o maar een kiekje vervolg van pagina 5 Tjalie's thuiskomst werd iedere dag een klein berichtje omgeroepen. Indachtig Tjalie's uitspraak over zich zelf "twaalf ambachten, dertien onge lukken" wilde ik proberen om ook wer kelijk uit zoveel mogelijk vrienden- en beroepenkringen van Pa een "repre sentant" te kiezen voor de laatste tocht in de boot. Gelukkig ben ik er voor een groot deel in geslaagd want ook hier in Indonesië waren vrienden en kennissen present uit alle rangen en standen. Net als drie maanden geleden in Den Haag. Om zomaar een heel kleine greep te doen: Mevrouw Hetharia met wie hij op de kweekschool zat; de heer Den- kelaar, een voetbalvriend; Cris Broek huizen, bij wie we de laatste maanden voor we in 1954 naar Holland vertrok ken, gelogeerd hadden; de fam. Azis Saleh bij wie Tjalie en Lilian bij hun laatste bezoek aan Indonesië in 1972 gezeten hadden; de heer Maladi, de oud Bondskeeper (van voor de oorlog) eh later direkteur van de RRI, waar Pa Tjalie in de begin 50-er jaren eens in de maand in het "Hollandse program ma" één van zijn Piekerans voorlas; de TT-medewerker de heer Margono en tenslotte Tante Koes Sutjahjo die voor deze plechtigheid helemaal uit Surabaya overkwam! Maar ook de Nederlandse Ambassade hier in Jakarta, die me erg veel ge holpen heeft met de atoerans, hacf drie "afgezanten" gestuurd. De "tweede man" hier in de Kedutaan Belanda, de heer Jonkman, (zoon van de Oud-voorzitter van de Volksraad), de culturele attaché de heer Van den Berg en de militaire attaché Col. Linzel. Pak Hoegeng is, zoals U misschien ook in het interview in TT heeft kunnen lezen, gepensioneerd Generaal van Politie. En wordt nog steeds door zijn ex-manschappen op de handen gedra gen. Hij kreeg van politiezijde dan ook alle medewerking die we ons bedenken kunnen; Vijf dagen voor de 31ste kwam de Kepala van de havenpolitie, de heer Drs. Ngudihardjo, speciaal een avondje bij de fam. Hoegeng op bezoek. Om met ons tot in de kleinste details de hele zee-trip te bespreken. En ons op een nautische kaart de plek te wijzen waar het verstrooien zou plaatshebben, drie mijl buiten de havenmond van Pasar Ikan. We hadden op de tocht naar Pasar Ikan een paar voorrijders op zware Harleys die de weg "schoonveegden". Ikzelf zat in de voorste wagen. Met de urn in een gouden schaaltje en ver sierd met een kransje van melati- bloempjes, op mijn schoot. Tussen Tante Merie en Tante Koes in. Voorin, naast de chauffeur, zat Pak Hoegeng die de hele rit prachtig regiseerde via de politie-mobilofoon. De havenpolitie had ons ook nog spontaan zeven boten aangeboden. Eén ervan was helemaal voor de pers. Het was eigenlijk onze bedoeling ge weest om Pak Hoegengs Hawaiian Se niors écht mee te laten gaan om voor de krontjongmuziek te zorgen. Maar daar zagen we later toch maar van af omdat we niet zeker waren of de zee wel kalm zou zijn. En of alle bandleden wel tegen wat hoge golfjes konden Nee, er werd toch maar besloten om alle muziek op de band te zetten en gewoon af te draaien. Het was schitterend weer op de 31ste julie. Pa Tjalie zou het zich niet beter hebben kunnen wensen. Heerlijk zon netje, knalblauwe lucht en de zee zo glad als een spiegel. We voeren in convooi naar de plek toe. Daar aangekomen werden alle boten in een rij aan elkaar vastgemeerd met onze boot in het midden. De pers-boot bleef los voor alles heen en weer varen voor de fotografen en filmers. Na een korte inleiding in de vorm van een gebed door Dominee Ferry Lewier, uit Ambon, sprak Tante Koes Sutjahjo een laatste groet. Daarna sprak ik een kort dankwoord uit voor alle hulp die ik hier van iedereen en alle instanties gekregen had. Tjalie heeft zijn hele leven lang ontzettend veel van Indië èn Indo nesië gehouden, zijn "gras" zullen we maar zeggen. En ik ben blij dat hij hier, in Indonesische wateren, zijn laatste rustplaats heeft gevon den en niet in kunstmatige melk in Holland Toen het grote moment van verstrooien zou beginnen hadden we nog een moei- lijkheidje met de opening van de urn. Er zat in de bodem een klein gaatje, dichtgeplakt met tape., De veronder stelling dat de opening groot genoeg zou zijn, om de as door te laten bleek' fout. Er moest zelfs nog een kniptang bij te pas komen. Onder zachte krontjongklanken van de Hawaiian Seniors en het geklik en ge snor van camera's liep de urn langzaam leeg in de zee van Pasar Ikan. Tante Merie er> een paar kennissen hadden intussen bloemenmandjes uit gedeeld en iedereen gooide als einde van het gebeuren wat bloemblaadjes op die plek. Door de lichte zeestroom ontstond er al gauw een waar bloementapijt van rose bloemblaadjes met daartussen het wit van de melatie. Toen gooide ik als laatste groet van de hele familie een grote krans van witte bloemen tussen de rose blaadjes. De boten werden weer losgemaakt van mekaar en we voeren nog een keer in een wijde cirkel om de plek met bloe men. Tjalie was "thuis" en we voeren alle maal weer huiswaarts toe. ROGIER Eén van die vele pretentieloze tranches de vie die ons regelrecht terugvoeren naar zorgeloos kinderleven in het toen nog zo rustige leven in een Indisch kot- ta'tje. Drie kleutertjes, hand in hand, het kleinste, dat blijkbaar nog een steuntje nodig heeft, veilig tussen de beide grotere peuters in. De nog zo veilige weg, met geen ander verkeer dan de traag voorthobbelende grobak, in de verte een dokkar, die wel geen snelheidsovertredingen zal begaan, de schaduwbomen, de witgekapoerde muurtjes Ik weet niet wie deze anakjes waren, noch hoe het kiekje in mijn bezit is gekomen. Maar misschien vinden volwassenen van NU zichzelf terug in het-kind dat zij TOEN waren. H.B. 22

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 22