^>e neger en de zwarte koningspoedel iNDOEMESSSCH OVERAL PENDEK Si Boeloes 10 Mijn kapper heeft een hobby: hij is hondenliefhebber en lid van de kyno- logen-club. Dat houdt in, dat hij de kennis en mogelijke wetenschap van het hondenras en honden-psychologie bezit. Dit vertelde de figaro aan een klant, die hij een new-look-kapsel aan het knippen was. Schouwend zoals een kunstschilder het met zijn schepping doet nam hij kijkafstand. Trippelend als een snip van links naar rechts en dan naar ach ter, veelvuldig met zijn schaar in de ruimte klikkend, om dat met de kam de haardos kleine rukjes te geven. "Ja, hier nog wat uitdunnen, zo zit het goed in model, mijnheer"! "Maar wat ik zeggen wou, die hond hè, dat is een pracht van een ras, zowel kleur als karakter, hij heeft een goede af komst, zijn stamboom komt ook voor in de Londense high society, kortom mijnheer een hondebeest om "U" te gen te zeggen". "Het bijzondere van dit beest is, dat hij aanslaat en te keer gaat, zodra er een kleurling binnenkomt. Tegen blan ke mensen gaat hij echt lief kwispel staarten". "Het zal wel de lichaamsgeur zijn", merkte een andere klant op. Met een zwik door zijn knieën, draaide de kap per zich om en keek de kant van de klant op. "Mijnheer, u neemt me de woorden uit de mond, dat had ik ook willen zeggen. Ja, die kleurlingen dragen ook zo'n onaangename geur met zich mee "Ben ik blij, dat ik geen neger ben" antwoordde de klant. Met een wat onthutste blik, mijn richting uitkijkend ik deed net alsof ik mij in mijn lectuur verdiepte voelde de figaro als bij intuitie, dat ik geen volbloed Nederlander ben, daar de trekken van mijn Indonesische grootmoeder mijn af komst verraden. Overigens voelde de kapper ook, dat hij zich minder hoffe lijk en ondiplomatiek gedragen had. Maakte daarom zijn verontschuldigin gen. Dat hij zich niet schuldig wilde maken aan rassendiscriminatie, maar wel even wilde benadrukken, hoe goed hij wel in de hondenpsychologie thuis was! De zwarte koningspoedel waar zo druk over werd gediscussieerd, lag voor op de deurmat te slapen, af en toe zijn kop opheffend, om met een slim oog naar baas of klant te knippe ren. Dan plofte hij met een harde bons weer op de deurmat en was met een weer in het land der dromen ver zeild. Voor hem geen problemen. De deur zwaaide open, gevolgd door het getingel van de deurbel. Een klant kwam binnen, de zwarte koningpoedel sprong op, rekte zich geeuwend uit en kwispelde met snelle zwiepen, als blijk van vriendschap de binnentredende neger een welkom toe. Toen wij heel klein waren, heette het nog Gang Holle. Die kenden wij als voetgangertje, al door- en-door knikkerend in het stof, weet je nog? Daarna veranderde de naam wat deftiger in LAAN Holle, want intussen was er allemaal asfalt gekomen met keurige trottoirs. En door-en-door isternietmetcheml Daarna veranderde (dat was na de wereldoorlog) de naam in Djalan Sahang en kwamen er meer en meer restaurantjes en winkels, al sprak elke betjakvoerder nog steeds van Gang Hollahl En tot slot werd de naam veranderd in Jalan Hadji Agus Salim, en zo heet-ie nog steeds, maar moet je zien wat een razend verkeer er nóu doorheen raast! Door-en- door? Zelfs de auto's kunnen het vaak niet eens (Foto Rogier J. Boon) De neger en de zwarte koningspoedel liefkoosden elkaar als oude vrienden. "Zo beste jongen", zei de neger met een basstem, "wij zijn vrienden, hè? Ach ja, wij zijn beide ook even zwart". Stilte heerste in de kapsalon. De neger groette vriendelijk de aan wezigen en zocht een plaats, terwijl de zwarte koningspoedel hem volgde om dan als een braaf beest recht voor hem plaats te nemen, als om te laten blijken, hoe het betaamt zich vorstelijk te gedragen. De kapper heeft zich verder maar met tondeuze, schaar en kam beziggehou den. G. J. Lubbe Bakker Ik beleefde onlangs het volgende: ik was ergens in Toronto op een reisbu reau en daar stond ook een Chinese heer aan de balie: het gesprek - in het Engels - vlotte niet erg, maar ik ving terloops het woord Indonesia op. Ik vroeg toen, of hij daar bekend was. Hij beaamde het en vroeg meteen, of ik wat Indonesisch sprak. Met mijn op vele plaatsen doorgeroeste bahasa heb ik hem nog van dienst kun nen zijn, wat hij zeer apprecieerde. Heb hier een paar Chinese kennissen, die in Djakarta zijn geboren en via Australië en Hongkong in Canada te recht zijn gekomen, maar, die als ze met pensioen gaan, het liefst naar Indonesië willen gaan. Eddie Plaats van handeling een Hollandse keuken. Vrouw des huizes was bezig sambal petjel te maken. Kwam via de achter deur een Indische dame op bezoek. Na de begroeting ontspon zich het volgende gesprek: Bezoekster: Itu wat jij maak?" Vrouw des huizes: "Sambal petjel". Bezoekster: "Vanwaar jij haal gula dja- wa?" Vrouw des huizes: "Loh, deze gula pasir." Bezoekster: "Mossoh gula pasir koh ken bruin." Vrouw des huizes: "Na, itu bruinnja van Pindakaas.". In een dorp wandelden twee Indischen en kwamen een kennis tegen. Zei de een tegen de ander: "Lah itoel! Si Anoe." Si Anoe verontwaardigd, wees de twee dames terecht met de woorden: "Da mes niet meer Maleis spreken ja, we zijn nu in Holland toch?" Pal erop repliek van de aangesprokene: "Wah-doèh, deze geassimileerd betul, alleen kleurnja nog bruin!!"

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 10