WEGENS VACANTIE VAN PERSONEEL TOKO EN BOEKHANDEL TONG-TONG GESLOTEN VAN 1 JULI TOT 1 AUGUSTUS Reactie op Verloren Paradijs uit Intlonesië Abonnementen - Advertenties - Schrift, bestellingen gaan gewoon door. Het artikel "Het Verloren Para dijs" (T.T. 1 mei 1974) van Mevr. Weyrich-Molenkamp en de toe lichting van de Heer J. H. Ritman, hebben van de abonnée de Heer H. Leroy een vraag uitgelokt over dit onderwerp. Wij zijn nog een keer op deze kwestie terugge komen en vroegen onze mede werker in Indonesië, Dr. M. Soe- tjahjo om zijn commentaar op deze vraag. Beide laten wij hier onder volgen. - Red. Geachte Redactie, Het interessante artikel van Mevr. Weyrich "Het Verloren Paradijs" met knappe aanvulling Uwerzijds, doen mij als belangstellende door een korte er varing aldaar, het volgende vragen: maar hoe redden de inwoners het dan? De uitvoerigste informatie op dit punt was tot dusver: "ze redden het ook niet". Dat is onzin. Kan iemand uitleg gen wat de overlevingsmethoden zijn van de niet-miljonairs? Misschien een inwoner zelf; want woorden als sober heid en aanpassingsvermogen vergro ten het raadsel slechts. H. Leroy Het antwoord van Dr. Soetjahjo luidde: Als ik het goed begrepen heb, moet ik drie dingen doen. a. Commentaar en toelichting geven op het stuk van J. H. Ritman: "Een wens die niet vervuld kan worden" (T.T. 1 april 1974). b. Iets zeggen over het "Verloren Pa radijs" (T.T. 1 mei 1974) van Mevr. Weyrich met toelichting van J.H.R. c. Een antwoord op de vraag van H. Leroy: "Maar hoe redden de inwo ners het dan?" Wat betreft het eerste punt: Meevoe lend met degenen die een intens ver langen hebben naar het Land van Herkomst, heb ik mijn licht opgestoken bij onze immigratie-officials. Als ant woord kreeg ik: "Tida mungkin!" (on mogelijk), en ze lieten mij allerlei be palingen zien, die ik onmiddellijk ge loofde, want het lezen van wetten en bepalingen, is mijn fort niet. Toen ben ik naar de Consulaire Dienst van de Ambassade van het Koninkrijk der Ne derlanden gegaan, en daar heb ik de zelfde vraag gesteld. Vreemd, maar waar riep ook daar de betreffende ambtenaar uit: "Tida mungkin!" (hij spreekt nl. vlot Indonesisch). Hij toonde mij allerlei bepalingen, lichtte verschil lende dingen toe, en toen begon ik het te begrijpen. Nog gaf ik het niet op. Ik ben naar Blanda of Indo-blijvers gegaan, die dus 20 jaar geleden warga negara Indonesia zijn geworden, en daardoor deze bepalingen beter hebben moeten bestuderen dan wij. Zonder uitzonde ring hebben ze hetzelfde gezegd als de Heer Ritman. Alles, wat de Heer Ritman zelf geschreven heeft of als toelichting bij de brief van Mevr. Wey rich-Molenkamp is waar en ik als in woner kan er geen speld tussen krij gen. Misschien heeft hij in zijn ijver om nog duidelijker te zijn, U even in twijfel gebracht bv. over dat van miljonair zijn. Laat ik dat even toelichten. Ik weet een huis aan de Bengawanstraat, wel een goede straat, maar geen hoofdstraat. Dat huis is net in contracthuur geno men a twee miljoen rupiah per jaar, bij vooruitbetaling, ik meen voor vijf jaar. Dus tien miljoen rupiah, alleen voor huishuur. Na vijf jaar moet er een nieuw contract gesloten worden. Nu zegt U misschien dat men alleen maar Indonesisch miljonair hoeft te zijn. Maar misschien wilt U niet elke vijf jaar, die rompslomp van een nieuw contract hebben, wellicht met slechte re voorwaarden. Dus U probeert het huis te kopen. Maar zo'n lucratief be drijf van het bij vooruitbetaling verhu ren aan vreemdelingen (speciaal aan vreemdelingen) geeft men niet zo gauw op en èls de eigenaar wil verkopen zal hij natuurlijk overvragen. Merkt U, dat we nu het begrip Hollandse miljo nair al dicht benaderen? En als er lagere prijzen zijn, dan komen ze niet terecht in de omgeving, zoals ze het in hun droomwereld zien. Een droomwereld van 20 tot 30 jaar ge leden, waar vele narigheden wegge wist zijn uit hun herinnering. Maar zo als overal in de wereld zijn er onpret tige dingen hier en helaas vaak nare dingen van een soort, die U 20 jaar geleden niet gekend heeft. En we zijn op deze leeftijd niet zo soepel als toen, om gauw aan iets gewend te raken. Zeker is, dat de Heer Ritman het erg goed meent met Mevr. Weyrich-Molen kamp en vele anderen. Naast het feit dat hij land en volk van Indonesië even liefheeft als menig inwoner, ben ik ervan overtuigd dat bij het schrijven van al die ONHERROEPELIJKE feiten ten opzichte van AOW- en pensioen trekkers zijn hart nog harder bloedt dan dat van vele lezers. Laten we ge rust aannemen, dat hij in bepaalde opzichten meer over Indonesië weet dan menige inwoner zelf. Nu over het met open armen ontvan gen: natuurlijk blijven deze geopend, maar ook zij zijn onderworpen aan al lerlei wetten en bepalingen, zoals ie dereen. Tenslotte mijn antwoord op de vraag van de Heer Leroy: Maar hoe redden de inwoners het dan? Eigenlijk is dat onze Indonesische zaak en van niemand anders. Maar naast inwoner ben ik ook Oosterling en daarom zal ik op die manier een uitleg proberen te geven. Men herinnert zich natuurlijk de uitspraak van een heel pienter Volksraadlid, dat uitgerekend had, dat voor een inlander voor een hele dag eten één gobang (21/2 cent) meer dan voldoende was. Misschien herinnert U zich zelfs een foto waarop men de grote berg oebi en ketella kon zien die je voor die ene gobang kon kopen. De heftigste, meest verontwaar digde reacties kwamen van (Holland se) doktoren en die spraken behalve over caloriën, ook over vitaminen, zou ten en andere erg geleerde dingen. Volgens deze doktoren was het lang niet voldoende. Hoe groot hun geleerdheid en hoe prijzenswaardig ook hun poging om een lans te breken voor "inwoner", het bleek, dat ze er niets van afwisten, maar dan ook totaal niets. Want kort daarop moesten ze het Jappenkamp in en hebben ze jarenlang van een hoe veelheid voedsel moeten leven die veel minder waard was dan een go bang entot hun eigen verbazing hebben velen het gered. "Dus, Heer Leroy, redden de inwoners het thans wel degelijk, zoals ze het ge red hebben: in de Gobangperiode, de Jappentijd (U en wij), de Politionele Acties, enz. Maar U weet net zo goed als ik, dat om dit te accepteren en blijmoedig te dragen "en het te redden" er iets no dig is. Dat is een Vast Geloof, dat deze Opoffering erg nodig is voor de opbouw van een Nieuwe en Betere Wereld voor onze kinderen. Hoeveel opoffering verwacht men van deze AOW en Pensioen-consumenten, die zelfs spreken van een Paradijs. Niet veel! Want ze willen zo behagelijk mogelijk "Tunggu mati" en overal kost behagelijkheid geld!" Hiermee heb ik dus nóg een argument om het betoog van de heer Ritman te ondersteunen, dat het erg veel geld kost, om je als vreemdeling te vesti gen, zeker veel meer dan voor onder getekende "inwoner". Dr. M. Soetjahjo. 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 3