BENOWO, OE BENTJEE KLEINE QUIZ Weet U het (NOG)? Met enige schroom reageer ik op het verhaal van R. D. in Tong Tong van 1 april 1973 No. 18, onder bovenstaan de titel. Schroom, omdat je een goede kans maakt straks voor gek te staan, als je hapt op een 1 aprilartikel, maar ja, R.D. was omstreeks de eeuwwisse ling een kind- en k neem aan - eer- meisje, zodat ze nu zeker een eebied- waardige overgrootmoeder moet zijn van zo omstreeks de tachtig, still going strong I I (R.D. is een man! - Red.) En ze vraagt zo uitnodigend: "Wie weet iets van dat beest". Nou vooruit, dan toch maar iets verteld van wat ik er van meen te weten. Wahrheit und Dichtung lopen in de vertelling zo heer lijk door elkaar, dat er best nog een schepje bovenop gedaan kan worden. Benowo De (waarschijnlijk Javaanse) benaming ken ik niet, maar het geluid: kok-kok-kok-kok-kok-kok-kiek is zo duidelijk weergegeven, dat ik durf wed den dat 't een uiltje was. Maar welk uiltje? Dat is niet zeker. Ik heb 't ge luid op Java nooit gehoord, maar her ken 't duidelijk van Zuid-Celebes, waar 't afkomstig zou kunnen zijn van hetzij een klein ooruiltje (Otus scops spec.), of waarschijnlijker, van het "steenuil tje" (Ninox scutulata spec.). Dat laatste geeft normaal een heel melodieuze roep, ongeveer zo: ploewêk, ploewék, als maar herhaald en dan plotseling komt er die schrikroep kiek-koemokok uit zo'n donkere boom. Een ware on- heilskreet die veel mensen de stuipen op 't lijf jaagt. Een boomgeest! Otus komt op Java, vooral in West- Java veel voor; boewêk of tjêlêpoek heet hij daar. Ninox ook, maar die is erg zeldzaam. Eén van die twee zou die "benowo" kunnen zijn; waarschijn lijk de laatste. De boewêk was vroeger in Tjimahi 's-nachts overal te horen, maar die kiek-koemokok kolderroep was daar beslist nooit bij. Ik houd 't dus op Ninox, dat "steenuiltje". Oelihk-Oelihk. Dat is kennelijk een Soendanese benaming, ook Olèk-Olèk gespeld, voor de Javaanse Tjoelik, het wijfje van de Koel of Toewow, Eudy- namis scolopacea malayana. Daar is in Tong Tong al eerder over geschreven, 't Is een vruchtenetende koekoek die zich overdag weinig laat zien en s- nachts de mensen dikwijls uit de slaap houdt met z'n hysterisch geruzie of 't nou tjoelik of toewow moet zijn. Zij, draagt een bruin gespikkelde kain batik en vooral op heldere maannachten houdt ze tegenover de hele wereld vol, dat er ergens een tjoelik (kinderdief) zit. Tjoelik-tjoeIik-tjoelik-tjlik-tjlik-tjlik! I Steeds hoger en met overslaande stem. Hij, haar bezadigde echtgenoot, is def tig in 't zwart gekleed, zoals dat een ordebewaarder betaamt en hij roept toehoe (trouw, kalm, kalm). Maar de echtelijke ruzie wordt niet bijgelegd en daarom legt ze haar eieren maar in een kraaiennest... waar de kinderen ook geen betere opvoeding zullen krij- gen. Beide vogels hebben een opval lend rode mond- en keelholte; dat krijg je van al dat schreeuwen! Terwijl de tjoelik in het volks-bijgeloof een ware onheilsbode is (kinder-verlies, abortus), geldt de toewow juist als geluksvogel en wordt daarom nogal eens als kooi- vogel gehouden. Als je de gelukkige eigenaar vertelt, dat dit het mannetje is van de tjoelik, dan vindt hij dat een verachtelijke, onkiese grap. Vertel 't hem dus maar niet. Piet van Vliet. Er zullen weinig Indische mensen zijn die het gezellige geluid van deze kleine koekoeksoort niet kennen. Soms klinkt het als een wee moedig pie-tuwiet, met enkele secon den tussenpoos herhaald, maar mees tal is het een snelle serie, in toon hoogte oplopende pietuwiets, ongeveer vijfmaal achtereen, gevolgd door een afdalende reeks piet-piet-piet-pierrr. Ik vond het een leuk geluid, al kon het wel gaan vervelen als het zo'n dag door maar door ging. Piet van Vliets zijn nl. rupseneters en als ze eenmaal een boom vol rupsen hebben gevon den blijven ze zo lang mogelijk bij die overvloedig gedekte tafel. De Javaanse benaming dora-darèg klinkt niet erg aardig; dora betekent leugenachtig en dora-darèg zal daar wel een versterking van zijn. De Soe- danese naam tjintjoeing is heel wat vriendelijker, maar dat deze arme Piet van Vliet als ongeluksvogel wordt be schouwd, komt zelfs tot uiting in de latijnse benaming Cacomantis. Wie nu gedacht had, dat 't hier gaat om één enkele vogelsoort, heeft 't mis; er is grote kans, dat je met twee soorten te maken hebt, nl. Cacomantis merulinus lanceolatus en de iets grotere C. vario- losus sepulcralis.- De geluiden van de ze twee lijken erg veel op elkaar en zijn alleen voor een geoefend oor te onderscheiden. Daar komt bij, dat er dikwijls sprake is van een samenzang, waarbij mannetje en wijfje elkaar ant woorden met een aanhef en een re frein. Eieren van deze koekoeken zijn gevon den, onder meer bij de Javaanse snij dervogel, de bekende prientjak (Prinia familiaris olivacea). R.D. noemt hem Prendjanhk. Ik vraag me af waarom dat zo ingewikkeld gespeld moest worden. Is dat voor de Engelse uitspraak ge daan? In ieder geval is het duidelijk om welk vogeltje het gaat. Ongeveer zo groot als een mus, lichtgele borst en buik, leikleurig van boven, een lange spitse snavel en lange staart met een zwart en wit randje aan het eind van de staartpennen. Ze zijn echt wel wat gro ter dan "de nagel van je grote teen", maar druktemakers zijn 't zeker. Ook hier weer een samenzang van mannetje en wijfje; heel hard en helder tjupliek- tjupliek-tjupliek en daar tussendoor 'n bevestigend commentaar van de ander; tjurrrrr-tjurrrrrr. Ze zitten meestal in laag struikgewas en tussen de paggers in de kampong, 't Nest wordt gewoon lijk gemaakt tussen afhangende grote bladeren, bijv. van koffie, cacao, meng- koedoe, die met vezeltjes en spinrag kunstig bijeengenaaid worden, van 1 tot 2 meter boven de grond. Moeilijk te vinden. En dan al, anders ketelan- gen. L. L. A. Maurenbrecher We zijn van plan, van tijd tot tijd een quiz te brengen, zonder prijzen en speciaal bedoeld om geheugen en ken nis te testen. De samenstelling heeft ons veel hoofdbrekens gekost, reke ning houdend met de veelzijdige erva ring van onze lezers, jong en oud, hoog en laag, stad en land, van Sabang tot Merauke. Met deze eerste quiz zult U weinig moeite hebben, dachten we. De antwoorden vindt U elders in dit blad. Eerlijk gezegd, we weten (geluk kig) niet alles en mochten deze ant woorden geheel of gedeeltelijk onjuist zijn, klim dan in de pen en schrijf Uw eigen ervaringen neer. Verder hebben we nog een beetje moeilijker quizes in petto. Quiz over planten, kruiden en vruchten. 1. Welke geneeskrachtige plant heeft een naam, in verband staande met huisdier? 2. Welke geneeskrachtige eigenschap heeft asem (tamarinde)? 3. Noem minstens twee volksnamen voor LANTANA, hetzij Javaans of Soendanees. 4. Bij neusbloedingen stopte men een opgerold blad van de in de neus. 5. Noem minstens twee soorten eet bare bloemen. 6. Behalve de klapper (kokosnoot) zijn er nog andere palmsoorten met eetbare vruchten. Noem er min stens twee op. 7. Noem minstens drie soorten ram- boetan. 8. Behalve pisangblad werden er ook andere bladeren als verpakking dan wel bungkusan gebruikt. Ik weet er vier. U ook??? 9. Merang wordt gemaakt van 10. Als vogellijm wordt gebruikt Niet eerst spieken, éérlijk, hoor! (Zie de antwoorden op pagina 21, 1e kolom onderaan) 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 10