van
Stans of Hugo is het nét of ik de eenvoudige,
eerlijke sfeer proef van Semarang/Salatiga,
want daar komen deze twee vandaan. Toelèn,
hoor!
roocss(?}n t-;
oerip socmohard/ó
"OERIP SOEMOHARDJO"
door Rohmah Soemohardjo-
Soebroto
Verkrijgbaar bij Boekhandel
Tong Tong, uitgave Moesson
reeks. Prijs 8,incl. porto.
Een boek, waarvan J.H.R. in Tong
Tong zegt:
"het geeft een boeiend beeld
van het leven van een Javaanse
familie, sterk georienteerd op
Nederland, maar nochtans Indo
nesisch
16