De voorspellingen van Ronggowarsito (III)
ik
Afscheid van
TANAH AIR
Van een afscheid was er in mijn gevoel
eigenlijk weinig sprake en zou dit be
ter te vergelijken zijn met een gefor
ceerde vlucht. Aangezien ik bij de A.P.
en bij 't Knil heb gediend, was dit voor
mij een bittere noodzaak, en moest ik
binnen 14 dagen in 't geheim mijn
stukken voor overtocht naar Neder
land klaarmaken. Afscheid nemen van
mijn geboorteplaats Mr. Cornelis en
van 't goede oude Batavia bestond
alleen uit een laatste groet aan de
graven van mijn vader en dochter,,
slachtoffers van de laatste oorlog. Er
was verder geen tijd voor sentimentele
bezoeken aan oude bekende plekjes,
waar je je jeugd had doorgebracht of
aan de scholen, die je had bezocht
(K.W. Ill, P.H.S. en Pams.)
Het zou trouwens toch maar tegenval
len, omdat zovele "bevrijdingseenhe
den" de schoolinventaris en daarmee
haar karakter volkomen vernield had
den en de gebouwen uitgewoond ach
terlieten. Mijn vrienden collega's waren
mij al in de vlucht voorgegaan, of wa
ren niet te bereiken, terwijl mijn Indo
nesische collega's de laatste tijden
omgang hadden vermeden, zodat ik
van geen van beiden afscheid hoefde
te nemen. Het wrange gevoel kwam
in mij op, dat ik als vreemdeling mijn
vaderland moest verlaten en dit nooit
meer zou terugzien, daarvoor was dc
stemming toen al merkbaar vijandig.
Je probeerde natuurlijk door een stoe
re houding en van "wat kan mij dat
schelen" je figuur een beetje te red
den, maar t inwendige weeë gevoel
was niet te onderdrukken.
We wisten allemaal wel, dat dit zo
moest gebeuren en dat we van de
regen in de drup zouden komen, alleen
de manier waarop alles in z'n werk
ging was stotend en beschamend.
Soms probeerde je jezelf wijs te ma
ken, dat je nog eens zou terugkeren,
omdat dit in de Djojobojo was voor
speld en 't een kwestie van tijd zou
zijn. Voorlopig was 't harde feit daar
en had je dit maar te aanvaar'den. De
dagen kropen dan ook om in een ge
agiteerde en gedwongen stemming,
want men had mij van bevoegde zijde
aangeraden mij zo min mogelijk te
laten zien, dan alleen voor strikt nood
zakelijke dingen in uniform en goed
bewapend.
De dag brak dan eindelijk aan, dat wij
in een soort van convooi naar Priok
vertrokken en ging dit zoals velen wel
weten dwars door de stad en bijna met
dezelfde vaart als destijds in de ber-
siap-periode uit angst voor sniper-
vuur. Toch zag ik aan de toestand van
de wegen en pasars al, dat er een
gezagswisseling had plaatsgevonden,
en begon 't weer te lijken op de
voor Tong Tong uitgelegd door
RM. S. Tri Tjondrokoesoemo
In Hoofdstuk III zet RM. S. Tri Tjondrokoesoemo zijn
vertaling van de voorspellingen van Ronggowarsito voort.
De teksten beschrijven het verval van de zedelijke
waarden in de wereld op het einde van de beschaving.
Het is mogelijk dat in de komende nummers af en toe
een hoofdstuk wordt overgeslagen, omdat de mail ons
niet tijdig bereikte. De serie wordt echter beslist voort
gezet.
Attention! Perlu kawigatosaken:
pada VII.
VII.
1. Amenangi djaman édan,
2. éwuh aja ing pambudi,
3. milu édan nora tahan,
4. jén tan milu anglakoni,
5. boja kaduman mélik,
6. kaliren wekasanipun,
7. dilalah kersa Allah,
8. begdja-begdjapé kang lali,
9. luwih begdja kang éling lawan
waspada.
VIII.
1. Samono iku babasan,
2. padu-paduné kapéngin,
3. enggib- mekoten Man Dhoblang,
4. bener ingkang angarani,
5. nanging sadjroning batin,
6. sadjatiné njamut-njamut,
7. wis tuwa arep apa,
8. muhung mahas ing ngasepi,
9. supaja ntuk pangaksamaning
Hyang Susma.
IX.
1. Béda lan kang wus santosa,
2. kinarilan ing Hyang Widhi,
3. satiba malanganéja,
4. tan susah ngupaja kasil,
lees eerder volgende pag., 3e kolom
16
5. saking mangunah prapti,
6. Allahu paring pitulung,
7. marga samaning titah,
8. rupa sabarang pakolih,
9. parandéne masih taberi ichtijar.
Attention Zeer gewichtig';
VII.
1. De tijd komt dat alles bezeten lijkt,
2. Onbegrijpelijk de betekenis er van
te weten,
3. Want, om zelf gek en bezeten te
zijn, is tegen je wens en wil,
4. Maar als je het niet mee doet,
5. Is het onmogelijk je deel te
verkrijgen,
6. Op het laatst lijdt je honger,
7. Maar vergeet niet Gods
Rechtvaardigheid,
8. Dit is: Die handelt naar verkeerde
streven en krijgt toch een groot
deel,
9. Maar die Gods wegen niet vergat
krijgt een nog grotere geestelijke
behagelijkheid.
VIII.
1. Dit is een biecht van de Schrijver,
2. Feitelijk hij verlangt ook naar een
deel,
3. Dit is werkelijk zo, goede Vriendjes,
4. Voor degeen die hem er van
verdenkt,
5. Maar diep in zijn hart is hij
overtuigd,
6. Dat dit alles onmogelijk is voor hem,
7. Want hij is al oud,
8. Het is beter de stille natuur binnen
te treden,
9. Om vergiffenis en rust te
verkrijgen van God.
IX.
1. Wie steeds de goede weg
bewandelt,
2. Met Gods zegen,
3. Wat gebeuren mag, hij vindt zijn
weg,
4. Voor hem is het niet moeilijk om
inkomsten te verkrijgen,
5. Door Gods wil en zegen,
6. Hij verkrijgt hulp van de Almachtige,
7. Vergeleken bij de andere,
8. Is zijn geluk bestendig,
9. Toch hij is nog vlijtig om door te
werken.