DD's DERDE VROUW 299,01 VOOR PONDOK GEDEH DE LAATSTE TWAALF LEBARAN 1974/1392 Dick Geldrop schrijft ons uit Yogyakar- ta (en wij publiceren zijn brief onder dankzegging voor zijn informatie): In Tong Tong van 1 Augustus jl. spreekt Bapak Margono Djojohadikoesomo de veronderstelling uit, dat een zekere Mej. A. Warsington die in de jaren dertig verbonden was aan het Ksatrya- Instituut, dezelfde zou zijn als Douwes Dekker's derde vrouw, Harumi Wana- sita. Ik kan deze veronderstelling catego risch ontkennen. Degene die DD in die jaren terzijde stond, ja, die wettelijk ook de eigenares was en het hoofd van het Ksatrya Instituut, was DD's tweede vrouw Johanna Petronella Mossel. Zij mag gerust in één adem genoemd worden met DD als een strijder voor Indonesia's onafhankelijkheid. Deze dame leeft nog steeds, is mijn overbuurvrouw, en is hertrouwd met RM Djaffar Kartodiredjo. Harumi was een Hollandse, die van huis uit Nelly Kruimel heette. Toen zij in 1946 met DD naar Indonesa kwam kende zij nog geen stom woord Indo nesisch. Mogelijk dat deze informaties voor de lezers van Tong Tong van nut kunnen zijn (en voor Margono en ons! Red. TT). Door de door ons bijzonder gewaar deerde medewerking van Tong-Tong mocht ik dit mooie bedrag als gift van de vele vrienden en sympathisanten van de B.O.S. inboeken, waarvoor ik, ook namens alle bestuursleden harte lijk dank zeg. 299,01. Wat een grappig aanhangsel die ene cent. Grappig? Weineen, het is prachtig! Sterker nog, dat ogenschijn lijk onbetekenend centje is zelfs mach tig! Denk maar eens aan dat eenvoudig liedje uit onze jeugd waarin sprake was van de kleine korrels zand waaruit de onafzienbare stranden ter wereld zijn opgebouwd. En zijn die eindeloos uitgestrekte zeeën en oceanen niet voortgekomen uit de miljarden kleine waterdroppels? De grote rijkdommen van de miljonairs en multi-miljonairs zijn toch ook een enorme ophoping van de eenvoudige cent. Onderschat de macht van het kleine niet, lieve vrienden, want met al uw gaven, klein of groot, heeft u mede geholpen, dat wij ons doel konden bereiken. Ons doel was en is geen fata morgana na jagen; evenmin hebben we luchtkaste len gebouwd. Ons streven was een tehuis voor het verweesde kind te re aliseren en naar we innig hopen zal binnenkort "Pondok Gedeh" een be grip zijn. Een begrip van een eigen plaats in een echt tehuis, waar hij met veel broers en zusters opgenomen zal worden in de geborgenheid van een groot gezin, zoals wij zelf die ook ge had hebben in Oranje Nassau te Ma- gelang bij Pa en Moe. Is ons werk dan hiermee afgelopen? Kunnen we dan gojang kakih met de armen over elkaar of duimen gaan draaien? Pa heeft eens gezegd als er nieuwe lingen kwamen, dat de kribben dan maar opgeschoven moesten worden, dichter bij elkaar. Wij willen er voor werken, dat in Pondok Gedeh dergelij ke schikkingen niet nodig zullen zijn dat, indien mogelijk, een verzoek om opname niet geweigerd hoeft te wor den wegens plaatsgebrek. Gemak kelijk zal dat niet zijn in deze steeds moeilijker wordende levensomstandig heden maar met Gods hulp willen we proberen Pa's liefste wens te verwe zenlijken. Daarom roep ik u toe: Op! naar Pondok Amat Gedeh! Doet u als vanouds weer met ons mee? H. M. Soesman, Penningm. B.O.S. Werkzaamheden aan de eerste étage van het nieuwe Huis van Pa. De 2 hectare grond die het internaat omringen zullen goed worden benut. Laat dat maar over aan de praktische geest van Steurtjes en oud- Steurtjes! BOEKHANDEL TONG TONG 5,25 1,50 porto In Tong Tong van 15 mei schreef "Krui mel" een stuk over "De Laatste twaalf" Dit dozijn vormde de laatste groep die - in maart 1946 - het "gezagsbataljon Indië" - completeerde en daarmee te vens de laatste militairen waren die aan het KNIL werden toegevoegd. Zij wa ren in Nederland opgeleid en trouwens allemaal singkehs, met uitzondering van hun commandant, de kadet-onderluite- nant Sutan Rachman Mansjoer, die zo als zijn naam reeds aanduidt geen orang baroe was, maar die wel in Ne derland was opgeleid. Hij had blijkbaar goede herinneringen aan zijn "neder- landse" tijd, want nog in 1973 keerde hij terug naar het oude nest om de reünie van de Kon. Militaire Academie in Breda bij te wonen. Omzien in wrok stond blijkbaar niet op zijn programma. Kruimel vermeldt, dat Mansjoer om persoonlijke en politieke redenen het KNIL verliet, maar niet, hoe het hem verder verging. Welnu, voor wie het mocht interesseren, uit corresponden tie met een (varend) familielid van Mansjoer bleek ons, dat hij na zijn ontslag uit het KNIL toetrad tot de TNI, als overste commandant werd van het basiscommando Jakarta, daarna - als kolonel - adjudant van wijlen president Soekarno en vervolgens leraar aan de indonesische Hogere Krijgsschool en onder-commandant van de school ter opleiding van officieren te Bandoeng. Hij werd gepensioneerd in de rang van brigade-generaal. Wat ons zou interesseren is, of hij op zijn reis naar Nederland nog één van zijn gewezen onderhebbenden heeft ontmoet want die zijn natuurlijk allemaal naar Nederland teruggekeerd. Wie weet komt dit stukje onder de ogen van één van hen, want bij Tong Tong zijn de wonderen de wereld niet uit, maar een verschijnsel van elke dag! Selamat Hari Raya Aidil-Fitri! roepen wij vanuit het koude en natte Neder land onze Islamitische lezers toe. Le- baran valt ongeveer samen met de ver schijning van dit nummer van Tong Tong en zal onze lezers en andere vrienden in Indonesië dus enige dagen later dan de dag van het grote feest bereiken. Zij zijn daarom niet minder welgemeend. Onze gedachten en onze gebeden zul len op 17 oktober uitgaan naar onze Indonesische vrienden. Moge het thans aanbrekende jaar land en volk vrede en voorspoed brengen! 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 11