i De Nieuwste "Tjoek" Weet je nog wel moéssOn Pandean Lamper (Semarang) Ofschoon wij er maar kort gewoond hebben, van 1918-1921, kan ik me Pan dean Lamper in Semarang nog heel goed herinneren. Mijn ouders kochten een huis over de brug van het band jirkanaal, zoals we 't noemden. Voor ons huis stond eerst een hoge brug, maar die werd gelukkig weggehaald en de weg werd daar vlak. In de droge moesson had onze kebon het maar druk met het natgooien van de straat voor ons huis: een heel karwei met een niet al te grote emmer en het wa ter uit de slokan. Als het wat afge koeld was, dan zaten mijn ouders wel eens gezellig in de tuin, terwijl wij kin deren op het grote voorerf speelden met onze vriendinnen en onze grote zwarte hond Nero, van wie iedereen een beetje angstig was. Tegenover ons woonde eerst een ze kere Johanna Coppens. Later de fami lie Steffin, waarvan de stiefdochter Troel de Lyon in die tijd mijn beste vriendin was. Ze kon zo gezellig en vrolijk vertellen; bovendien mocht ik van haar leren fietsen wat ik fantas tisch vond. Onvermoeid holde ze ach ter me aan tot ik 't een beetje te pakken kreeg. Verder naar rechts woonden meneer Mager, Ludi en Wieke Jansen, Elsa en haar wat oudere broers Maud en Wardje Knuppel, Vera en Maud von Lutzow, ene Paula van Dietz en "tante Anna" met ons aller vriend Piet van Mol in de leeftijd van mijn oudste broer Vic ongeveer. Als er weinig huiswerk was of in de vacantietijd kwamen vaak H.B.S. jongens van de buurt aanlopen om met mijn broer wat te "omong- omong". De ene keer oefenden ze zich aan de ringen, de andere keer was 't gewoon voetbal spelen of ze speelden guitar in de voorgalerij, en daar genoot- ik nog het meest van: het was prachtig! Op weg naar de Zusterschool moest ik elke dag voorbij de mij zo bekende huizen. Naast ons fam. van Dalen, dan Heijblom en Boyer, dezelfde jongens, die 's middags bij ons kwamen, Mary Hoorn, een andere vriendin, met haar mooi diepliggend huis en potten in V opstelling op het voorerf. En onze be kende grote brug. Na de brug kwam een klein Chinees winkeltje met van alles en nog wat, vanaf petroleum tot blikjes corned beef, snoepjes en vlie gers. Daarna passeerde ik 't huis van de fam. Gout met de oude heer altijd op een stoel dicht bij de straat. Gang van Haastert is ook bekend en daar tegenover de familie van Leeuwen. Nog steeds op Pandean Lamper liep ik voorbij een paar grote huizen o.a. die van Oma van Elsa Colijn en familie Retel Helmrich. Wim Claasen woonde er ook ergens en op de hoek stond een Mulo school. Ik moest Peterongan in en voorbij nog andere bekende families; Colijn, Sneeuwjagt enz. Een hele afstand mis schien, maar we vonden het heel ge woon. Wat kunnen sommige pleziertjes toch steeds in je geheugen blijven. De mid dagen bijv. wanneer we op de dijk speelden en daar de grazende paarden gingen opjagen. Ik weet niet eens meer met wie allemaal. Alleen omdat we on bezorgd waren en gelukkig. In de re gentijd was 't bandjirkanaal altijd vol en wij kinderen stonden dan midden op de brug en keken vol ontzag naar al dat water, dat eronder kolkte. Niet veel auto's reden er in die tijd, wel grobaks met twee grote wielen en dogkars voor vier personen, die we alleen gebruikten om naar school te gaan, als het hard regende. Mijn oudste broer Vic en zuster (Zus) waren lid van een club. Eerst heette die O.C. (Onze Club) maar werd later veranderd in A.D.V.E.N.D.O. Wat dit precies bete kende weet ik niet meer. Misschien weten diegenen het, die er eens lid van waren? En dan de gezellige avondjes bij ons. Ik zal ze nooit vergeten. Het VINCENT MAHIEU Thans door de EIGEN uitgeverij uitgebracht Wederom voorzien van een prachtige band door Rogier Boon Verkrijgbaar bij Boekhandel "Tong Tong" 9,90 plus f 0,90 porto I lUlftHUHHHlir/ I,\ttHWiUUtH»* waren zulke vrolijke, gezellige Zater dagavonden. Ze kwamen gewoon om te dansen; de wals, foxtrot, de step, wat dit dan ook mag wezen, en de on vergetelijke Lancier. Sommige jongens begonnen pas te dansen, anderen wa ren er goed in; in elk geval zagen we wel, dat ze genoten. Ik was in die tijd 10, 11 en 12 jaar oud en mocht met talk strooien om de vloer lekker glad te krij gen voor de dansers. De pianisten los ten elkaar af, maar als ze de Lancier wil den doen, dan hoor ik ze nóg roepen: "Piet, Piet van Mol, Lancier! want hij was geloof ik de enige, die het kon spelen. Al die glunderende gezichten. Wat was het toen een ongecompliceer de tijd. Ik herinner me de jongelui niet allemaal maar toch nog enkele. Tot de geregelde bezoekers op deze avonden behoorden bijv: Ferry en Piet Heyblom, Paul en Broer Boyer, Evy Gout en haar oudere zuster, Mien en Flora van Leeu wen met hun broer Eddy, meisjes Retel Helmrich, Wim Claasen, Mies Pechler, later mijn schoonzuster, Lotje van Lig- ten, Jetje Pietermaat, Barend van Ber gen, John Bot, Leendert en Nora van Heek, Truus Sneeuwjagt misschien ook, en natuurlijk Piet van Mol, die het meest voor de muziek zorgde, (ge woonlijk piano). Ze werden niet eens moe van het dansen, sloegen er geen een over. Wie werd in die tijd ooit moe van dansen? Eens heeft de club een variété opvoering gegeven in de Schouwburg en niet lang daarna moesten de best geslaagde stukjes vereeuwigd worden. Op een Zaterdag middag kwam een vrachtauto met grote papieren bloemen voor het stuk "GLÜHWURMCHEN", dat zo'n succes was. Ook een gymnastiekstand op de trappen van de voorgalerij was aardig en werd gefotografeerd. Jammer, dat ik helemaal geen foto's hiervan heb. Ja, het was een onvergetelijke tijd voor mij: we waren toen zo gelukkig met zo weinig. In 1921 vertrokken wij naar Salatiga en dat was voor ons 't einde van Pan dean Lamper. Nu woon ik in Redwood City, California en ben al grootmoeder. Vroeger was ik Stans Thomson, nu L. C. Waller Diemont Een nieuwe voorraad BATIKSHIRTS Grote en kleine maten, korte mouw, lange mouw f 30,en f 35,Frisse zomerkleuren I 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 18