Nienhuys, Janssen en Deli
NU BIJNA ELKE DAG gewezen wordt
op de gevaren, verbonden aan het
roken van sigaretten en sommige ge
leerden beweren, dat het roken van
sigaren minder schadelijk voor de ge
zondheid zou zijn, verdient het de aan
dacht, dat ruim een eeuw geleden - in
1864 - de eerste pakken Deli-tabak
aan de markt kwamen.
Pas in 1858 kwam het landschap Deli,
toen nog behorende tot het rijk van
Siak Sri Indrapoera, min of meer onder
Ned.-Indisch gezag, welk feit de weg
baande tot de ontluiking van de Oost
kust van Sumatra. Die ontluiking ver
liep evenwel niet langs een leien dak
je, want de belangstelling voor de
nieuwe gebiedsdelen was niet bijzon
der groot. Weliswaar verbouwden de
Maleiers al tabak, maar enkele mon
sters van dit product via Siak op Java
beland werden als turf gekwalificeerd,
zodat planters niet veel interesse had
den en kooplieden evenmin.
In 1863 verscheen echter een Arabier,
Abdoellah geheten, ten tonele, die je
gens Hollandse cultuurondernemingen
op Java suggestieve verhalen omtrent
Deli opdiste, welk gebied volgens hem
binnen afzienbare tijd enorme winsten
zou kunnen opleveren. Met het gevolg,
dat twee firma's per zeilscheepje twee
afgezanten naar die streek afvaardig
den om eens poolshoogte te nemen.
Op dat scheepje bevond zich boven
dien een zekere Jacobus Nienhuys, een
ondernemende jongeman. Hij was in
1836 in Amsterdam geboren als de
zoon van een tabaksmakelaar.
Hoewel het voor de hand lag, dat hij
in de zaak van zijn vader zou worden
opgenomen, bleek hij meer voor de
teelt van het product te voelen, waar
mee hij op de toenmalige tabaksonder
neming Willem III bij Reenen kennis
had gemaakt. En met de daar opgeda
ne ervaring ging hij naar Duitsland,
spaarde een voor die tijd aardig be
drag over en vertrok op eigen kosten
naar Java.
De twee gemachtigden van de firma's
op Java, in wier gezelschap de 27-jari-
ge Nienhuys zich op "ontdekkingsreis"
naar Deli had bevonden, keerden wel
dra terug. Zij waren door hetgeen zij
in dat landschap aantroffen zeer teleur
gesteld en vonden het niet de moeite
waard er iets van belang te onderne
men. Maar Nienhuys, een doorzetter,
bleef en onderzocht intensief of eigen
tabaksteelt in Deli mogelijk was, uiter
aard terdege rekening houdend met
de gesteldheid van bodem en klimaat.
Weldra bleek hem, dat de Arabier Ab
doellah sterk had overdreven en bo
vendien een oplichter was. Deze "vor
stentelg", waarvoor hij zich uitgaf,
maakte zich tenslotte schuldig aan
diefstal, werd gevangen genomen en
per kruisboot uit Deli weggevoerd.
Inmiddels ging Nienhuys onverdroten
met zijn proefondernemingen voort,
De Heer J. Nienhuys, de pionier van Deli.
alle moeilijkheden, vooral wat het
werkvolk betreft, het hoofd biedend.
Immers, de Maleiers waren niet bereid
om op zijn proefaanplanten te werken,
terwijl de in de bergen wonende Bataks
totaal ongeschikt bleken. Er bleef daar
om niets anders over dan werkvolk
onder de Chinezen aan de Overwal te
recruteren, wie hij niet alleen huis
vesting moest verlenen maar ook het
fijne werk moest leren. Nienhuys richt
te zelfs een hospitaaltje in en verstrek
te medicijnen, omdat men van over
heidswege geheel en al in gebreke
bleef.
Nienhuys was inderdaad uit het goede
pioniershout gesneden. Hij had een on
verzettelijke wil, die hem - ondanks
KAJOEPOETIH-OLIE
De beste kwaliteit die we konden
krijgen. Neem nu een fles (hoop dat
U 'm niet nodig hebt!) want straks
is het weer wachten op een nieuwe
zending. 100 cc. fles 6,50 cc.
f 3,25 (porto 90ct-60 ct.)
Correspondentie kaarten met
leuke Indische vignetten
In 4 kleuren: grijs - wit - groen -
chamois. 10 kaarten met bijbe
horende enveloppen 1,50 porto
60 ct. Op 2 stel 90 ct. porto.
alle tegenslagen - in staat stelde al
een jaar later, in 1864, zijn eerste oogst
Deli-tabak af te leveren.
Die oogst bestond uit 50 pakken van
160 Amsterdamse ponden elk en werd
door P. v.d. Arend, die zich financieel
voor het experiment had geinteres-
seerd, gunstig beoordeeld. Mogen we
dr. R. Broersma in zijn werk "Oostkust
van Sumatra" (1919) geloven, dan
heeft Nienhuys de marktwaarde van
zijn eerste zending niet leren kennen,
omdat de aandeelhouders de eerste
pakken Deli-tabak tegen lage prijs on
der elkaar verdeelden!
Later vernam Nienhuys, dat zijn pro
duct slechts 48 cent per pond zou
hebben opgebracht. De tabak zou na
melijk van inferieure kwaliteit zijn ge
weest. A. W. Naudin ten Cate maakte
in zijn boek "Deli in Woord en Beeld"
(1905) melding van 50 pak, in totaal
8.000 pond en noemt eveneens een
prijs van 48 cent, hetgeen bevestigd
wordt in een statistisch overzicht van
Dentz.
Hoe dit zij: in 1865 werden al 189 pak
ken Deli-tabak naar ons land ver
scheept, die gemiddeld f 1,49 per
pond opbrachten. Het spreekt vanzelf,
dat dit resultaat Nienhuys, die zelf
naar Holland was gekomen om de
veiling bij te wonen, tot grotere ac
tiviteit aanspoorde.
Dank zij het optreden van deze Am
sterdammer werden hoe langer hoe
meer ogen op Deli gericht, begonnen
ook anderen - o.a. Duitsers en Zwit
sers - zich voor dat verre gebied op
Sumatra's Oostkust te interesseren,
werden allerlei andere cultures geenta-
meerd, terwijl de teelt van Deli-tabak
op bredere grondslag werd gevestigd,
met financiële steun van de heer P. W.
Janssen.
Deze heer Janssen bleek eveneens
over een vooruitziende blik te beschik
ken en door zijn bemiddeling toonde
de Ned. Handel Mij belangstelling, zo
dat op 1 november 1869 met de Ned.
Handel Mij een overeenkomst werd
gesloten, waarvan de oprichting van de
Deli-Maatschappij het gevolg was.
Nienhuys was in Deli de eerste admi
nistrateur, terwijl in 1870 de heer J. T.
Cremer als hoofdadministrateur op
trad. Nienhuys, de pionier, moest in
1871 helaas voor goed naar Nederland
terugkeren, wegens ziekte.
Wat Nienhuys in slechts 8 jaren in
Deli tot stand heeft gebracht grenst
schier aan het ongelooflijke. En de
wereldvermaardheid, die Deli-tabak
ook door zijn toedoen heeft verworven,
dwingt ieders bewondering af.
Sociale gevolgen
't Is algemeen bekend, dat de Deli-
cultures de grootste moeilijkheid on
dervonden bij het werven van geschik
te arbeidskrachten van inheemse land
aard. Zoals gezegd bleken Maleiers
noch Bataks veel voor de Europese
cultures te voelen, zodat Chinese en
Javaanse koelies werden aangetrokken
uit overbevolkte gebiedsdelen, ten
18