Geschiedenis van de Stoomvaart Maatschappij Nederland in kort bestek Namen als maatschappij Nederland, Rotterdamse Lloyd, K.P.M. en J.CJ.L. klinken nog steeds zeer vertrouwd in de oren van hen, die na de eeuwwisseling tot in de zestiger jaren in Indonesië verbleven, zelfs al hadden velen van hen niets direct met de scheepvaart te maken. Indirect echter had vrijwel een ieder belang bij de scheepvaart, zowel vanuit Indonesia naar alle werelddelen als in het inter-insulaire verkeer, terwijl voor de in dienst stelling van vliegdiensten de scheepvaart voor de volle honderd procent het postverkeer over zee verzorgde Enkele jaren geleden verdween de naam S.M.N. doordat deze maatschap pij met drie andere nederlandse scheepvaart maatschappijen een fusie aanging die onder meer inhield, dat de verdere belangen onder de naam "Ned- Lloyd" werden voortgezet. Misschien is het voor de hierboven genoemde "insiders" mag ik wel zeg gen, wel interessant eens iets meer te vernemen over zo'n maatschappij als de stoomvaart maatschappij Neder land. Hier gaan we dan. De S.M N. werd opgericht op 13 mei 1870. Reeds enkele jaren tevoren wer den hiertoe pogingen in het werk ge steld, doch de opening van het Suez- kanaal op 16 november 1869 was nodig de eerste pogingen te doen slagen. Sins 1823 waren er reeds stoomsche pen onder nederlandse vlag in de vaart, doch het zou tot 1870 duren voordat regelmatige diensten tussen Nederland en Indonesia tot stand kwa men. De eerste jaren brachten vele moei lijkheden. In de eerste plaats waren de schepen te groot voor de vaart door het Noord Hollands kanaal, zodat de afvaarten vanaf 1871 tot april 1879 vanuit Den Helder plaatsvonden. Eerst na opening van het Noordzee kanaal in 1876 konden door de maatschappij stappen worden ondernomen de af vaarten vanuit Amsterdam door het Noordzeekanaal te doen plaatsvinden. Verdere moeilijkheden, zoals het om hoog gaan der kolen en scheepsbouw- prijzen, verhoging van de tolgelden in het Suezkanaal, het vergaan van het 1e schip de Willem III nog geen 24 uren na vertrek van Den Helder, concurren tiestrijd, waren verre van hoopge vend. Maar de moeilijkheden werden overwonnen, waaraan de grote steun gegeven door de broer van Koning Willem III prins Hendrik zeer veel heeft bijgedragen. Op 18 mei 1871 vertrok dus het eerste schip van de maatschappij van Den Helder naar Batavia. Zoals reeds hier boven gezegd bracht dit schip het niet ver, ter hoogte van Portsmouth brak brand aan boord uit, zodat uiteindelijk schip en lading totaal verloren gingen. De tweede afvaart op 1 augustus d.a.v. het ss. "Prins van Oranje" verliep gunstiger. Op 9 september 1871 ging het schip ter reede Batavia ten anker. Sindsdien bevoeren zowel passagiers als vrachtschepen de woelige ba ren op alle wereldzeeën, terwijl ook aan de woelige jaren, van de oorlog, zowel als van de "krach" het hoofd geboden werd op een dusdanige ma nier, dat deze maatschappij, alhoewel thans in fusie varende, nog altijd een stevig woordje meespreekt in de inter nationale scheepvaart, hetgeen inhoudt, dat de naam van Nederland als de reeds eeuwen bestaande expert op scheepvaart gebied nog steeds niet ten onder is gegaan, alle moeilijkheden ten spijt. Het zou te ver voeren alle schepen de revue te laten passeren. Ik beperk mij dan ook tot de passagiers (ook wel genoemd mail-) schepen, aangezien daarnaar wel de grootste belangstel ling zal uitgaan. Sinds de oprichting tot en met het m.s. "Oranje", de tweede Oranje van naam, werden door de S.M.N. in totaal in de periode na de 1e wereldoorlog tot het einde van de passagiersdiensten (ver koop ms. Oranje aan Italië) 14 passa giersschepen ingezet voor de verbin ding tussen Nederland en Indonesia. Onvoorziene omstandigheden onder braken weieens de regelmaat in dit verkeer, doch jaren lang kon men er staat op maken, dat iedere week, in combinatie met de Rotterdamse Lloyd een passagiersschip van Rotterdam of Amsterdam naar Indonesia vertrok, als ook iedere week eveneens zo'n schip van Tandjong Priok via Singapore, Be- lawan Deli en Sabang (S.M.N.), dan wel via Padang (R.L. naar Nederland.) Wie uit die jaren herinnert zich niet de geweldige afduw-parties te Tandjong Priok en andere vertrekhavens, waar vrijwel immer meer blang tabeers aan wezig waren dan vertrekkende passa giers. Het vertrek van een passagiersschip, van welke haven dan ook, was voor velen een geweldig evenement, zo ge weldig zelfs, dat vaak lieden als bilang tabeers op de schepen kwamen, ter wijl zij niemand gedag kwamen zeggen. Maar ja, de sfeer op zo'n schip een uurtje, een paar uurtjes, voelen onder het genot van een glaasje koud bier, een echte schiedamse jenever, een glaasje wijn of champagne zette hun ne neuzen in de richting van het ver trekkende schip. Het is weieens, zelfs meerdere malen, voorgekomen, dat die aantrekkings kracht van het schip zo groot achteraf bleek te zijn, dat een echte, ook wel een onechte bilang tabeër, vergat tij dig het schip te verlaten, zodat hij, meestal geen zij, dan, indien tijdig ont dekt met de loods, die het schip buiten gaats bracht moest terugkeren. Het gebeurde echter ook wel eens, dat ontdekking te laat plaatsvond, geen loods meer een behulpzame hand kon bieden en de bilang tabeër omgetoverd moest worden in een passagier met als ontschepingshaven de eerstvolgende aanloophaven. Een haven waar men blijkbaar een a- bonnement op dergelijke wegbrengers scheen te hebben was wel Belawan Deli. In mijn jaren is het verscheidene malen voorgekomen, dat een wegbren ger werd omgetoverd in een passagier tot Sebang. Vanuit Medan werd dan de terugkeer van Sabang via Kotta Radja over land geregeld. Een paar extra dagen vacantie voor het slacht offer, maar of die dagen voor 100% werden geapprecieerd vermeen ik te moeten betwijfelen. Maar niet uitsluitend vertrekkende en binnenkomende passagiersschepen ge noten de grote belangstelling van het publiek, ook nieuwe, voor het eerst in de vaart komende mailschepen on dervonden vaak een nog grotere be langstelling, zodat de maatschappij (na tuurlijk kwam hier ook wel maatschap pij belang bij) in alle aanloophavens voor belangstellenden instuiven orga- lees verder volgende pag., 1e kol. onderaan 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 14