DE ACHTTIENDE RONDE NIEUWE DIRECTIE Vorig jaar vergat ik door mijn reis naar Indonesië op tijd de nieuwe jaargang in te luiden (en schreef Jan Ritman een halve maand te laat "Sweet Seventeen" ter aankondiging van de 17e jaargang), maar dit jaar zijn we op tijd. Al zijn we niet zo vrolijk als het vorig jaar. Maar daar is de tijd ook wel naar, zal iedere lezer moeten toegeven. We hebben er dit keer dus maar boven gezet 18e RONDE, want het hele bestaan van Tong Tong (zeventien lange jaren lang) is één moeizame bokswedstrijd geweest en bij het aanbreken van het 18de jaar voelen we ons als een vuist vechter die de zoveelste ronde van vuistslagen in gaat en bij wijze van spreken zijn botten voelt kraken om van ge kwetste tederder delen nog maar te zwijgen. Maar evenals bij een échte bokser weten we kalm wat ons te wachten staat (omdat we dit bestaan immers verkozen hebben). We gaan dus ook de 18de ronde onbevreesd en strijdvaardig in. Al realiseren we ons even kalm dat de voor bije zeventien ronden ons niet "in onze kouwe kleren zijn gaan zitten", maar dat bovendien de Tijd onbarmhartiger is dan ooit. In feite is deze tijd slechter en zelfs genadelozer dan de tijd toen we ons bestaan nét begonnen! De zich voortzettende inflatie en de harteloos herhaalde loonronden maken het voor de kleine ondernemer (en Tong Tong IS een kleine zelfstandige!) onmogelijk om een haalbare exploitatie op te zetten. Kleine ondernemers gaan in deze jaren bij dozijnen tegelijk failliet. En als in dit ruige weer zelfs ruige zaken als echte Hollandse over de kop gaan, hoe dan zo'n "aloes" plantje uit de Tropen! Bekijken we de plaats van Tong Tong in breder verband, dan zien we dat - wélke echte of vermeende fouten en te korten men ons ook aanwrijft - daarnaast geen enkele andere onderneming van Indischgasten (althans met zo'n grote kring van meer dan zes duizend actieve verbondenen) zoveel daadkracht ontwikkeld heeft als Tong Tong. Maar dat ook de ontelbaar velen die zich "opgelost hebben in het Nederlanderschap" in dit nieuwe bestaan geen karakteris tieke sociale inbreng in de Nederlandse maatschappij hebben gedaan. Het zich verlost hebben van Indische identiteit en herkomst heeft dus geen creatieve hergeboorte met zich meegebracht. Men is zelfs "meer verdwenen dan ooit". En van Den Haag, nog steeds het "grootste Indische con glomeraat ter wereld" zal over een jaar of tien niets meer herinneren aan het leven, ja zelfs het bewustzijn of "het historische litteken" van de Indische burgerij van thans. Geen schenking van de burgerij van b.v. een "Indische vleu gel" aan het stedelijk museum, geen Indische leesbiblio theek, geen kulturele kring met een scheppende kring, hoe klein ook, geen gedenkplaat in welke muur ook, nóch voor de bestuursambtenaar, noch voor de Dlanter of welke ande re verdienstelijke Indischman ook. Verreweg de meesten hebben wijselijk de vlucht genomen in een Nederlanderschap dat "het Indische verleden be schaamd vergeet" en de pers doet met een uitgestreken farizeisch gezicht mee aan de discriminatie door nooit als er complimentjes uitgedeeld moeten worden, de Indische herkomst te noemen. Zelfs de geboorteplaats niet. Zoals onlangs ook nog bleek bij het herdenken van Sophie Stein, het Indische meisje, dat als Moeder Doorsnee in de hoor spelserie "De familie Doorsnee" miljoenen luisteraars ge boeid en ontroerd heeft. Te deksel, wat een onverbeterlijk hypocriete maatschappij is dit! Wat Indisch is, wordt schaamteloos gepresenteerd als "eigen", zonder een dankje aan het verleden! Het spreekt vanzelf dat er voor de Indischman in de maat schappij, waar hij alleen meeloper is, naast het routinewerk alleen maar tijd is voor "omong kosong en roddel", net als destijds in Indië. Waar men zich van los heeft menen te kunnen maken door zich op te lossen in de Nederlandse maatschappijdie in hoofdzaak een roddelgemeenschap in het kwadraat is (denk maar aan het geruzie en geklap openlijk voor de TV)! Terwijl veel van wat als eruditie of cultuur gepresenteerd is, zó voos en leeg is, dat het zelden of nooit buitenlandse maatstaven haalt. Zelfs het oordeel over Indische mensen berust op kleine achterklap! Klein burgerlijkheid overal waar het oog kijkt en het oor luistert. Neem bombast en imitatie weg en er blijft niets over. En wat de Indische groep betreft: we staan ontsteld als we denken aan alle talent, die in al deze jaren verloren ge gaan is, terwijl er zo enorm veel levends opgebouwd had kunnen worden, én in Indonesië, én in Nederland én in de toekomst! Of - bij het desnoods "helemaal Nederlander worden" - als we hadden willen deelnemen aan de talrijke sociale en culturele activiteiten van Nederland buiten ons beroep - misschien hadden we een eigen zend-schip gehad naast de "Veronica", misschien een brede organisatie voor steun aan nederlandse kerkhoven in Indonesië, i.pl.v. zoals nu alleen maar kankeren op Indonesië en zelf niets doen; we hadden specifiek Indische bejaardentehuizen kunnen maken of leuke kindervacantiekolonies voor "eeuwig" naar eigen inzicht en smaak, enz. enz. enz. Maar we hebben onze bestaanskoek helemaal alleen opge geten. Er is niets gezaaid; er zal ook niets groeien, laat staan geoogst worden. Alleen die idiote Tong Tong gaat in zijn eentje een soort bokswedstrijd beginnen, die al verloren is vóórdat hij begonnen is. Al zal er in later decennia opeens tussen vele vergeelde, beduimelde geschriften iets "on- Hollands" gevonden worden van een wonderlijke en ontroe rende originaliteit: een soort nieuwe verhalen van Sindbad de Zeeman en Ali Baba en het Vliegende Tapijt. En dat is dan een vergeten jaargang van Tong Tong! Tsk-tsk-tsk, ik verwijt niemand wat - het totaal is té absurd en grotesk om er nog schuldigen voor te zoeken. Dit heeft zo moeten zijn als een wonderlijke speling van het Lot. Het mag intussen de lezers van Tong Tong tot voldoening strekken dat ons "Clubje van Zes Duizend Man" wél wat tot stand gebracht heeft dat ons voorbij zal leven, ook al beseft NU niemand hoeveel dat geweest is. En in elk geval de moeite waard was om er achttien ronden lang voor "in de ring" te komen als we deze achttiende ronde halen! T.R. Op 23 Juni werd de jaarlijkse Algemene Vergadering ge houden van de B.V. Tong Tong, waarop o.m. de mutatie in de directie werd behandeld, die de wijziging tot stand heeft gebracht in de "masthead" op pagina 2. Daarin ziet U dus, dat de directie sinds het ingaan van deze 18de jaargang niet langer berust bij Tjalie Robinson, die om gezondheidsredenen is moeten aftreden, maar bij Lilian Ducelle. De administratie wordt gevoerd door Th. A. Scheul- derman, terwijl de Redactie van ons tijdschrift zal worden gevoerd door Tjalie Robinson, Lilian Ducelle, Ch. J. A. Man- ders, J. H. Ritman en G. H. Bartman. Dit betekent een zeer zware taakvermeerdering van Lilian, die deze verantwoordelijkheid kalm aanvaard heeft, omdat er doodgewoon niets anders op zat! Want ook op deze Algemene Vergadering kwamen geen andere candidaten, voorstellen of suggesties uit de zaal, omdat (zoals jaar in jaar uit) de belangstelling van de zijde der aandeelhouders beneden elke maat bleef. Dit is tussen twee haakjes een algemeen verschijnsel in onze Haagse samenleving dat ook elke buitenstaander opvalt: niet alleen in het sociale en politieke leven, ook in het bedrijfsleven ontbreekt de Indischman of ex-Indischman als actief aandeelhouder of commissaris in elke andere vorm van georganiseerd leven buiten zijn eigen werkkring. En zelfs in die werkkring zit hij niet in b.v. personeelsverenigin gen of raden. En zie je hem b.v. nooit bij betogingen. Oorza ken? Niemand kent ze. In elk geval wenst het tijdschrift Lilian Ducelle kracht en moed toe om haar allene en moeilijke werk met de volhar dendheid en onbevreesdheid voort te zetten die haar altijd gekenmerkt heeft. Redactie 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 3