Mr. Raffles op St. Helena 18-19 mei 1816 door Dr. H. J. de Graaf Sint Helena het eenzame eiland in de Atlantische Oceaan, was nog nimmer door mensenvoet betreden, toen de Portugese zeevaarder Joao de Nova op zijn thuisreis naar Lissabon het de 21e mei 1502 ontdekte. Daar dit juist de dag van de heilige Helena, de moeder van de eerste Christenkeizer Constantijn was, heette het eilandje na die tijd St. Helena. De gewoonte om pas ontdekte plaatsen naar de dag der ontdekking te benoemen was bij Katholieke en zelfs bij Protestantse zeevaarders in zwang, bv. het Zuid-Afrikaanse Natal werd op Kerstdag ontdekt, het Paaseiland met zijn merkwaardige beelden en onontcijferd geheimschrift op Paasdag 1740 door onze Jacob Roggeveen. Ruim een eeuw werd het eiland door de Portugezen slechts als aanloopha ven gebruikt. Ze stichtten er een hos- pitaaltje voor zieke zeelui. Gingen ze dood, dan werden ze er begraven, werden ze beter, dan voeren ze verder met een volgend schip. Er was zelfs een kapelletje. Ook brachten de Por tugezen er allerlei gedierte, doch tot een vaste vestiging kwam het met. Dat gebeurde pas door onze V.O.C. die er vanaf 1645 een verversingsstation stichtte. Maar in 1651 was de pret al weer uit, omdat de Nederlanders de Kaap de Goede Hoop met zijn groot achterland toch verkozen boven het onaanzienlijke St. Helena. Het werd ontruimd. Doch vijf jaar later hadden de Engel sen de plaats hunner concurrenten weer ingenomen, en zijn er steeds ge bleven, behalve in 1673, toen het in één jaar door de Nederlanders ver overd en weer verloren werd. De tn- qelsen maakten ernst met de kolonisa tie, stichtten er een stad, die zij naar 's konings broeder James (later koning Jacobus II) Jamestown noemden, zoals deze als hertog van York ook de naam gever van New York is geworden. Daar er handen te kort kwamen, werden op grote schaal slaven ingevoerd en na 1810 zelfs Chinezen uit Kanton. Het eiland bloeide redelijk op, produceer de suiker, doch nooit zou zijn naam over de hele wereld bekend zijn ge raakt, indien het in 1815 niet een on vrijwillige gast had gekregen de ge wezen keizer Napoleon. Deze had zich na zijn nederlaag bij Waterloo naar La Rochelle begeven, zag zich daar het uitvaren door de Engelsen belet, en had zich toen aan de edelmoedigheid zijner vijanden overgegeven. De Britten, die met de gevallen kolos enigszins in hun maag zaten, hebben hem toen naar het eenzame St. Helena verbannen, daar zij gezien hadden, hoe hij indertijd van Elba, waarheen hij in 1814 was overgebracht, had weten weg te komen, om nog eens honderd dagen als keizer der Fransen op te treden, tot het noodlot hem bij Waterloo ach terhaalde. Voor alle veiligheid werd er een extra zwaar garnizoen op St. Helena gelegd en het eiland, dat aan de Engelse r': v Deze gravure van S. Cousins is naar een borstbeeld van F. Chantrey. Raffles had bij zijn vertrek uit Batavia aan de leden van het Bataviaasch Genootschap zijn borst beeld beloofd, opdat hij steeds, zij het in afbeelding, in hun midden zou wezen. Helaas vergat hij zijn belofte, die de Britten pas in 1928, toen het K.B.G. 150 jaar be stond, inlosten. Oost-Indische Compagnie behoorde tijdelijk onder gezag der Britse kroon geplaatst. Een speciaal gouverneur werd door de Engelse Regering be noemd. Dit was Sir Hudson Lowe, on zaliger nagedachtenis, die de aanstel ling aanvankelijk als een grote eer beschouwde. Vóór de stoomvaart de zeilschepen van de oceanen begon te verdrijven en eer de kortste weg naar Indië door het Suez-kanaal liep (na 1869), werd Sint- Helena nog wel eens door vooral En gelse koopvaarders aangedaan, ten einde er zoet water in te nemen, ver versingen in te slaan en zich wat te vertreden. De aanwezigheid van "ge neraal Buonaparte", zoals de Britten en met name de gouverneur Hudson Lowe de gevallen monarch plachten te noemen, vormde natuurlijk een bijzon dere attractie voor dë bezoekers. Toen de kolonisten, wier voornaamste zorg tot dusverre het gebrek aan werk krachten was geweest, vernamen, dat hun Regering besloten had de afge zette keizer naar hun nietig eilandje te verbannen, kende hun verbazing geen grenzen. Zij protesteerden wel niet, zoals het vorig jaar de Elbanezen ge daan hadden, toen dezen vernamen, dat de Grote Mogendheden de ex- keizer tot hun soeverein hadden ver klaard, maar toch bekroop de bewo ners van St. Helena een angstig gevoel van bezorgdheid voor de toekomst. Wat zou hun met de komst van de ex-keizer boven het hoofd hangen? Doch toen reeds weinige dagen later, op 15 ok tober het linieschip de Northumber land zijn ankers liet vallen op de rede van St. Helena, met de gewezen keizer aan boord, kende hun belangstelling geen grenzen. Bij mensenheugenis had men in Jamestown niet zoveel mensen op de been gezien, toen de oude gouverneur Wilks, een bekwaam en bij de bevolking zeer gezien be stuurder, zich naar boord liet roeien om zijn hoge gast te begroeten, en op 17 October stapte de grote man zelf aan wal. Te paard reed hij naar het voor hem bestemde verblijf, het land huis Longwood, dat hem wel beviel. Vooreerst kon hij het nog niet betrek ken, want er moest nog heel wat aan vertimmerd worden. Voorlopig verbleef hij dus in een paviljoen het het land goed "The Briars", (de doornstruiken) met welks hoofdbewoners de gevallen monarch het best kon vinden. De keizer placht de eerste tijd nog al eens wandelritjes te maken en ook kwamen er nog wel wat bezoekers, eilandbewoners of vreemdelingen, doch op den duur werd dat minder. Op 14 april 1816 werd gouverneur Wilks ver vangen door de befaamde Sir Hudson Lowe, en toen ging het heel wat minder vlot dan onder zijn voorganger, met wie de keizer vaak omging, en meestal over chemie sprak. Over de vijf jaar, die Napoleon nog op Longwood te leven had - hij stierf pas 51 jaar oud aan maagkanker, waaraan ook zijn vader overleden was - zijn boeken vol geschreven, waarbij Sir Hudson Lowe er meestal niet te best afkomt. Veel takt schijnt deze niet be zeten te hebben, maar zijn gast was ook soms bijzonder lastig. Wij kunnen niet ingaan op al het ge harrewar tussen de kleingeestige cipier en zijn hoge, maar moeilijke gevange ne, doch ons slechts bepalen tot het bezoek van Sir Thomas Stamford Raff les, luitenant gouverneur van Java van 1811 tot 1816, wiens schip op 18 mei 1816 voor St. Helena het anker liet vallen. De bijzonderheden van dit be zoek kan men nalezen in de tweedelige 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1974 | | pagina 6