Magere Kerst In Indonesië
ABONNEE'S K
WEERZIEN
WERFT ABONNEE'S!!!
Dit jaar gaan er maar kleine cheques naar G1KI en BOS in Indonesië. Doodeen
voudig omdat er van het jaar minder is binnengekomen voor de Bruine Bus.
Deels omdat betoel heel wat beurzen platter zijn geworden (en U weet het toch:
het zijn juist altijd de mensen die het minst hebben, die het gulst geven!), deels
omdat er dit jaar door velen geofferd is voor het Poekoel Teroes Fonds (om in
tijden van nood ons tijdschrift bij te springen) en tenslotte omdat er zoals ge
woonlijk toch wel links en rechts méér uitgegeven is aan Adiks in Nood.
Kort samengevat: de hulptoevoer in
Nederland wordt minder - de hulpbe
hoevendheid in Indonesië van onze
groep "zorgenkinderen" wordt groter.
Eigenlijk een afspiegeling van de af
nemende steun in de hele wereld van
de Rijke Landen, en de toenemende
behoefte aan hulp in de ontwikkelings
landen. En ook op grote schaal is het
totaalbeeld verdrietig, want het schijnt
alsof het ruimere besef van de nood
bij medemensen er niet in slaagt ons,
rijken, te- bewegen tot groter offer
vaardigheid omdat tegelijkertijd onze
eigen behoeften ontstellend stijgen!
(terwijl de waarde van ons bezit deva
lueert
Laat ons maar niet proberen hier meer
inzicht in te krijgen, want U bent er
misschien ontevreden over dat de vak
bonden steeds meer blijven eisen voor
de werknemers, maar aan de andere
kant heeft ook de felle aanval aandacht
getrokken van prof. Hellema op de fa
belachtige pensioenen van ministers,
terwijl ook "alles wat daartussen zit"
steeds meer gaat verdienen. Zoals de
professor triest zei, "zit de oorsprong
van het kwaad al lang ingebakken".
M.a.w. we zijn rijk tegen wil en dank.
En worden ook steeds rijker tegen wil
en dank
Op kleine schaal is deze toespitsing
van verschillen ook merkbaar bij ons
hulpverleningswerk. Zelfs de onver
moeide, dynamische Chris Simon
kwam dezer dagen in wanhoop bij ons
binnenvallen: "Ik werk me rot en het
wordt steeds erger
Als U nu denkt dat ik "op redelijke
gronden" het werk er maar bij neer
gooi, heeft U het glad mis. En ik weet
ook dat onze lezers hier niets van
zouden willen weten. En zullen aan
komen met de enige gewetensvolle
remedie: GEEF MEER I I I"
In alle eenvoud doen wij dit ook en
roepen U toe: geef één keer extra voor
a.s. extra-arme kerstfeest. Houd de
krandjangs vol. Voor deze ene keer
dat we er zélf nog wat aan kunnen
doen. Schrijf op Uw giro'tje of post-
Zulke manden brengen G1KI en BOS met
Kerst aan hen die helemaal niets en niemand
hebben: wezen en allene grijsaards. Vergeet
bij het woord Kerstgeschenk de jraai opge
tuigde cadeaux die in Europa - Amerika ge
geven of ontvangen worden. En waarvan vaak
de verpakking alleen al méér waard is dan de
inhoud van de krandjangs hierboven. En dan
komt de tocht naar huis in een verre kampong
langs hobbeligestikdonkere paden soms.
Maar ik heb gezien hoe dankbaar ze zijn - gek
dat je een lege kerstnacht tóch helemaal vullen
kan met dankbaarheid
wissel naast het bedrag dat U stuurt
alleen maar één woord:
Kerst-krandjang.
en maak dat in dit onvergeetlijke jaar
van de "Kohoutek-Kerst" althans in
onze kleine Tong Tong adik-gemeen-
schap dankbaarheid kan zijn omdat
men een extra leid-ster mee naar huis
kan nemen voor de donkere nacht van
de toekomst:
Als mensen elkaar helpen willen, is er
géén tekort!
En als alle lezers luisteren en er komt
te veel binnen, dan bewaren we de helft
voor volgend jaar. We - shall - over
come!
OPROEP!
Wie kan mij helpen aan informa
ties in de vorm van foto's of
ander soort documenten met
betrekking tot het Preanger-Hotel
te Bandung? U mag mij ook
schrijven van wat U weet!
O. Steenbrink, Castor 111, Vee-
nendaal. Tel. 08385-14337.
Met genoegen en dankzeggend heb ik
Uw miniatuur dandang ontvangen. Na
tuurlijk neem ik de symbolische bete
kenis van "Altijd genoeg rijst in huis"
voor waar.
In het kort gezegd, ben ik afkomstig
van de Oosthoek; geboorteplaats Lu-
madjang; in Probolinggo naar school
gegaan. Er waren twee scholen: de
Eerste en Tweede School. Ik zat op de
Eerste, aan de Herenstraat en de Twee
de was aan de Wedusoenstraat. O ja,
ik lees wel hier en daar bekende na
men, o.a. Japie van Helsdingen (zoon
van de A.R. Prob.)
Mijn vader was de beroemde jager
van de Oosthoek. Als ik van de jacht
vertel, dan kunt U lachen. Spanning
is er ook bij.
Mijn vader had me meer als jongen
opgevoed. Op mijn 12de jaar mocht
ik met hem mee op de tjèlèngjacht.
Ik, of wij (mijn twee jaar jongere zus)
hebben onze Ma verloren, toen ik 2V2
jaar oud was. Ja zo zat het!
Enfin, mijn Pa en ik gingen vaak op
jacht, ik, met een kaliber 16 (hagels) en
Pa met z'n beroemde drieling.
Eens hadden wij acht tjèlèngs naar huis
gebracht. Hij verdiende meer aan de
tjèlèngs dan als stationschef.
Natuurlijk zijn er nog wel Indische men
sen, die dit weten, van die tijd 1918. Ik
heb wel een mooie tijd gehad. Maar he
laas is dat land veranderd. Ik heb ver
leden jaar, Nov. '72, de sprong ge
waagd en voor drie mnd. in Indonesië
gezeten, bij mijn dochter. Natuurlijk is
het weerzien heerlijk geweest, maar de
de teleurstelling was er toch. Eerstens
was ik doodziek van de warmte, ook
mag en wil ikzelf niet eten van de straat
en dat deed ik vroeger wel. Ben wel
drie maal naar de Poentjakpas gegaan
en een bungalow voor een week of 10
dagen gehuurd bij Ardjuno, van de Hr.
Tomo (zo word hij genoemd). Ook daar
liet de hygiëne te wensen over! Om een
kakkerlak gilde ik als een gek, of zou
ik veranderd zijn?
F.M. Baron-Mündler
5