im I ik De legende van het Meer van Pandjalu (slot) REINOSAN dari Singer EEN PENG-KIE, HEEFT U DIE NU AL? Na verloop van tijd huwde Sanghijang Borosngora. Uit dit huwelijk werden hem twee zoons geboren van wie hij de eerste Aria Kuning noemde en de tweede Aria Kentjana. Toen nu de oudste de volwassen leef tijd had bereikt, droeg Sanghijang Bo rosngora de regering aan hem over. Zelf trok hij zich met zijn jongste zoon Aria Kentjana in de Djampangstreek (afdeling Tjiandjur) terug, alwaar de laatste zich aan de tuinbouw wijdde. Aria Kuning nu was geen waardig vorst. Van zijn vader had hij de stout moedigheid geerfd, doch in zulk een mate dat welhaast van machtswellust sprake was. Het feit dat het meer van Lengkong heilig was en zijn vader hem verboden had er ook maar iets aan te doen zónder diens toestemming, was in zijn ogen een kortwieken van zijn macht. Met de dag opstandiger, erger de hij zich aan het meer, tot hij zich tenslotte niet meer beheersen kon en, met voorbijgaan van zijn vader, bevel gaf het meer droog te leggen. Eerst toen de dijk, die het water van het meer in bedwang hield, doorstoken was zond hij de rijksgrote Kjai Buni Sakti naar de Djampangs om zijn va der in te lichten. Inmiddels had het water van het meer van Lengkong, zegevierend zich een weg banend door de vlakten, de tuinen van Arija Kentjana overstroomd, en toen deze van Kjai Buni Sakti vernam wat daarvan de oorzaak was, ontstak hij in gerechtvaardigde toorn. In allerijl vertrok hij naar Pandjaloe, zocht er zijn broeder op en trof deze aan, zijn han den warmend bij een vuur, de vingers erboven uitgespreid. Arija Kentjana, menende dat zijn broeder hem uitdaag de, verspilde verder geen woord. "Ik heb evengoed tien vingers geerfd", dacht hij, en zonder veel omslag wierp hij de opening in de dijk weer dicht. Toen Arija Kuning het meer weer zag vollopen, liet hij enige vissers ontbie den en vroeg: "Hoe komt het dat er weer water staat in het meer?" Eén der vissers antwoordde: "Uw heer broeder heeft de dijk gedicht." In woede zocht Arija Kuning zijn jon gere broeder op. Het ene woord lokte het andere uit en spoedig ontspon zich een gevecht dat dagen duurde. In pa niek reisde de Kjai Buni Sakti terug naar de Djampangs, teneinde de vader op de hoogte te stellen van het ge vecht, dat niemand anders kon doen ophouden. De vader, niet in staat tot een lange reis, gelastte een vriend en toeverlaat, een wijs man, genaamd Kjai Guru Adji, naar Pandjalu te vertrekken en de vechtenden te scheiden. Tegen de wijs heid van deze man konden de beide broeders niet op. Zij stopten het ge vecht, luisterden naar de woorden van de oude man, die nu eens verwijtend waren en dan weer vergevensgezind. Arija Kuning raakte er zo van onder de indruk, dat hij zich bewust werd van de machtswellust waaraan hij zich ten prooi had laten vallen. Zó berouw vol was hij, dat hij weigerde nog verder te regeren en het .bestuur van het land aan zijn jongere broeder overgaf. Beschaamd als hij was, weigerde hij echter met Kjai Guru Adji mee naar de Djampangs te gaan om voor zijn vader te verschijnen. Liever vertrok hij naar de kampong Marujung, afdeling Suka- pura, en daar heeft hij dan ook zijn verdere leven doorgebracht. Arija Kentjana werd dus vorst (regent) te Pandjalu. Hij bouwde een kraton op het eiland in het meer, en noemde dit eiland Nusa Gedé. Daar vond hij na zijn dood ook z'n graf. In het inwendige van het heilige huisje ("beumi leutik") te Pandjalu hangt de kist met de heilige voorwerpen, dingen die door Mohammad aan Sanghijang Borosngora geschonken zouden zijn, o.a. een steekwapen en een zwaard. Alleen bij Maulud, het feest ter her denking van Mohammad's geboorte, mogen de wapenen uit hun windsels worden gehaald. Ze worden dan ge reinigd en het daarbij gebruikte water wordt verondersteld de mensen die van heinde en ver komen om de plechtig heid mee te maken, geluk en voor spoed te brengen wanneer het over de sawahs wordt gesprenkeld. bij uw drogist of apotheker The Singer Import b.v. - Leusden Een oude vrouw, met de bewaking van het huisje belast, zorgt voor een per manent brandend houtskoolvuurtje vóór het huisje. Het water in het meer wordt als heilig beschouwd. Er op varende, is het ver boden woorden te gebruiken die met de zee in verband staan, woorden als zout, haai, e.d. JCH. Onmisbaar bij het tuinieren buiten en binnen. Voor het verzamelen van on kruid, steentjes, rommel. Een handig half-mandje dat net zo goed als tijd- schriften/krantenbak kan dienst doen. f 5,grof bamboe f 8,50 fijn bamboe. Porto f 1,75 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 10