EEN PICNIC TE BANJOE BIROE De Nieuwste "Tjoek" (OOST-JAVA) Ofschoon ik wist, dat mijn man niet van picnic-party's hield, kon ik er niet on deruit, zodat ik met de vrouw van mijn chef, hoofd van een school te Sidoar- djo, een afspraak maakte de komende Zondag naar Banjoe Biroe te gaan en daar buiten aan het meer te picniccen. Mijn man was woedend, toen hij des middags van mijn afspraak hoorde. "Je weet toch, hoe 'n hekel ik eraan heb, met etensdragers te gaan slepen en dan zo geïmproviseerd te moeten eten. Ik vind het al erg genoeg, als ik dat moet doen op een inspectie-reis, maar dan is het een "moetje". Dus kan je er niet onderuit, maar dit had je niet moeten afspreken. Kan je nog niet een voorstel doen, om voor mijn part, op onze kosten, in dat restaurant daar boven het meer te gaan rijsttafelen." Ik probeerde het, maar nul op het re quest. Zij hadden nu eenmaal hun zin gezet, om daarboven gezellig wat nasi goreng te eten en daar bleef het bij. Het uiteindelijk resultaat was, dat wij die zondagmorgen, vijf man sterk, be last en beladen met een volledig klaar gemaakte nassi-goreng, wat flesjes bier, een fles sherry en een fles bokma, naar "Blauw Water", zo heette het daar, trokken. Men, d.w.z. de familie van de baas, ver heugde zich in dit dagje buiten. Ik min der en over mijn dierbare echtgenoot, zal ik verder maar niets zeggen, die leefde op een vulkaan, die bij het min ste geringste zou kunnen uitbarsten. De reis verliep vlot en zonder onge lukken of uitbarstingen van mijn weder helft. Na ongeveer 11/2 uur rijden, pas seerden wij het door mijn man bedoel de restaurant, waar uitdagend een groot bord buiten hing met de prijzen van nassi goreng, rijsttafel en wat dies meer zij, maar ook, en dat was nog erger, dat men, indien maaltijden wer den medegebracht, tegen betaling van f 1,p.p. voor gebruik van couvert, deze in het restaurant kon nuttigen. Mijn man stootte mij aan en fliusterde: "Vooruit, vraag hun, of wij dat niet kunnen doen." Ik durfde echter niet. De familie had nu eenmaal in het hoofd buiten te picniccen, dus dacht ik: "Het is onbe gonnen werk, dat te trachten te ver anderen." We reden nog even door, waarna het plateau, het einddoel, werd bereikt. Het uitzicht was geweldig, we boften met het weer, een heldere lucht zonder één wolkje, terwijl wij tegen de zon be schutting konden zoeken onder de vele, door apen bewoonde bomen, die her en derwaarts op het plateau groeiden. Ach ja, de tocht was wel aardig en ik wist, dat mijn man dat ook wel kon appreciëren, maar dat gepicnic buiten was hem een doorn in het oog. Dat bedierf dan ook zijn hele zondag. We zochten een prettig plaatsje met een mooi uitzicht, een beetje in de schaduw. Ik probeerde mijn man ertoe te bewegen nu niet al te erg te laten blijken, dat hij in feite de pé erin had. Hij beloofde, dat hij zou trachtten dit te doen. Gelukkig maar, want au fond was ik met mijn baas en zijn vrouw uit. Het liep tegen 11 uur. "Wat zou je denken van een apératiefje?" zei de baas. Nu, dat viel er wel in en even later zaten we gezellig, voor zover dit mogelijk was, aan onze glaasjes te lur ken. De stemming van mijn man werd wat beter, hij mengde zich tenminste in het gesprek; dat was al veel waard, want zo'n doofstomme in een gezel schap is nu niet direct iets om de stemming te verhogen. Tegen twaalf uur stelde de vrouw van de baas voor te gaan eten. De vrouwen, die van de baas, haar dochter en ik, belastten zich met het klaarmaken van een en ander. We sleepten een tafellaken uit de auto, spreidden dat uit op de grond, daarna borden, lepels, vorken, messen en wat al niet, trachtten alles zo stevig moge lijk te plaatsen op de ongelijke grond. Namen nog het laatste apératiefje, waarna we aan tafel zouden gaan, d.w.z. op de grond, om het tafellaken heen. Als laatste, maar belangrijkste onder deel werden de rantangs met de nassi goreng, kroepoek, saus en misschien nog wat sambals uit de auto gehaald, midden op het laken geplaatst, ge opend en: "Nu, smakelijk eten", zei de gastvrouw. Meer werd er niet gezegd. Als een wervelwind ploften uit alle omringende bomen apen op ons tafellaken neer. We wisten niet, hoe snel wij ons uit de voeten moesten maken. Het duurde maar enkele minuten, of de "zaak" was volkomen schoon. Er stond niets meer. Waar je keek, zag je peuzelende apen: deze met een heel rantangbak, een an der met een stuk kroepoek, in één woord "wij hadden gegeten". Het viel mij nog mee, dat zij het tafellaken, de borden, messen en vorken lieten voor wat deze waren, zodat wij het bestek, behalve enkele rantangbakjes weer mee naar huis hebben kunnen nemen. We waren verbouwereerd; alleen één Door de EIGEN uitgeverij uitgebracht Wederom voorzien van een prachtige band door Rogier Boon Verkrijgbaar bij Boekhandel "Tong Tong" 9,90 plus 0,90 porto had er lol, al liet hij het niet merken: mijn man. Ja, wat nu. We zijn met het geredde bestek maar weer in de wagen gestapt, naar Sidoardjo gereden, waar wij bij de Chinees heerlijke warme nassi go reng met kroepoek, enz. enz. op stoe len aan een normale tafel rustig, onder het genot van een glaasje bier, hebben mogen verwerken. Ik ben op het plateau nooit meer terug geweest. Jammer, misschien had ik in deze of gene boom nog een overblijfsel kunnen ontdekken van de door de apen van dit plateau, op ons gewonnen veldslag. Het gesprek van mijn echtgenoot met mij die avond, ach, dat begrijpt U wel, daar behoef ik niet over uit te wijden, maar wel kan ik zeggen: "Hij had lol". Klaasje Sevenster KAJOEPOETIH-OLIE De beste kwaliteit die we konden krijgen. Neem nu een fles (hoop dat U 'm niet nodig hebt!) want straks is het weer wachten op een nieuwe zending. 100 cc. fles f 6,50 cc. f 3,25 (porto 90ct-60 ct.) VINCENT MAHIEU 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1973 | | pagina 18