Journalistieke Herinneringen (VII)
Over De Zweep en nog het een en ander
Mijn korte karakterschets van Dominique W. Berretty deed enige oudere lezers naar de
pen grijpen (onder wie onze oud-collega Leo Faust, thans93 maar nog zeer wel ter
tale, die een goed vriend was van Dominique). Dat zovelen zich zijner nog herinneren bewijst
nog eens ten overvloede welk een boeiende persoonlijkheid hij was. Verscheidene brief
schrijvers maakten mij zachte verwijten over de onvolledigheid van mijn verhaal. Zij heb
ben het grootste gelijk van de wereld! De bedoeling was een karakteristiek te geven van
een figuur die als een komeet aan de hemel in de Indische krantenwereld verscheen.
Een min of meer compleet levensverhaal zou, ook wanneer het niet in details afdaalde,
een aantal nummers van Tong Tong beslaan. Daar is dus geen beginnen aan!
Er is echter één zaak, die meer dan één
van onze lezers bleek te interesseren. Zij
wisten nog van het kortstondig bestaan van
een weekblad "De Zweep" genaamd, dat
ook een creatie uit het begin der twintiger
jaren van de schepper van Aneta zou zijn
geweest.
Dit is juist. Toen na de periode van grote
winsten dank zij de in het vorig artikel ge
schetste vondst van Berretty, zijn nieuws
langs een omweg toch sneller in Indië te
ontvangen dan langs de normale kanalen
mogelijk was, een terugslag volgde, zocht
de leider van het persbureau naar andere
mogelijkheden om de kas te stijven. Tussen
haakjes: het feit dat Aneta inderdaad ge
ruime tijd de eerste was met het nieuws
had toen reeds aanleiding gegeven tot het
grapje dat Aneta (Algemeen nieuws en
telegraaf agentschap) eigenlijk gelezen
moest worden: "Altijd nummer één trots
alles." Bovendien stond de flamboyante en
agressieve figuur van Berretty reeds toen
bloot aan veel critiek - eerlijke en goedbe
doelde, maar ook venijnige, achterbakse en
onwaarachtige. Voor een man van het
"Kom maar op!"-type als Berretty was elke
uitdaging, ook een die hij veel beter had
kunnen negeren, er één die hem de vuisten
deed ballen, in figuurlijke zin, want hij be
perkte zich tot in de pen te klimmen, maar
daalde daarbij niet zelden af tot het niveau
van zijn lafste belagers.
Het antwoord daarop was De Zweep. De
dreigende titel van dit weekblad verraadt,
wat hem voor ogen stond: hij zou zijn vij
anden in geschrifte kastijden. Maar met deze
afstraffingen kon hij natuurlijk geen week
blad vullen: een groot deel van deze schrij
verij zou vanzelfsprekend aan verreweg het
merendeel van zijn potentiele lezers voor
bijgaan. De Zweep moest dus een algemeen
weekblad worden, de nadruk moest vallen
op een gemengde inhoud van ontspannen
de aard, foto's, schetsen en korte verhalen,
en bij wijze van sambal bij deze vrolijke en
onschuldige maaltijd de nodig geachte "op
merkingen" aan het adres van kritikasters
en benijders. Zulk een weekblad zou in de
eerste plaats - als het goed liep - de mid
delen van Aneta versterken en dat was, na
de.terugval die het herstel van de normale
situatie voor het persbureau betekende wel
dringend gewenst. Bovendien zou het ge
legenheid geven, af te rekenen met figuren
als Henri van Velthuizen (die het Aneta-
building" tegenover het postkantoor hard
nekkig "bil-ding" bleef noemen - een van
die verfijnde vondsten waar de Indische
journalistiek haar slechte naam in Neder
land aan te danken had) en anderen, die
niet nalieten hem, de grote Berretty, te
belasteren en te honen.
Misschien zou De Zweep toch wel van de
grond gekomen zijn, wanneer een afzonder
lijke onderneming zich met de uitgave had
belast en dat zou bovendien eleganter en
zuiverder geweest zijn. Maar dat was niet
de bedoeling: het succes zou bij vóórbaat
moeten vaststaan. Tot dat doel koppelde
Berretty de verkoop van De Zweep aan de
afname van zijn nieuws.
Contracten voor de levering van telegram
men sloot Aneta af op basis van het getal
abonné's, hem door de bladen verschaft.
Hij verplichtte nu de bladen bij de nieuws-
levering zoveel exemplaren van De Zweep
af te nemen als het opgegeven lezerstal
bedroeg. Wie De Zweep niet lustte moest
het dan ook maar zonder telegrammen
doenDat wilde natuurlijk geen enkele
kranteneigenaar met zelfrespect en een res
pectabele lezerskring, die natuurlijk feeste
lijk zou bedanken voor een krant zonder
nieuws. De Zweep ging er dus in alsja,
als wat? Zeker niet als koek. Het amuse
mentsgedeelte deed het wel, ofschoon niet
als koek, maar een actueel weekblad, geïllu
streerd nog wel, had toch in de tijd van de
vanzelfsprekend wat oudbakken leesporte
feuilles met buitenlandse tijdschriften zijn
aantrekkelijkheid.
De aanvallen van Berretty op al dan niet
wezenlijke vijanden van Aneta vielen minder
in de smaak - vooral niet als zij goede rela
ties van de dagbladen betroffen - voor
zover zij althans binnen het bevattingsver
mogen van de lezer vielen, die er meestal
de fijne puntjes niet van kon doorgronden.
Een aantal bladen dat de lezerskring naar
boven had afgerond met het oog op de
adverteerders zat wekelijks met een aantal
duurbetaalde Zwepen die op zijn gunstigst
naar de goedang verdwenen. De kranten
waren, uit de aard der zaak, weinig geluk
kig met dure bijvoegsels die zij moesten
slikken op straffe van onthouding van tele
grammen. Er waren ook lezers die ver
zochten verschoond te blijven van toezen
ding van een weekblad dat hen niet inte
resseerde.
Het is duidelijk, dat de spanningen wel tot
de rode streep moesten oplopen. De bom
barstte, toen de Indische Courant (Soeraba-
ja, met een West-Java editie te Batavia) wei
gerde De Zweep langer af te nemen en te
distribueren. De weigering had het te ver
wachten gevolg.
Maar nu kwam ook een tot nu toe sluime
rende vraag plotseling aan de oppervlakte.
Had een persbureau het recht, een derge
lijke koppelverkoop te bedingen? Was het
niet in principe onjuist, wanneer een pers
agentschap aan levering van nieuws de
conditie verbond een produkt met zijn werk
zaamheid niet te maken had tegen duur geld
aan lezers, die er niet om gevraagd hadden
en het in vele gevallen niet eens lustten;
mede af te nemen? Aneta, terecht bijzonder
gesteld op goede relaties met de regering
bleek in dit conflict met de Indische Cou
rant bepaald niet te kunnen rekenen op de
sympathie van de hoge overheid. Zij kon
het bijzonder weinig waarderen, dat een
krant zonder nieuws, dat zij wilde en kon
betalen, bleef zitten omdat het persbureau
van zijn macht gebruik - wil men: misbruik -
maakte, om redenen die niets met de
nieuwsleverantie te maken hadden.
De Indische Courant was een bepaald niet
onbelangrijk jong blad: een nieuw fenomeen
in de Indische krantenwereld, waarover ik
het nog wel eens zal hebben. Geboren in
de rumoerige periode na de eerste wereld
oorlog was zij onder leiding van Koch en
Belonje (die de West-Java editie redigeerde)
een krant die Berretty - en dit besefte die
slimme vos ook wel - niet te gronde kon
richten temeer waar het blad kon rekenen
op een zich snel tegen Aneta kerende
publieke opinie.
De Zweep verdween. De nieuwslevering
Het einde van Berretty's schepping: de overdracht van de Aneta-belangen aan Antara, na de
souvereiniteitsoverdracht in de directiekamer van het witte gebouw aan Pasar Baru, tot aan zijn
dood het "arendsnest" van zijn stichter en leider.
12