4
4
.ttza
WERFT ABONNEE'S
„De Gids" over Indonesië
Indischman en politiek
Practische tip
uit mijn jongensjaren
vervolg: Jakarta)
In twee afleveringen van "De Gids"
(nummer 2 en 3 van dit jaar) staat een
lang artikel van Drs. Leo Ross, ge
titeld "Java" (I en II), dat van diverse
zijden onder onze aandacht werd ge
bracht met het verzoek het artikel
"gepast te signaleren" in Tong Tong.
Inderdaad is het stuk om veel redenen
onze aandacht waard en misschien
komen we er in ons blad nog wel met
een paar besproken passages op terug.
Maar ook al legt Ross op onbarmharti
ge wijze "de zweep erover", wij vin
den zoveel menselijkheid (zij het ook
veel menselijke zwakheid) in zijn tira
des, dat we eer meegevoel voor hem
hebben dan boosheid.
In elk geval is hij niet zo'n traditionele
"linkse anti-Soeharto-kraker" als een
briefschrijver denkt, want zo gebrain-
washed als de doorsnee linkse cultu
reel is hij per sé niet. Wat overigens
wel verbaast van een Amsterdammer!
Leo Ross is een diep teleurgesteld
mens en bovendien is hij een "babe in
the wood" zoals men in Amerika zou
zeggen: een schuldeloos wicht, wel wat
al te hard en plotseling in de rauwe
realiteit van een vreemd (Aziatisch)
leven gesmakt. Tja, en we hebben een
verwende, zachte tijd, die geen reizi
gers als Marco Polo, Sven Hedin, van
Linschoten, Richard Burton of Tomlin-
son voortbrengt. Ja, dan gaat men gau
wer door de knieën, maar ook van
zulke mensen valt veel te leren over
het Indonesië van vandaag!
Dichterbij gezocht: hoe veel scherper
zag Slauerhoff de Tropen niet en vond
hij waarachtiger oorzaken van kwaad
in die ene versregel: "Op het hoofd
gebouw staat een vlag, als de eerste
vlek van een ziekte"
T.R.
Waar rijst zou ontbreken, zijn er knollen te
kust en te keur voor de liefhebbers. Op dit
prentje tales, singkong en oebi. Links een man
die Rogier vermoedelijk nooit gekend heeft: de
verkoper van roedjak toemboek: primitief,
pedes, heerlijk!
Kali's waarin het water laag staat, sloten die
daardoor niet goed afvloeien (zie ook het
artikel op pag. 6-7), veroorzaken een belangrijk
deel van de pollutie van fakarta, waar toeris
ten niet genoeg op kunnen mopperen. Terecht?
All right dan. Maar de gretigheid waarmee
zulke culturelen als Leo Ross en b.v. de ar-
tisten en journalisten van de NOS-reportage
van de reis van H.M. Koningin Juliana met
een verbazingwekkend goede neus (als van een
bepaald soort vliegen voor muskus-luchtjesop
alles wat vies teas, af stevenden, heeft menig
een toch wel verbaasd. Met kennelijk plezier
werd gewroet in de smerigste kalikanten, waar
na triomfantelijk werd rondgekeken en gezegd:
vind je dat nou niet erg? Bij óns gebeurt zoiets
niet, hè? NODELOOS gewroet in vuiligheid
typeert veel Westerse "objectieve belangstel
ling".
In de verdere bespreking van het
boeiende onderwerp "De Indischman
en Politiek" is enig oponthoud geko
men, veroorzaakt doordat er in het
tweede stadium (na het artikel van Drs.
G. L. Cleintuar in TT No. 18) zóveel
brieven binnengekomen zijn van uit
eenlopend gehalte dat een nader be
raad op een juiste besnoeiing van dit
onderwerp nodig is.
Ook de eenvoudigste lezers onder U
weten ook wel dat politiek (en politico
logie) terreinen van wetenschap zijn,,
waarvoor op alle grote universiteiten
leerstoelen zijn ingeruimd. Er bestaan
studiewerken (min of meer nauw ver
weven met staatsrecht, volkenrecht,
enz. enz.) die zeer diep in deze weten
schap doordringen en waarover U en ik
gemakkelijk in eindeloze discussies
kunnen raken. We moeten dus érgens
insnoeien.
Verder weet U ook wel dat de univer
siteiten van de democratische, socia
listische en "fascistische" volken weer
heel andere politieke inzichten hebben.
Om dan nog maar te zwijgen van de
aziatische en afrikaanse volken.
Daar staat tegenover dat zoals pers
en TV wel leren in Holland „iedereen"
over politiek mag meepraten. Maar U
weet wel: de politiek is er vaak dan
ook naar! Wat ons, Indischgasten, be
treft: wij hebben van ons leven in de
20-er, 30-er jaren in Indië naar ons
leven middenin de westerse politiek
van vandaag een ontzaglijke zeven-
mijlsstap gemaakt, die we nochtans
proberen op kalme en redelijke wijze
te bekijken. En dat kost toch wel enige
voorbereiding. Geduld dus eerst nog
maar!
Red.
Toen was een Everready een vorstelijk
bezit en je voelde je gewichtig, als je
van een 'rijke' oom of neef die aan ja
gen deed, heel eventjes maar met zo'n
belor mocht schijnen. Zo eentje met
drie batterijen was wel het einde. Maar
als het licht begon te tanen, kon de
oorzaak wel eens liggen aan één van
de drie. Hoe dat te weten te komen? Ik
bedoel zonder kostbare apparatuur.
Eenvoudig: bevochtig het topje van de
rechterwijsvinger (natuurlijk met spuug)
en plaats de vingertop tegen de onder
kant van de batterij. Breng nu het ge
heel naar je mond en raak met het
tongpuntje de andere pool aan. Je on
dervindt een "zuurachtig" aandoende
prikkeling. Is die sensatie sterk, dan
is de batterij goed, maar als je slechts
een lichte prikkeling voelt, is het ding
zwaaaaaaak.
V. N. Moens