_ys
Timor Koepang (slot)
door V. N. Moens
Hieronder volgt het laatste deel van de serie
artikelen van V. N. Moens over Timor, waar
van de twee vorige werden opgenomen in de
T.T. no. 23 en 24 - Red.
Wat er aan verdere fauna was? Behalve
de herten en zwijnen waren er:
1. de ingevoerde Java-aap, die ook wel
eens voor verandering van spijs
zorgde.
2. landschildpadden (kea batu), water
schildpadden (kea aer). Soms werd
er uit zee wel eens een reuzenschild-
pad gevangen en (de Dierenbe
scherming moet het liever niet we
ten) die werd dan zonder pardon
boven een strandvuurtje op z'n rug
gelegd om in zijn eigen vet gaar te
smoren.
3. enkele slangensoorten
4. boenglons, tokèhs
5. de giftige duizendpoot. Na een
"injectie" van zo'n kreng werd je al
leen maar een dag of wat beroerd,
vertelden ze. Schooljongens hadden
de liefelijke gewoonte, om deze die
ren in een atlas dood te knijpen en
meteen te drogen, met het doel, de
-nog altijd vreeswekkende- gedroog
de duizendpoot onverwacht op de
tafel van een der keetjes te gooien,
zulke gladakkers! Schorpioenen ver
stopten zich wel eens tussen opge
hangen kleren!
Er werd niet bijster veel aan visvangst
gedaan, wel was er een druk prauwen-
verkeer tussen de eilanden onderling.
Het klimaat wordt sterk beinvloed door
de Australische zomer en winter. De
droge tijd duurt erg lang en zowat eind
december (zomer in Austr.) is het 't
warmst en dan lijkt het landschap ake
lig dor, bruin en afgestorven, maar zo
dra de eerste regens zijn gevallen, is
alles als bij toverslag groen en zie je al
lerlei bloesems. De portie regen voor 'n
heel jaar valt zowat in twee maanden
en in maart kondigt de kentering zich
aan met zware stormen, die de golven
tot over de zeewering jagen. Elk jaar
waren er brandals onder de jongens,
die net tussen twee golven door han
dig over de bovenkant van die zeewe
ring heen en weer holden - je zou trou
wens geen echte jongen zijn, om die
bekoring niet te weerstaan. In de Au
stralische winter (juni) kan het 's nachts
zo koud worden, dat je naar een deken
grijpt en zo is er vroeger in de boven
landen een KNIL-patrouille doodgevro
ren, omdat ze er niet op hadden gere
kend. Men vond ze allen dood,nog met
djamboevruchten in de hand, want het
gebeurde temidden van de grote djam-
boebossen aldaar.
Drinkwater is op Timor schaars en zo
"Bijenkorfwoning" in het binnenland
van Timor
komt het, dat in sommige dorpen aan
zee de bewoners zeewater door hun
drinkwater mengen om toch maar ge
noeg te hebben.
Voor ik verder ga met de eigenlijke be
woners, iets over
1. Rottinezen. De mannen dragen een
van stro gevlochten hoed, waarvan
de vorm is ontleend aan de Portuge
se hoeden van de 16de en 17de
eeuw. Hun dansen doen inderdaad
denken aan die van Java. De vrou
wen maken mooie ikatweefsels met
motieven, o.a. ontleend aan het Eu
ropese en Chinese kantwerk. Hoofd
zakelijk leven ze van veeteelt, net
als de
2. Savoenezen. Eens in de maand ver
zamelde de "Savoenese gemeen
te" zich bij volle maan op een groot
veld. Middenin was een simpel sta
ketsel opgericht, waaraan een flam
bouw was bevestigd en ook hing er
een vaatje laroe (sterke drank) aan.
Men vertelde mij, dat dit vaatje drank
de plaats innam van een gesnelde
kop. De vrouwen en meisjes had
den aan de voet een soort lontong
-huisje vastgemaakt, gevuld met
boontjes of steentjes om het dans
ritme te accentueren. Men vatte el
kaar bij de schouders, vormde een
grote kring en deed onder geleide
van een voorzanger, gevolgd door
gezamenlijk refrein, een eenvoudige
reidans. Dreigde de kring te groot
te worden, dan vormde zich daar
binnen een andere, die evenwel de
andere richting uitdraaide. Machtig
gezicht zo bij volle maan. Het dan
sen duurde de hele nacht en als je
Savoenese bedienden had, kon je de
andere dag de gevolgen zien - als
ze tenminste binnenkwamen. Deze
dans heet pa do'a.
Wie het voorgaande heeft gevolgd, zal
begrijpen, dat de Timorees heel sober
leeft. Een paard is voor hem onontbeer
lijk; een Timorees is een geboren hor
seman net als een cowboy. Om de ver
gelijking nog beter te maken: de Timo
rees snijdt vlees in dunne repen, kruidt
het en draait er strengen van, voordat
hij het droogt. Deze vlees strengen, da
ging sè-ie geheten zijn in wezen het
zelfde als de beef jerkey van de Far
West en de biltong van de boeren in Z.
Afrika. In de binnenlanden worden nog
veel huizen gemaakt volgens het alou
de "bijenkorf'-model, die overigens
een goede beschutting tegen de zon
zijn. Ook hier maken de vrouwen ikat
weefsels, maar van zwaardere kwaliteit,
echt onverslijtbaar.
Even een zijstapje. Op de Mulo kregen
we aardrijkskunde Indië uit een echt
goed leerboek, dat de eilanden "land-
schaps gewijs" behandelde in plaats
van residentiegewijs. Toen we aan de
Kleine Soendaeilanden bezig waren,
maakte Jacob Amalo (van Savoe af
komstig) een aanmerking over een zin
snede, die ongeveer luidde: Een Timo
rees is niet erg op zindelijkheid gesteld
en wast zich bij hoge uitzondering met
gekauwde klapper. Jacob betoogde:
"Meneer, dat is niet waar, want een Ti-
monees is niet vies uitgevallen; hij
neemt wel degelijk een bad, als er ge
noeg water is." Maar ja, meneer legde
die opmerking terzijde,want wat er in
het boek stond, was immers onaan
vechtbaar?
De binnenlanden werden mede be
stuurd door radja's, met een erg hoog
dravende naam geheten, maar die zo
wat gelijk stonden met de even talrijke
radja's op Ambon. Toch voerden zij wel
degelijk een soort staat en waren rijk
te noemen, wat zich o.a. uitte bij de
huwelijken van vorstentelgen. Alle gas
ten werden overdadig onthaald en zelfs
na het huwelijk nog eens extra bedacht
met een hele karbouwenpoot! Noem
me een land, waar je zo iets als attentie
krijgt!
De nieuwelingen werden allemaal bang
gemaakt met het praatje, dat de grond
van heel Timor vergeven was met bacil
len van VD. Als bewijs vertelden ze
het verhaaltje van een ambtenaar, die
in de binnenlanden VD had opgelopen,
omdat-ie alleen maar van de baleh-ba-
leh was getuimeld. Ze wisten echter
niet te vertellen of de goede man wel
alleen sliep.
Het is niet algemeen bekend, dat er
jaarlijks uit Koepang vele mannen met
Australische scheepjes weg gingen om
in de wateren nabij Broome parels te
vissen. Broome was het centrum van
de parelvisserij, nou ja, parefs! Er wer
den wel eens parels opgedoken, maar
het meest werd verdiend met de schel
pen, die parelmoer leverden en de
oogst aan tripang leverde ook genoeg
op.
In Koepang konden de aspiranten zich
laten inschrijven bij de Chinees Lie Soe
Njan. Eenmaal in Broome gekomen be
gon het werk, waar ze 'n jaar-contract
12