WANT NIEMAND HOUDT ONS TEGEN <^Dan kart tot kart BRIEF UIT AUSTRALIË Nu heerst er stilte, want de slaap ging komen voor hem, die het zo nodig had. Ik knielde neer, ik huilde en ik bad. Nu schaam ik mij voor al die tranenstromen. Had ik hem dan niets beters aan te bieden? Juist hèm, die kracht als voorbeeld gaf? Ik was een blinde, Tjalie werd mijn staf, die deuren opentikte naar veel brave lieden. Ik had nog hoop hem ééns de hand te geven en dan te zeggen: Tjalie, héél veel dank voor al je kleuren, al je diepte, al je klank, waarmee ook schilders het verleden doen herleven. Dag Tjalie, dag! Veel vreugde op je wegen langs sawah's, bergen en een kali-stroom, Stuur ons zo af en toe een mooie droom. Wij gaan heus voort, want niemand houdt ons tegen. KON NIET SCHELEN VAN WAAR.. Helly v. Brink-Eweg Deze foto werd door Rogier genomen tijdens een wande ling in de omgeving van Tjimelati. "Een van de vele kalietjes bij Tjimelati. Lekker koel en kraakhelder ivater. En de enige visjes die in dat lage water konden zwemmen en die ik eindelijk weer eens zag: djoeloeng djoeloeng!" schreef Rogier bij deze foto. O zoete vele herinneringen aan zwerftochten over Java door sawahs, bergen en kali es "Ik weet dat Tjalie gelijk had, er is geen denken aan assimilatie, want het bestaat gewoonweg niet. Men kan zijn eigen adat niet verloochenen, doch vaak komt men dat pas te weten vlak voor de dood je neemt. Men kan leven zoals, doch niet leven zonder je éigen adat. Men assimileert niet. Men neemt iets aan, en geeft iets aan, en in de tussentijd strormt het bloed van je "Jeugd" toch door. Vergeten kan hij niet wordenwant hij was te groot daarvoorTjalie, ik mis je nu al 16 heel ergdoch je stem zingt mijn herinnering door". in Joost de Koster 6 Waters Rd., Naremburu 2065, N.S.W., Australia. Toen ik me omdraaide trof het me heftig. Ik was in de veronderstelling, dat, staande in de laatste gelederen, de ruimte achter mij tot aan de muur ver laten zou zijn. Maar tegen die muur stonden naast elkaar drie of vier man nen. Alleen en stil, ontsteld Eén van hen, jong nog, stond met ge bogen hoofd. De eenvoud die uitging van deze mens in zijn verdriet, verhief hem in grootse waardigheid. Een ex ponent van de stille Indischman, de niet-druktemaker, die nochtans weet. Die ook steeds heeft begrepen waar Tjalie over sprak. Daarom moest hij komen. Ik voelde me op dat moment, op die plaats ineens sterk met hem verbon den. Ik kreeg het merkwaardige gevoel of we weer tawanans waren onder elkaar. Terug in die tijd, toen ons alleen het vege lijf restte. Er had zich een rij gevormd voor een laatste gang langs de vele bloem stukken, voor een laatste stille groet. Ik draalde zolang, totdat hij en ik ons op hetzelfde moment bij de rij aan sloten, als laatsten, hij volkomen on bewust van mijn aanwezigheid. We hielden tegelijkertijd stil bij de nu ge sloten opening, waarin de baar was neergedaald. Tjalie was eigenlijk tot het laatst toe de straatvechter. Open en branie en met de blote vuist. Saluut, dear friend. Heb onze dank voor het licht. De krontjong-muziek was er nog, toen wij de uitgang van de aula bereikten. Er was daar alweer een heen en weer gaan van mensen. Voorbij nu. Nu maar gewoon weer naar huis. Ik liep naar de kapstok en greep m'n jas van de haak. Buiten, een schrijnende lente. Verderop het verkeer en de huizen. Plotseling trof ik m'n onbekende met gezel weer. Aan een toevallige voor bijganger hoorde ik hem vragen waar de bus naar het station te vinden was. Voor hem geen BMW. Maar hij moest komen. Naar T.R. Kon niet schelen van waar Rob van Meerten Correspondentie kaarten met leuke Indische vignetten In 4 kleuren: grijs - wit - groen - chamois. 10 kaarten met bijbe horende enveloppen 1,50 porto 60 ct. Op 2 stel 90 ct. porto.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 16