BOEKJES WEG
1 APRIL
Noot:
19
W. t
Deze foto moet vóór maart 1914 zijn gemaakt. De man met
stok en knijpbril is PIETER FREDER1K SIJTHOFF (geb. 1857)
die planter is geweest in de Preanger en amateur entomo
loog was. Zijn insectenverzameling werd aan "Buitenzorg"
vermaakt en dankbaar aanvaard. Mogelijk heeft deze foto
daarmee iets uitstaande.
Wie zijn de 3 anderen en welke nabestaande heeft het
meeste belang bij deze foto die tegen vergoeding van
gemaakte kosten beschikbaar is.
Brieven te richten aan:
H. Sijthoff - Bachweg 90 b - Amersfoort - tel. 03490 - 2 75 72
"Ja, het spijt ons erg. We dachten al
dat U ziek was. Het feest is nu afge
lopen." "Maar ik heb toch gezegd dat
ik komen zou?" "Ja, maar we dachten
dat U niet meer kwam. U komt anders
immers ook nooit zo laat".
De goeroe was danig uit zijn humeur.
Geen dikke poot! Weg al dat vlees!
Wat nu? Gauw naar beneden. Daar
duurde het feest meestal langer. En
daar zouden ze zeker op hem wachten,
misschien wel zijn aandeel bewaren.
Twee poten! Terug!
Zo snel hij kon roeide hij stroomaf
waarts, langs zijn eigen kampong, naar
de monding. Hij luisterde gespannen.
"Hoor je al iets?" vroeg hij de be
diende. "Ja, mijnheer", hijgde deze,
zich de armen uit het lid roeiend.
Straks zou hij nog de schuld krijgen
als ook daar niets meer te halen zou
zijn. Hij kende zijn meester: een brave
man, maar gierig I Op de penning
"Wat hoor je?"
"Muziek". Nog harder roeide de be
diende. Ja, nu hoorde de goeroe het
zelf ook. De gong klonk reeds door...
Maar alsals die twee poten
Prauwtjes kwam hij tegen. Mensen van
het feest, vrolijk en uitgelaten, bepakt
en gezakt. De goeroe haastte zich.
Merkbaar zenuwachtig kwam hij in de
kampong aan. Bijna vergat hij bruids
paar en ouders geluk te wensen
want ook daar was het feest afgelopen.
Beleefd, maar met een zekere teleur
stelling werd hij ontvangen.
"Wij dachten dat U niet meer zou
komen, mijnheer", zei het hoofd.
"Maar ik had het toch beloofd?"
"Jawel, maar mijn boodschapper ver
telde dat U er nog niet zeker van was
waar U heen zou gaan. Wij dachten
dat U naar de slamatan stroomop
waarts was".
Meer behoefde hij niet te weten, de
goeroe. De buffels waren geslacht, het
vlees onder de feestgangers verdeeld.
De goeroe viste achter het net. Weg
één poot! Weg twee poten! Weg alle
poten
Na korte tijd nam hij afscheid, stapte
in zijn tambangan en roeide naar huis.
Zwijgend liet hij zijn bediende alleen
dajoengen. En nog steeds speelden
drie karbouwenpoten hem door het
hoofd. Eén dikke en vette, en twee
dunne.
(Naar een Boeginese vertelling)
J. C. H.
Juiste kennis kan dikwijls pas definitief
tot stand komen door een vele malen
herhaalde gang van materie naar geest
en van geest naar materie, d.w.z. van
praktijk naar theoretische kennis en
van theoretische kennis naar praktijk.
M.
In de loop der jaren ben ik (evenals U
hoogstwaarschijnlijk) heel wat boeken
kwijt geraakt, doordat ik ze achteloos
ter lezing meegaf aan een goede vriend
zonder te noteren aan wie. En deze
vergat later ook geheel van wie hij zo'n
boekje geleend had, omdat er ook
geen naam in stond (dom van mij),
maar van man tot man: wie heeft van
mij de gedichtenbundel "The Waste
Land" (eigenlijk van Lilian) van T. S.
Eliot en "Rashomon" van Ryonusuke
Akutagawa? Ze zijn niet herdrukt en
ik mis ze enorm. Wie helpt? Tjalie
In deze tijd gebeurt zó enorm veel
dwars tegen de normale draad in, dat
je elke dag van het jaar wel 1 April
zou kunnen noemen!
Stel 't leven één voortdurend feest - en dan?
De laatste dag breekt eindelijk aan - en dan?
Stel uw geluk op volle honderd jaren,
En nog eens honderd jaar daartoe - en dan?
(Uit de Kwatrijnen van Omar Khayyam, vert. P. C. Boutens)
Er zit meer filosofie in dit kwatrijn dan zich laat raden. Veel levenswijheid ontstaat
immers alleen bij mensen die vaker bij élk streven in het leven verder gedacht
hebben: en wat daarna? Wie dit tot een vaste gewoonte zou kunnen maken,
zou tal van dwaze begeerten op tijd afbreken