Journalistieke Herinneringen (XI)
Bij de dood van jhr. dr. C. H. V. de Villeneuve
Het kan zijn, dat op zeker ogenblik de
rol, die men speelt in zijn tegendeel
verkeert: de jager wordt prooi. In een
lange loopbaan "aan de krant" had ik
een ontelbaar aantal personen geinter-
viewd, van zeer belangrijke mensen
tot zeer eenvoudige. Interviewen is
zoiets als jagen, met de journalist in
de rol van jager en zijn slachtoffer als
prooi.
Bij mijn eerste bezoek aan Australië
bevond ik mij plotseling in de rol van
de prooi: een krant in Sydney nam de
vreemde vogel uit Indië onder vuur.
De eerste vraag: waarom bent u jour
nalist geworden? Antwoord: Als gevolg
van mijn onverzadigbare nieuwsgie
righeid. Natuurlijk waren de redenen
van mijn keus kort na het beeindigen
van de HBS wel wat meer gecompli
ceerd, maar zeker was die nieuwsgie
righeid, gecombineerd met de behoefte
te ontdekken wat mensen zijn en wat
hen beweegt te handelen zoals zij
doen, wel de machtigste impuls voor
een beslissing, die leidde tot een loop
baan wel verre van wat mijn ouders
zich als de gewenste carrière voor hun
oudste zoon hadden gedacht. Ik heb
er, na meer dan zestig jaar, geen spijt
van. Aan gebeurtenissen die mijn
nieuwsgierigheid konden wekken of
bevredigen heb ik ruim mijn deel ge
had. Aan ontmoetingen met interessan
te persoonlijkheden eveneens.
Van Treub en Colijn in mijn nederland-
se jonge jaren tot Nehru en Nasser,
Soekarno en Hatta en hun tegenspe
lers Van Mook en Beel, staatslieden
of wat daarvoor doorgaat, schrijvers,
musici en journalisten van wereldfaam.
En tal van figuren van wat ik - zonder
daarmee een diskwalificatie te willen
uitspreken figuren van het tweede plan
zou willen noemen - vaak interessanter
dan de lieden die door hun grote ver
antwoordelijkheden vaak aanzienlijk
moeilijker te naderen waren dan de
Groten der aarde.
Dit mag dan dienen als verklaring
waarom ik thans een enkel woord wil
zeggen bij het overlijden op 12 maart
van Carel de Villeneuve, een man, die
van een wat vage journalistieke relatie
een hogelijk gewaardeerd vriend werd.
De naam zal velen onzer lezers nauwe
lijks iets, of helemaal niets zeggen, of
schoon hij door een opzienbarend be
sluit van de drager ervan nogal in
opspraak kwam. Maar De Villeneuve
was een man die naar beste weten
Indië en Indonesië heeft gediend en
wiens nagedachtenis daarom in Tong
Tong niet onvermeld mag blijven.
De Villeneuve vestigde zich als jong
advocaat in Semarang. Hij was, zoals
het praedicaat voor zijn naam al aan
duidt, gesproten uit een aristocratisch
milieu. Alle "kouwe k." was hem in
tussen vreemd; zijn vocabulaire had
soms meer van die van een amster-
damse bohemien dan van een haagse
jonker. Maar belangrijker was het feit,
dat hij een volstrekt eerlijk en integer
man was, die zich daardoor alras een
vooraanstaande positie verwierf en
hem het respect van zijn collega's
maar ook van de Semarangse burgerij,
voor zover die met hem in aanraking
kwam, deed verwerven. In de dertiger
jaren bleken zijn voortreffelijke eigen
schappen te leiden tot een der belang
rijkste functies in het bedrijfsleven.
Hij werd voorzitter van de Onderne-
mersraad, de organisatie van het ne-
derlands bedrijfsleven in Indië. Hij was
in die functie ook lid van de Volksraad.
Zijn warme menselijkheid en zijn vol
strekt onaantastbare eerlijkheid deden
hem ook in dat college van zo uiterst
gemengde samenstelling vele vrienden
maken. Ook onder hen voor wie het
"koloniaal kapitalisme" de wortel van
alle kwaad was. Hij zou tijdens de ja-
panse bezetting als "commandant" in
het kamp Tjimahi zijn voortreffelijke
eigenschappen opnieuw bewijzen. Hij
was de man, die als tussenpersoon
tussen de duizenden daar bijeenge
brachte geinterneerden en het japanse
commando met grote tact en onuit
puttelijke vindingrijkheid de plooien
gladstreek, die in dergelijke abnormale
verhoudingen met zo grote frequentie
oprijzen. Het na-oorlogse geweld
bracht hem in het openbare leven te
rug als adviseur voor economische
aangelegenheden van de Indische re
gering. Het einde van het nederlands
gezag bracht meteen het einde van
deze functie. Niet het einde van zijn
"indische" carriere. Want De Villeneu
ve nam een besluit, dat de Nederlan
ders om hem heen vrijwel zonder uit
zondering qualificaties ontlokte die alle
variaties vertoonden tussen twijfel aan
zijn geestelijke gezondheid en zijn mo
rele instelling: hij opteerde voor de
indonesische nationaliteit.
Er zijn vele en vaak ingewikkelde zeer
vileine verklaringen voor dit besluit
gegeven. De eenvoudige waarheid zag
men over het hoofd. De Villeneuve
moet het zo gezien hebben: hij had
zich in de nederlandse tijd ingezet voor
het herstel van de economie van het
land, dat hij had leren liefhebben. Hij
behoorde die taak niet neer te leggen
nu het staatkundig regiem was ver
anderd. Hij stelde zich dus ter beschik
king van de indonesische regering met
de uiterste consequentie te opteren
voor de indonesische nationaliteit.
Zijn besluit moet hem veel gekost heb
ben, en hij moet zich bewust geweest
zijn van de gevolgen. Van een gewaar
deerde figuur die vele jaren de belan
gen van het nederlands bedrijfsleven
had gediend werd hij in de kring van
zijn vroegere lastgever erger dan een
verrader: een overloper naar de vijand.
Onder zijn persoonlijke relaties in Ne
derland was de reactie zo mogelijk nog
feller: zij behoorden voor een deel tot
de typische nederlandse reactionairen
wien de gang van zaken in Indië na
1945 een gruwel in het oog was en
die nu het onzegbare zagen gebeuren:
dat een der hunnen gemene zaak
maakte met de opstandelingenEen
schande, die niet zou kunnen worden
uitgewist: verraad aan de clan.
Het spreekt vanzelf, dat dit alles een
zware druk heeft gelegd op de man,
die de uiterste consequentie trok van
zijn liefde voor zijn tweede vaderland.
Ook daar werd zijn besluit niet steeds
en overal gewaardeerd. Hij heeft noch
tans de republiek met al zijn vermo
gens gediend. Als economisch adviseur
van de republiek in Londen en Manilla
en laatstelijk als indonesisch vertegen
woordiger bij de EEG. Hij woonde toen
weer in Den Haag en was, ofschoon
de vijandigheid van een deel van zijn
oude omgeving nog verre van gesleten
was, ook daar his old self. Na zijn
pensioenering werd hij honorair con
sul van Indonesië in Barcelona, waar
hij nu is gestorven. In het harnas.
Op mijn 80ste verjaardag schreef hij
mij:
Je kunt terugzien op een welbe
steed, interessant en nuttig leven
en dat kunnen niet velen op hun
80e jaar zeggen. Bovendien ben
je altijd een hartelijk en trouw
vriend geweest.
Er zijn niet veel wijzigingen nodig om
deze woorden als grafschrift te ge
bruiken op de laatste rustplaats van
Carel de Villeneuve.
J. H. Ritman.
NIEUW:
Het laat je niet los, Rob Nieuwenhuys
Om nooit te vergeten, Rob Nieuwen
huys (2 bundeltjes Indische literatuur)
f 4,25 per deel, porto 90 ct.
De Raadsman - H. J. Friedericy f 4,25
Bloemen voor Nippon - Augusta
Lampe. Korte belevenissen uit de
Japanse bezetting f 9,90
15 jaar Boven Digoel -
I. F. M. Salim f 49,50
Wilde Bloemen van de wereld f 62,50
Maria Dermoüt, de vrouw en de
schrijfster f 18,90
10