MÊ
(zie ook de volgende pag.)
meter aanwijst!" (de uitroeptekens zijn van Ross, die in
Indonesië aan één stuk door gechanteerd en afgezet is door
taxi-chauffeurs). Genadiglijk vergelijkt hij de twee steden
maar niet met elkaar: "Het verschil is te pijnlijk!"
Rogier verliet op zijn 17de jaar Indonesië naar het leek
voorgoed en kwam zonder dit speciaal te wensen na 19 jaar
in zijn geboortestad terug via Singapore. Hij heeft hier
tussen twee haakjes een "luizig" leven achtergelaten met
zelfs vette werkeloosheidsonderstanden. Hij vertrok naar
Z O. Azië op de bonnefooi en kreeg bij wijze van spreken
direct een job, die alleen nog op definitieve contractering
wacht.
Maar hij zag dus het eerst Singapore en hoewel uit zijn
foto's blijkt, dat hij direct geboeid was door de levende
mens in de straten van Singapore, had hij voor de stad zelf
maar één woord over: STERIEL. Toen we die brief ontvingen,
dachten we: mijn hemel! Wat zal Jakarta hem afschuwelijk
op het lijf vallen! Want vergeleken bij het kraakzindelijke
Singapore, is Jakarta inderdaad verwaarloosd en smerig in
erge graad. Vergeleken bij de blank oprijzende wolken
krabbers van Singapore lijkt driekwart van Jakarta één
gammele kampong!
Maar tot onze verbazing (en dankbaarheid!) had Rogier als
eerste woord van zijn eerste brief uit Jakarta ook alleen
maar één woord: GEWELDIG I I I met hoofdletters, driemaal
onderstreept. Met drie uitroeptekens. En meteen dook hij
Jakarta in als een visje in het water. Hoewel hij geen woord
maleis meer spreekt en vooral dit nieuwe Indonesië totaal
nieuw voor hem moet zijn.
Nu kan Rogier echt wel vergelijken. Hij kent Los Angeles
en New York en London, Parijs, Rome, Madrid, Moskou,
Tokio, Bangkok, Constantinopel, enz. enz. uit persoonlijke
ervaring. Maar toch kan hij van Jakarta zonder tawarren
even "kapot zijn" als van de roemrijkste steden ter wereld.
Hij is nog lang niet met Peek en Cloppenburg en V en D
getrouwd en kan dwars door leed en lompen een levend,
kloppend hart beluisteren. En zolang er onder onze kinderen
en kindskinderen nog telkens een enkeling te vinden zal
zijn, die Azië zien en liefhebben kan, hóe geleerd en cultu
reel de rest in Europa ook worden mag, is de Deur naar de
Dageraad nog open!
Grogol (ten westen van Jakarta) "Een heleboel Jakartanen gokken
erop dat Grogol de eerstvolgende grote satellietstad van Jakarta wordt"
schrijft Rogier, "in de rawa's van "Tjoek" (verwijst Rogier naar de
story van die naam van Vincent Mahieu) wordt op sommige^ plaatsen
het afval van Jakarta gedumpt en daar verrijzen met grote snelheid
fraaie huizen. Maar het is allemaal zuivere speculatie. Want de ge
meente doet er nog helemaal niet aan mee. Straten zijn er dus nog
helemaal niet. Maar de grond is er nu nog goedkoop, en de mensen
die een bungalow kunnen kopen, hebben meestal ook wel een auto.
En die kan met gemak door de met water gevulde bomkraters, want
zo ziet de kampongweg van aangestampte aarde er nu in de regentijd
uit. Verder is het allemaal nog heerlijk landelijk. Met grazende geiten
en zo
Rogier vond dit een machtig kraampje met die
levende wajang-figuur tussen de geborduurde
figuren; kleurrijk, bizar, door-en-door aziatisch.
Textielstalletjes aan de straat op Tanah Abang Bukit: allerlei collecties
van vrouwen-dessous, beddegoed en tafelspreien, alsmede diverse
kwaliteiten garens en garneringen. Alhoewel sommige buitenlanders
alleen maar lompen kunnen zien, blijkt er toch veel meer behoorlijk
textiel te zijn dat voldoende kopers vinden kan. In feite blijkt veel
inzicht in deze maatschappij een kwestie van goodwill, tact en goed
gehumeurdheid te zijn.
Deze stalletjes kunnen uiteraard alleen de kenner van de Indonesische
cuisine boeien. Het is te begrijpen dat typische aardappel- of spaghetti-
eters hier onberoerd aan voorbij gaan. De enorme veelzijdigheid van de
Indonesische rijkdommen moet men echt uit ervaring kennen om dit
land naar waarde te kunnen schatten.